Week 5 Dataverzamelingsmethoden Flashcards
Kwantitatief onderzoek
focust zich op specifieke gedragingen die makkelijk kunnen worden gekwantificeerd (geteld). Bevat meestal grote steekproeven. Conclusies gebaseerd op statistische data.
- Gedragingen worden gekwantificeerd
- Numerieke waarden voor variabelen (kwalitatieve en kwantitatieve variabelen)
- Grote steekproeven
- Gaat vaak om gemiddelden
- Conclusies obv statistische analyses
- Meest gebruikt in de psychologie
Kwalitatief onderzoek
focust zich op gedragingen van mensen in natuurlijke settingen en het omschrijven van de wereld in hun eigen woorden. Benadrukt vooral diepgaande informatie van relatief weinig individuen of binnen een gelimiteerde setting. Conclusies gebaseerd op interpretaties van de onderzoeker.
- Deelnemers beschrijven hun wereld in eigen woorden
- Talige informatie (niet numerieke data)
- Kleine steekproeven
- Thema’s uit de data halen
- Conclusies obv interpretatie van onderzoekers
- Wordt minder gebruikt in de psychologie
naturalistische observatie
Bij naturalistische observatie maakt de onderzoeker observaties van individuen in hun natuurlijke omgeving. Ook wel veldwerk of veldonderzoek genoemd. Observaties worden gemaakt in natuurlijke settingen en de onderzoekers beïnvloeden niet wat er in de settingen gebeurt.
Naturalistische observatie is het meest nuttig wanneer complexe sociale settingen worden bestudeerd om beide de setting en theorieën gebaseerd op de observaties te begrijpen. Het is minder bruikbaar voor het bestuderen van goed gedefinieerde hypotheses of fenomenen die niet direct observeerbaar zijn door een onderzoeker in een natuurlijke setting (gemoedstoestand, reactietijd).
Veldonderzoek kan ook lastig zijn om te doen: dataverzameling kan niet altijd gepland worden op een handige tijdstip of plek. Daarnaast is er in veldonderzoek een continue verandering van gebeurtenissen; de onderzoeker moet ze allemaal opnemen en flexibel zijn om ze aan te passen. Ten slotte is het proces van analyse niet simpel: de onderzoeker moet herhaald de data doorzoeken om hypotheses te ontwikkelen om de data uit te leggen, en daarna verzekeren dat alle data consistent is met de hypotheses.
Een niet-deelnemende waarnemer
een buitenstaander wie niet actief deelneemt aan de setting.
Een deelnemende waarnemer
gaat uit van een actieve insider rol. Dit geeft de onderzoeker de mogelijkheid om de setting van binnenuit te observeren, hij of zij kan de gebeurtenissen in de setting ook ervaren, net zoals de natuurlijke deelnemers. Een potentieel probleem is dat de onderzoeker misschien de objectiviteit wat nodig is voor de observatie kwijtraakt.
Verborgen observatie
kan de voorkeur hebben omdat de aanwezigheid van de waarnemer het gedrag van de deelnemers kan beïnvloeden.
Niet-verborgen observatie
kan vanuit ethisch oogpunt weer een voorkeur hebben.
De keuze voor beide verborgen/niet-verborgen en deelnemende en niet-deelnemende waarneming hangt af van beide ethische factoren en de aard van de bepaalde groep en setting die wordt bestudeerd.
Systematische observatie
refereert naar de nauwkeurige observatie van één of meer specifieke gedragingen in een bepaalde setting. Deze benadering is minder globaal dan de naturalistische observatie. De onderzoeker is maar in een aantal specifieke gedragingen geïnteresseerd, de observaties zijn kwantificeerbaar en vaak heeft de onderzoeker hypotheses van tevoren ontwikkeld.
coderingssysteem
De onderzoeker moet besluiten welke gedragingen hij in geïnteresseerd is, een setting kiezen waarin de gedragingen kunnen worden geobserveerd en het ontwikkelen van een coderingssysteem om de gedragingen te meten. Gedragingen van affectie worden gecodeerd met bijvoorbeeld ‘laat bezorgdheid zien’.
Methodological Issues
• Apparatuur: pen en papier, video en audio opnames etc. kunnen allemaal gebruikt worden om het gedrag te observeren.
• Reactiviteit: de mogelijkheid dat de aanwezigheid van de waarnemer het gedrag van mensen beïnvloed. Kan worden verminderd door verborgen observatie. Ook door het geven van tijd zodat men kan wennen aan de apparatuur en de waarnemer.
• Betrouwbaarheid: refereert naar de mate waarin een meting een echte score reflecteert in plaats van een metingerror. Betrouwbare metingen zijn stabiel, consistent en precies. Betrouwbaarheid hangt af van een grote overeenkomst onder de beoordelaars.
• Sampling: een sample van gedragingen over een langere periode geeft meer accurate en bruikbare data dan enkele korte observaties.
Een case study
is een observationele methode wat een gedetailleerde omschrijving van een individu geeft. Dit individu is meestal een persoon maar kan ook een setting zijn. Een naturalistische observatie wordt soms een case study genoemd. Case studies hoeven echter niet persé naturalistische observatie te bevatten.
Een psychobiografie
Een psychobiografie is een type case study waarbij een onderzoeker een psychologische theorie toepast om het leven van een individu uit te leggen. Case studies gebruiken dan technieken zoals bibliotheekonderzoek en telefonische interviews, maar geen directe observatie.
Meestal wordt een case study gedaan wanneer een individu een bepaalde zeldzame of noemenswaardige conditie bevat. De inzichten opgedaan bij case studies kunnen ook leiden tot ontwikkeling van hypotheses die weer getest kunnen worden met andere methodes.
Archiefonderzoek
bevat het gebruiken van eerder verzamelde informatie om onderzoeksvragen te beantwoorden. De onderzoeker verzameld de originele data niet, maar analyseert bestaande data. Daarom wordt het ook wel secundair onderzoeksdata genoemd.
Het gebruiken van archiefonderzoek geeft onderzoekers de mogelijkheid om interessante vragen te bestuderen, welke soms niet op een andere manier konden worden onderzocht. Archiefonderzoek is een waardevolle aanvulling op meer traditionele data collectie methodes.
Er zijn 2 grote problemen met archiefonderzoek:
ten eerste kunnen de gewenste archieven moeilijk te krijgen zijn, ze zijn misschien geplaatst in lang-vergeten opslagplaatsen, of ze zijn vernietigd.
Ten tweede: we kunnen nooit zeker zijn van de nauwkeurigheid van informatie verzameld door iemand anders.
Statistische gegevens
verzameld door veel publieke en privé organisaties.
Enquête archieven
bestaan uit data van enquêtes die digitaal opgeslagen zijn en toegankelijk zijn voor onderzoekers wie de gegevens willen analyseren. Enquête archieven zijn erg belangrijk want de meeste onderzoekers hebben niet de financiële middelen om vragenlijsten uit te zetten van gerandomiseerde nationale steekproeven.
Geschreven verslagen
zijn documenten zoals dagboeken en brieven die zijn opgeslagen, en publieke documenten zoals bijvoorbeeld speeches van politici.
Massa communicatie archieven
bevatten boeken, tweets, instagram of facebook posts, films, televisieprogramma’s, kranten etc.
Content analyse
is de systematische analyse van bestaande documenten. Zoals systematische observatie, vereist content analyse het bedenken van coderingssystemen die beoordelaars kunnen gebruiken om de informatie in de documenten te kwantificeren.
Enquêteonderzoek
bevat het gebruiken van vragenlijsten en interviews om mensen om informatie te vragen over zichzelf – hun attitudes, geloven, demografische gegevens en verleden of toekomstig gedrag.
Vragenlijsten zijn een veelvoorkomende en belangrijke methode voor het bestuderen van gedrag. In onderzoek, zijn veel belangrijke variabelen het makkelijkst te bestuderen door het gebruiken van vragenlijsten of interviews.