Week 5 - Ethiek Flashcards

1
Q

Ethiek

A

Wat is goed en wat is slecht? En wat zijn de opvattingen over juist handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer komt ethiek in beeld?

A
  1. Er moet sprake zijn van keuzes
  2. Binnen die keuzes een onderscheid tussen wat is goed en wat is slecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ethische regels

A
  1. Aard van de wereld
  2. Hoe leven we samen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Moraal vs ethiek

A

Moraal gaat over individuele en persoonlijke overtuigingen

Ethiek is de standaard van moreel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de kern voor een goede deal

A

Informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dilemma’s

A
  • Dilemma of trust
  • Dilemma of honesty
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Basis voor keuzes

A
  1. Hoe behaal ik mijn doel
  2. Wat zijn mijn plichten wat betreft het volgen van wetten en regels?
  3. Wat zijn de normen/waarden en strategieën binnen een organisatie of gemeenschap?
  4. Wat is mijn overtuiging?
  • Wijsheid
  • Praktisch
  • Legaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(On)Ethische tactieken in onderhandelen

A
  1. Traditioneel competitief onderhandelen
  2. Emotionele manipulatie
  3. Verkeerde voorstelling geven van zaken
  4. Verkeerde voorstelling van zaken geven aan het netwerk van de tegenstander
  5. Op ongepaste wijze informatie verzamelen
  6. Bluffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Actieve misleiding en passieve misleiding

A
  • Omissie (weglaten)
  • Commissie (doen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe rechtvaardig je een tactiek

A
  • De tactiek was onvermijdelijk
  • De tactiek levert geen schade op
  • De tactiek voorkomt negatieve consequenties (doel heiligt de middelen). Oftewel: grotere schade wordt voorkomen.
  • De tactiek is gericht op positieve gevolgen. Doel heiligt de middelen, maar dan in positieve zin
  • Boontje komt om zijn loontje
  • Zij waren het toch al van plan
  • Hij begon
  • Tactiek past bij de situatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Misleiding, en dan?

A
  • Stel voldoende (en de juiste) vragen: tast af
  • Stel vragen in verschillende vormen
  • Dwing de partij tot een leugen, of tot terugtrekking
  • Vraag naar de bekende weg
  • Benoem de tactiek
  • Negeer de tactiek
  • Stel gerust, en dirigeer naar eerlijk gedrag
  • Doe hetzelfde terug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tactieken als je misleid bent

A
  1. Intimideer
  2. Maak de ander ongemakkelijk
  3. Stel de ander gerust om eerlijk te zijn
  4. Bluf
  5. Tast af
  6. Beperk de gevolgen
  7. Spreek tegen
  8. Gewijzigde informatie
  9. Zoek een gat in de verdediging
  10. Benoem dingen van jezelf
  11. Benoem aanwijzingen voor misleidend gedrag
  12. Spreek je zorgen uit mbt het welzijn van de ander
  13. Status quo
  14. Directe aanpak
  15. Zwijg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly