Week 5 Flashcards

1
Q

Is de hiv-patiënt besmettelijk als hij/zij adequaat wordt behandeld?

A

Nee→ er is geen virus detecteerbaar in het bloed.
U=U of O=O (ondetecteerbaar = onbesmettelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer begin je met het behandelen van hiv en hoe lang duurt deze behandeling?

A

Begin zsm. na diagnose→ in principe levenslang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de 90-90-90 doel in?

A

90% weet dat ze hiv hebben.
90% daarvan wordt adequaat behandeld.
90% daarvan heeft een onmeetbare virale load.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verloopt het natuurlijke beloop van een hiv-infectie?

A
  1. Acute hiv-infectie
  2. Latente infectie
  3. Aids
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe infecteert hiv een cel?

A

Via CCR5-coreceptor of CXCR-4 coreceptor dringt hiv de CD4+ T-lymfocyt binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke behandelingen hebben we voor hiv?

A
  • ART
  • cART
  • HAART
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de gouden standaard om te bepalen of het virus infectieus is?

A

Bepalen of het virus replicatie-competent is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke factoren bepalen de duur van de besmettelijkheid?

A
  1. Duur symptomen: hoe langer, hoe lager de kans op infectieuze virus.
  2. Virale load: hoe hoger, hoe hoger de kans op infectieuze virus.
  3. Aanwezigheid neutraliserende antistoffen in het bloed.
  4. Immuunstatus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waneer kan isolatie gestopt worden bij een positieve PCR?

A
  • Virale load <10^4 IU/mL
  • Aanwezigheid van neutraliserende antistoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Via welke 2 mechanismen treden mutaties op bij een virus?

A
  1. Meer infectieus worden.
  2. Ontsnappen aan het immuunsysteem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de incubatietijd?

A

Tijd tussen besmetting en symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer vindt de verticale transmissie (moeder op kind) van hiv plaats?

A
  • Rondom de bevalling
  • Zelden intra-uterien
  • Soms via borstvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly