Week 5 Flashcards
Kostengedrag
Hoe en waarom kosten reageren op een verandering in productievolume.
Soorten kosten
- Vaste kosten: blijven ondanks het productievolume hetzelfde.
- Variabele kosten: kosten die veranderen met het productievolume.
- Semi vaste kosten: veranderen bij productie intervallen.
Variabele kosten
In de realiteit is de lijn van variabele kosten niet recht: eerst is er een hele steile groei, dan loopt de lijn op de “trend”, dit noem je de relevant range en tot slot is er weer een steile groei.
Gemengde kosten
Bij gemengde kosten zitten vaste en variabele kosten gemixt. Hier gebruik je de hoog laag methode voor:
- Je krijgt data met de kosten en het productieniveau. Je kijkt naar het hoogste en laagste niveau.
- Het variabele deel: verschil in kosten/verschil in activiteiten.
- Vaste deel: restant na aftrek variabele kost.
- Kostenfunctie (totale kosten) = vast + variabel * q.
Breakeven (BE)/cost volume profit analyse
De break-even zit op het punt waarbij de kosten en opbrengsten gelijk aan elkaar zijn.
De analyse definieert de relatie tussen kosten, hoeveelheid en korte termijn operationele winst.
Contributie marge (ratio)
Contributiemarge = prijs - variabele kosten.
Contributiemarge ratio = contributiemarge / verkoopprijs. Dus (p-v)/p
Veiligheidsmarge
De afstand van de break even. Hoe veel procent mag je afzet nog dalen tot je winst gelijk is aan 0?
= afstand tot break even / totale afzet. (deel / geheel)
Formules break-even
- Break-even hoeveelheid = vaste kosten / contributiemarge.
- Break-even omzet = break even hoeveelheid * verkoopprijs.
Incrementele analyse
De financiële en niet financiële gevolgen van beslissingen spelen hierbij een rol.
Historische kosten
Kosten die je in het verleden hebt gemaakt.
Relevante kosten/opbrengsten
Kosten of opbrengsten die veranderen als gevolg van het maken van een beslissing.
Sunk costs
Kosten uit het verleden. Deze veranderen niet meer en kunnen ook niet veranderd worden door een beslissing.
Opportuniteitskosten
Verloren voordelen van de beste niet-gekozen optie.
Competitieve markt
Een markt met veel aanbieders. Maakt gebruik van target costing: aan welke verkoopprijs moet de productie voldoen?
Monopolie/oligopolie
Minder aanbieders. Maakt gebruik van cost-plus pricing. De aanbieders kijken hoe veel het proces kost en welke winstmarge ze daarop willen behalen.
Operationele hefboom
De mate waarin netto winst van een bedrijf reageert op een bepaalde verandering in de omzet. Dit hangt ervan af in hoeverre je kosten bestaan uit vaste of variabele kosten.
Operationele hefboom = contributiemarge/winst.
Hoe hoger de operationele hefboom, hoe sneller de stijging of daling van de winst bij een verandering in de omzet.
Contributiemarge per eenheid van de beperkende factor
= contributiemarge / productietijd.
Relevante informatie
- Accuraat
- Toekomstig
- Differentiërend