Week 3 Onderzoekdesigns III & Ethische kwesties in onderzoek Flashcards
Tegenwoordig stammen de richtlijnen van beide gedragsmatige en medische onderzoekers van de belmont report. De 3 basis ethische principes hiervan zijn:
1. Humaniteit (beneficence) Risk-benefit analyse Mogelijke risico’s 1) Fysieke of psychologische schade 2) Verlies van vertrouwelijkheid en privacy Belang van debriefing
2. Autonomie (respect for persons) Informed consent 1) Gebrek aan autonomie 2) Dwang 3) Achterhouden 4) Deceptie Belang van debriefing
- Rechtvaardigheid (justice)
Selectie van proefpersonen.
APA ethics code
Het presenteert 5 algemene principes die het gedrag van psychologen bepalen, deze worden gevolgd door specifieke standaarden die van toepassing zijn op elk van de grote activiteiten van psychologen inclusief onderzoek en publicatie. Ethische principes steunen en voeden gezonde wetenschap.
De 5 principes van APA Ethics code
Principe A: Beneficence en nonmaleficence: Net zoals bij Belmont refereert dit tot de noodzaak dat onderzoek de voordelen maximaliseert en de eventuele schadelijke effecten minimaliseert.
Principe B: Fidelity en responsibility: Psychologen brengen vertrouwensrelaties tot stand met wie ze werken. Ze zijn bewust van hun professionele en wetenschappelijke verantwoordelijkheden naar de maatschappij en de specifieke gemeenschappen waarin ze werken.
Principe C: integrity: Psychologen streven naar het bevorderen van nauwkeurigheid, eerlijkheid en waarheidsgetrouw in de wetenschap, het leren en oefenen van psychologie. In deze activiteiten stelen, misleiden, frauderen, uitvluchten of opzettelijke verkeerde voorstelling van feiten psychologen niet.
Principe D: justice: net zoals in het Belmont report refereert dit naar eerlijkheid en rechtvaardigheid.
Principe E: respect for people’s Rights and dignity: net zoals in het Belmont report refereert dit naar het respecteren van mensen hun waardigheid, hun rechten op privacy, vertrouwelijkheid en zelfdeterminatie. Psychologen zijn zich bewust dat speciale beveiligingen nodig zijn om de rechten en welzijn van mensen of gemeenschappen te beschermen waarvan kwetsbaarheden hun autonome besluitvorming belemmeren.
Risico’s in gedragsonderzoek
Fysiek leed: denk aan luid geluid, extreme warme of koude temperaturen of slaaptekort. Deze risico’s zouden veel aandacht moeten krijgen om ze ethisch acceptabel te maken. Daarnaast moeten er duidelijke voordelen tegenover staan die zwaarder wegen dan de risico’s.
Stress en distress: denk aan het Milgram experiment, of wanneer onderzoekers mensen ongunstige feedback geven over hun persoonlijkheid of mogelijkheden. Of het vragen naar traumatische ervaringen van iemand. Bij zulke procedures moet de onderzoeker zich afvragen of alle veiligheidsmogelijkheden zijn genomen om deelnemers te helpen met hun stress. Vertrouwelijkheid en privacy: Het verliezen van verwachte privacy en vertrouwelijkheid is ook een risico. Vertrouwelijkheid is een probleem als de onderzoeker de respondenten heeft verzekerd dat de verzamelde data alleen toegankelijk is tot de onderzoeker, en dit vervolgens niet zo is. In de meeste gevallen proberen onderzoekers vertrouwelijkheidsproblemen te voorkomen door alle reacties compleet anoniem te maken.
Privacy is een probleem wanneer, zonder de deelnemer zijn toestemming, de onderzoeker informatie verzamelt onder de omstandigheden dat de deelnemer denkt privé te zijn.
Informed consent
potentiële deelnemers van een onderzoek zijn voorzien van alle informatie dat misschien de actieve beslissing om wel of niet mee te doen aan het onderzoek kan beïnvloeden.
De inhoud van een informed consent
(1) het doel van het onderzoek vertellen, (2) de procedures die gebruikt zullen worden, inclusief de tijd vertellen, (3) de risico’s en voordelen vertellen, (4) enige compensatie, (5) vertrouwelijkheid, (6) zekerheid van vrijwillige deelname en toestemming om je terug te trekken, en (7) contact informatie voor vragen.
Achterhouden van informatie en deceptie
Het is over het algemeen acceptabel om informatie achter te houden wanneer het onderzoek is aangemerkt als minimaal risico, de informatie niet de keuze om mee te doen beïnvloed en wanneer de informatie later wél wordt gegeven, meestal in een nabespreking wanneer het onderzoek afgerond is.
deceptie/misleiding
actieve verkeerde voorstelling van informatie over de aard van het onderzoek.
Het belang van een nabespreking
Een nabespreking vindt plaats na afronding van het onderzoek, en bevat een verklaring van de doelen van het onderzoek naar de deelnemers nadat ze hebben meegedaan. Het is een mogelijkheid voor de onderzoeker om zaken zoals achterhouding van informatie, misleiding en potentiële schadelijke gevolgen van deelname te bespreken. Dit is een manier om de APA Ethics Code richtlijnen te volgen.
Daarnaast geeft een nabespreking de mogelijkheid om het doel van het onderzoek te bespreken en de deelnemers te vertellen wat voor een resultaten te verwachten zijn en mogelijk de praktische implicaties van de resultaten te bespreken. Het nabespreken heeft dus een educatief en ethisch doel.
Minimaal risico
betekent dat de risico van schade voor deelnemers niet groter zijn dan alledaagse risico’s. Als de procedure van het onderzoek door het IRB beoordeeld wordt als niet groter dan minimaal risico, dan kwalificeert het onderzoek voor een van de drie niveaus van beoordeling: vrijgestelde beoordeling, versnelde beoordeling of beperkte beoordeling. Als een project beoordeeld wordt als groter dan minimaal risico, dan is er een volledige board beoordeling nodig.
Vrijgestelde boordeling
is een vrijstelling van de meer rigoreuze beoordelingsvereisen van de federale regulaties. Zulk onderzoek moet binnen een van de vrijgestelde onderzoekcategorieën vallen. Voorbeelden van onderzoeken met vrijgestelde beoordeling bevatten:
• Onderzoek uitgevoerd in educationele omgevingen dat geen nadelig effect heeft op leermogelijkheden.
• Onderzoek dat alleen cognitieve testen, vragenlijsten, interviews of observatie van publiekelijk gedrag bevat.
• Onderzoek dat goedaardige gedragsinterventies bevat met volwassen deelnemers wie de mogelijkheid hebben om hun toestemming voor deelname te geven.
• Het gebruik van secundaire data. Dit bevat informatie die al bestaat en wat eerder is verzameld voor non-onderzoeksdoelen of als deel van een onderzoek waarbij informed consent is verkregen. De data moet publiekelijk verkrijgbaar zijn en de identiteit van de deelnemers kan niet worden vastgesteld.
Versnelde beoordeling
van toepassing op onderzoek dat minimaal risico bevat maar niet in de categorieën past van vrijgestelde beoordeling. Veel onderzoeken met een versnelde beoordeling is biologisch of medisch; het bevat ook onderzoeksprocedures die vaak gebruikt worden bij gedragsonderzoekers. Deze procedures bevatten:
• Bloedmonsters met limitaties op de hoeveelheid, regelmatigheid van het nemen van monsters, karakteristieken van de deelnemers.
• Het nemen van biologische exemplaren zoals haar, zweet en huidcellen.
• Veelvoorkomende fysieke metingen waarbij gezonde volwassenen worden gebruikt, zoals hartslag, spierspanning, bloeddruk.
• Data van stem, video, digitaal of foto opnames.
• Onderzoek in individuele of groep karakteristieken of gedrag of onderzoek met behulp van een vragenlijst, interview, mondelinge geschiedenis, focusgroep, programma evaluatie, menselijke factoren evaluatie of kwaliteitsborgingsmethoden.
Beperkte beoordeling
onderzoeken die goedaardige gedragsinterventies bevatten waarvoor gevoelige data verzameld wordt van volwassen deelnemers onder de omstandigheden dat deelnemers moeten worden geïdentificeerd.
Volledige board beoordeling
Elke onderzoeksprocedure die deelnemers een groter risico geven dan minimaal wordt blootgesteld aan een volledige beoordeling door de IRB. Zulke beoordelingen zijn uitgebreider en kosten meer tijd.
Onderzoek met dieren
Onderzoekers gebruiken dieren voor verschillende redenen: onderzoekers kunnen de omgevingscondities goed controleren van dieren, ze kunnen dezelfde dieren over een lange periode bestuderen, en kunnen hun gedragingen 24-uur per dag monitoren als dit nodig is. De hoeveelheid onderzoek dat gedaan wordt met dieren daalt stabiel. Dit komt deels door de groeiende interesse in het uitvoeren van cognitief onderzoek met mensen. Onderzoek met dieren moet enige wreedheid voorkomen in de vorm van onnodige pijn voor het dier.
Er zijn 2 soorten misrepresentatie
fraude en plagiaat.
fraude
Het verzinnen van data is fraude. Gelukkig is dit erg zeldzaam in de psychologie. In de meeste gevallen is fraude gedetecteerd wanneer andere wetenschappers het resultaat van een onderzoek niet kunnen repliceren. Het is tegenwoordig ook steeds makkelijker om fraude op te sporen, en wetenschappers weten dat hun reputaties en carrières daarmee op het spel staan. Toch doen sommigen het omdat er in sommige banen extreme druk is om indrukwekkende resultaten te leveren. Een andere reden is omdat men een faalangst heeft, met daarnaast een grote nood voor succes en bewondering.