Week 4 Evalueren van onderzoek Flashcards
steekproef
Met een goede steekproef kan je de informatie verkregen van deelnemers gebruiken om de karakteristieken te schatten van de populatie als algeheel.
populatie
De populatie bestaat uit alle individuen die interessant zijn voor de onderzoeker.
betrouwbaarheidsinterval
Een betrouwbaarheidsinterval is een intervalschatting voor een parameter. Bijvoorbeeld de betrouwbaarheid dat de populatiewaarde tussen 58% (61-3) en 64% (61+3) ligt. Het betrouwbaarheidsinterval geeft informatie over de waarschijnlijke hoeveelheid error. De formele term hiervoor is steekproef error, of foutmarge. Hoe dichterbij je bent om de gehele populatie te bevragen, hoe accurater de schatting van het antwoord kan zijn. De grootte van het betrouwbaarheidsinterval wordt door verschillende factoren bepaald, maar het belangrijkste is de steekproefgrootte.
Steekproefgrootte is niet een vast percentage van de populatiegrootte.
Sampling Techniques
Er zijn 2 brede categorieën voor het nemen van steekproeven van een populatie:
• Kanssteekproeven: elke lid van de populatie heeft een specificeerbare waarschijnlijkheid (kans) om gekozen te worden. Dit is nodig wanneer je precieze uitspraken wil doen over een specifieke populatie.
• Niet-kanssteekproeven: de waarschijnlijkheid (kans) van gekozen worden van elk lid van de populatie is niet bekend. Dit wordt vaak gebruikt en is bruikbaar in veel omstandigheden.
Enkelvoudige aselecte steekproef (Simple Random Sampling)
(kanssteekproef). Hierbij heeft elk lid van de populatie een even grote kans om geselecteerd te worden voor de steekproef.
Voordeel: representatief voor de populatie.
Nadeel: kan meer kosten. kan moeilijk zijn om de volledige lijst van alle leden van een populatie te krijgen.
Gestratificeerde aselecte steekproef (Stratified Random Sampling)
(kanssteekproef).
Strata: deelpopulaties
Ook kleine deelpopulaties vertegenwoordigd
Steekproefkader: vorm van administratie waarin alle leden van de populatie zijn geregistreerd
Ook kenmerken van de deelpopulaties om te stratificeren
Proportioneel: als het aandeel van de deelpopulatie in de steekproef gelijk is aan het aandeel in de populatie als geheel
Een meer ingewikkeldere procedure. De populatie wordt opgedeeld in subgroepen (ook wel bekend als strata/lagen), en dan worden willekeurige steekproeftechnieken gebruikt om leden te selecteren van elk stratum. Elke hoeveelheid van dimensies zou gebruikt kunnen worden om de populatie te verdelen, maar de dimensies gekozen moeten relevant zijn voor het onderwerp van het onderzoek. Haarkleur voor een politiek onderwerp is bijvoorbeeld niet goed.
Dit is handig omdat het een ingebouwde verzekering heeft dat de steekproef nauwkeurig de numerieke samenstelling van de verschillende subgroepen weergeven. Dit is vooral belangrijk wanneer sommige subgroepen kleine percentages weergeven in de populatie.
Voordeel: representatief voor de populatie.
Nadeel: kan meer kosten. kan moeilijk zijn om de volledige lijst van alle leden van een populatie te krijgen.
Clustersteekproef (Cluster Sampling)
(kanssteekproef). • Clusters van personen identificeren • Aselecte selectie van clusters • Personen in de clusters worden deelnemer Geen lijst van deelnemers.
Kan gebruikt worden als het moeilijk is om een lijst te krijgen met alle leden van een populatie: dit is het grootste voordeel van deze vorm. In plaats van het kiezen van een steekproef op gerandomiseerde wijze van een lijst, kan de onderzoeker clusters van individuen identificeren en dan een steekproef maken van deze clusters.
Voordeel: Onderzoeker hoeft niet van een lijst een steekproef te halen om een volledige random steekproef te maken.
Nadeel: Kan meer kosten.
Kan moeilijk zijn om de volledige lijst van alle leden van een random gekozen cluster te krijgen.
(Gemakssteekproef) Haphazard of convenience Sampling
(niet-kanssteekproef) Een bekende vorm van niet-kanssteekproeven. Convenience sampling zou ‘neem-ze-waar-je-ze-vindt’-methode kunnen worden genoemd ten aanzien van het verkrijgen van deelnemers. Bijvoorbeeld het staan bij de uni-bushalte en de mensen vragen die langskomen. Dit is een procedure waarbij bias snel kan ontstaan, en een inaccurate weergave geven van de populatie.
Voordeel: goedkoop, efficiënt en makkelijk.
Nadeel: grote kans dat er bias komen; resultaten kunnen mogelijk niet gegeneraliseerd worden naar de bedoelde populatie.
Doelgerichte steekproef (Purposive Sampling)
Het doel is om een steekproef te verkrijgen van mensen die aan een bepaalde vooraf bepaalde criteria voldoen. Bijvoorbeeld bij een bioscoop mensen vragen voor een vragenlijst, en dan alleen de mensen onder de 30. Dit is een goede manier om de steekproef te limiteren naar een bepaalde groep mensen. Dit is echter geen kanssteekproef want selectie wordt bepaald door gemak.
Voordeel: steekproef bevat alleen de typen individuen waar je geïnteresseerd in bent.
Nadeel: grote kans dat er bias komen; resultaten kunnen mogelijk niet gegeneraliseerd worden naar de bedoelde populatie.
Quotasteekproef (Quota Sampling)
Een onderzoeker die deze techniek gebruikt, kiest een steekproef die de numerieke compositie van verschillende subgroepen in de populatie reflecteert. Dit lijkt op stratified sampling, echter, vindt er geen random sampling plaats bij quota sampling. Je zou alsnog gemakstechnieken gebruiken. De steekproef reflecteert wel de numerieke compositie van de hele populatie, maar deelnemers binnen elke groep worden lukraak geselecteerd.
Voordeel: goedkoop, efficiënt en makkelijk.
Nadeel: grote kans dat er bias komen; resultaten kunnen mogelijk niet gegeneraliseerd worden naar de bedoelde populatie; geen methode voor het kiezen van individuen in de subgroepen.
Ookal wordt er random steekproeven gebruikt, bias kan via 2 bronnen worden geïntroduceerd:
het steekproefkader dat is gebruikt en slechte responspercentages.
Het steekproefkader
Het steekproefkader is de échte populatie van individuen (of clusters) waarvan een random steekproef wordt gemaakt. Je merkt al snel dat het zeldzaam voorkomt dat dit perfect overeenkomt met je populatie. Als je bijvoorbeeld dokters wilt gebruiken en je alleen de dokters gebruikt in je telefoonboek. Je schakelt dan andere groepen dokters uit. Wanneer je de resultaten van je onderzoek evalueert, moet je overwegen hoe goed het steekproefkader matcht met de populatie.
Het responspercentage (evalueren van een steekproef)
Het responspercentage in een onderzoek is simpelweg het percentage mensen wie geselecteerd werden in de steekproef en ook de vragenlijst hebben afgemaakt. Dit is belangrijk want het indiceert hoeveel bias er misschien is in de definitieve steekproef.
Veel onderzoek gebruikt niet-kanssteekproeftechnieken om deelnemers te verzamelen.
De voordelen hiervan zijn is dat deelnemers worden verzameld zonder veel geld of tijd te besteden aan het selecteren van – of verzamelen van data van – de steekproef. De voordelen wegen vaak meer dan de nadelen. In perspectief plaatsend: een random steekproef van de VS zegt alsnog niets over populaties van andere landen.
Generaliseren naar andere populaties: Vrijwilligers
Hier kan de externe validiteit gelimiteerd zijn omdat de data van vrijwilligers anders kan zijn dan wat verzameld zou zijn van een meer algemene steekproef. Als je vrijwilligers vraagt over goed buurmanschap, zou het feit dat ze vrijwillig willen meedoen aan de vragenlijst al een teken kunnen zijn van goed buurmanschap. Vrijwilligers verschillen op veel manieren van niet-vrijwilligers.