Week 5 Flashcards
Aan welke pathologieën zou je nog meer
kunnen denken die verantwoordelijk zijn voor
de pijn in de liesregio?
•Op basis van leeftijd, geslacht en de relatief langzame progressie staat coxartrose hoog in de DD (primair of secundair). •Bursitis trochanterica, subglutealis Avasculaire necrose: (kan eenzelfde presentatie hebben als coxartrose; er is echter geen recent trauma; geen glucocorticoïden). Radiculair syndroom. Metastase van een bottumor: boven de 50 jaar zie je eerder een metastase dan een primair bottumor (deze is een stuk zeldzamer) Fractuur ( er kan een geïnclaveerde collumfractuur zijn (skelet kan door osteoporose minder sterk zijn.
Beschrijf het proces van het plaatsen van een
nieuwe “kop” bij een coxartrose en probeer
inzicht te krijgen in het aantal, op deze manier
uitgevoerde operaties
De kop wordt niet afgezaagd, maar
gedeeltelijk weg gefreesd en bedekt met een
metalen kop. In het bekken wordt een cup
geplaatst. Door het plaatsen van een wat
grotere kop is er minder kans op luxatie. De
kop en de kom kunnen beiden van metaal zijn
en dat kan problemen veroorzaken (zie artikel
in SHL Thema 10 week 5 deel 1)
Jaarlijks worden in Nederland circa 23.000
keer een nieuw heupgewricht geplaatst bij
patiënten.
Degeneratieve veranderingen aan gewrichten zijn een gevolg van fysiologische veranderingen
binnen het lichaam. In “normale” situaties verwachten we deze processen niet voor ons 50e
levensjaar. Toch kan het voorkomen dat mensen last krijgen van bijvoorbeeld hun heupen die
terug te voeren zijn op degeneratieve veranderingen, voor hun 50e jaar. Noem een 5 tal
mogelijke oorzaken.
Mogelijke oorzaken kunnen zijn (op jongere leeftijd doorgemaakte):
1. een purulente coxitis
2. epifysiolysis capitis femoris
3. morbus perthes
4. heupdysplasie.
5. en natuurlijk op alle leeftijden: traumata’s/fracturen van heup en de hele onderste
extremiteit wat leidt tot eerdere arthrotische veranderingen rond de heup kop
Purulente coxitis: = Acute bacteriële ontsteking van het heupgewricht.
Bij zuigeling:
oernstig ziek/hoge koorts;
oHet heupgewricht is zeer pijnlijk
oSoms weke delen zwelling/roodheid in de lies
oBeeld is vaak niet duidelijk.
Vloeistof ophoping binnen gewricht geeft binnen 24 uur een irreversibele necrose van de
epifyse en de schijf van het proximale femur.
Pus op het gewrichtskraakbeen is destructief.
Deze 2 leiden tot verlies van de epifyse en een (sub)luxatie
Bij hogere leeftijd leidt dit tot beenlengte verlies tot max. 15 cm.
Diagnostiek:
oOorzaak vaak heamatogeen
oOf metafysaire osteomyelitis
oVia echografie (intraarticulaire vochtophoping en kapselverdikking en subperiostaal abces)
oRö foto in acute fase is nog negatief.
oBact. Onderzoek (BSE slechts in helft van de gevallen in het begin positief).
Behandeling:
Aspiratie van het heupgewricht (zo snel mogelijk, bij verhoogde leucocyten)
Daarna intraveneus antibiotica
Prognose:
kan ondanks positieve therapie nog jaren later groeistoornissen geven. Deformatie van het
proximale femur leidt tot coxartrose op jong volwassen leeftijd.
Coxitis Fugax:
Oorzaak:
oonbekend; meestal 1- zijdige voorbijgaande prikkeling van het kapsel van het
heupgewricht.
oIn de helft van de gevallen is er vaak een virale infectie van de luchtwegen of maagdarm
kanaal geweest; of trauma.
Klin beeld:
oInterm. Pijn in heupgewricht, boven been of zelfs knie
oMank lopen, trekken met het been
oOf niet op been willen staan/lopen
oPatiënt is meestal niet ziek
Diagnostiek:
oBew. Bep in abductie en rotatie richting (caps. patroon).
oHydrops in heupgewricht (echo); Rö foto
ois (-).
oVan belang is een ernstiger aandoening uit te sluiten (M. Perthes; purulente artritis)
Behandeling:
oConservatief, Resultaat goed
oNa 2 a 3 weken zijn de symptomen verdwenen.
oNiet lopen (rust voor gewricht)
oKlinische opname en tractie behandeling is zelden noodzakelijk.
oIn 5% van de gevallen treed later M. Perthes op; of juveniele RA of bact. Artritis.
M. Perthes: (Perthes-Legg-Calvé-Waldenström)
Klinische verschijnselen:
o4-8jaar jongens 4:meisjes 1
oMank lopen, pijn heup, niet op been willen staan = zelfde als coxitis fugax,
oRö foto: deformatie van de heupkop (coxa plana); in voor/achter richting
o15% van de gevallen dubbelzijdig (vaak na elkaar)
oEchografie: hydrops en zwelling
Oorzaak:
oNecrose van een deel van het bot van de prox. Femur epifyse door een tijdelijke
onderbreking van de bloedcirculatie (oorzaak van dit fenomeen is onbekend)
oGewrichtskraakbeen, wel groeiachterstand, blijft goed door voeding vanuit de synoviale
vloeistof.
oBij kinderen natuurlijke reparatie: afbraak dode bot > vervangen door nieuw bot (duur 1- 2
jaar).
oIn deze 1- 2 jaar wel minder sterke heupkop> kan leiden tot deformatie.
Behandeling:
oIs afhankelijk van de leeftijd van ontstaan
oAfhankelijk van de uitgebreidheid van de necrose
oIn iedergeval: opheffen van de pijn en vergroten van de beweeglijkheid.
oBij 50% geen actieve behandeling nodig
oBij 50% ter behandeling van deformatie (= containment verlies en de lateralisatie; bijv.
Door tractie in toenemende adductie.
oContainment behoud in de acute fase kan door:
o kind (4-6jr): orthese; heup in abductie houden.
o kind (7-10 jr.): door variserende femur osteotomie.
Diagnostiek:
oAfwijkend loop patroon; soms een positieve Trendelenburg en een bew. Bep. In de heup van
abductie en rotaties
oAdductie contractuur kan beenlengte verschil geven.
oBij 2 zijdige afwijking denken aan: skeletdysplasie of hypothyroïdie
oIndeling van Caterall:
1. initiële fase= verbreding van de gewrichtsspleet
2. sclerotische fase
3. fragmentatie fase
4. herstelfase.
Heupdysplasie:
Complicaties
Verhoogd risico bij afwijkende anatomie, kan leiden tot invaliderende coxartrose op latere
leeftijd.
Tijdige herkenning en adequate behandeling op jonge leeftijd is dus noodzakelijk.
Fracturen onderste extremiteit:
Ontstaan van onder meer coxartrose en gonartrose op basis van veranderde statiek
Bij welke problematische handelingen verwacht
jij dat een patient met heupklachten op basis
van degeneratieve veranderingen problemen zal
krijgen; verklaar je antwoord.
Mogelijke problemen zijn te verwachten bij:
voorover buigen; schoenen aantrekken; gaan
opstaan vanuit een diepere stoel ed. Als
mogelijke verklaring zou het ontstaan van het
capsulaire patroon in de heup genoemd
kunnen worden.
Beschrijf het klinische beeld bij een patient met
een gonartrose
• Pijn ↑ bij gebruik/belasting • Pijn • Startstijfheid en pijnlijk • Loopafstand ↓ • Eventueel zwelling • Geluid (crepitaties) • Synoviale vochttoename (hydrops) • Afname van bewegelijkheid • Vaak golvend verloop • Eventueel slotklachten • Vaak varus stand • Giving way. (intrinsieke beschermingsreflex)