Week 4: urbanisatie Flashcards

1
Q

Voordelen stad beschouwen o.b.v. populatiegrootte

A
  • Objectief
  • Makkelijk te meten
  • Hoge correlatie met andere indicatoren die steden onderscheiden van dorpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken van een stad (Weber)

A
  1. Groot inwonersaantal
  2. Dichtbevolkt
  3. Specialisatie in werk en permanente markten
  4. Onpersoonlijke relaties en rationele relaties onderling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gentrificatie

A

Proces van opwaardering van een buurt op sociaal, cultureel en economisch gebeid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is concentric zone model niet op alle steden toepasbaar?

A
  • Geografische kenmerken
  • Historische en culturele ontwikkelingen
  • Melting pilots
  • Verbeteringen in communicatie & transportatie
  • Stadsplanning en beleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nadelige kenmerken van steden

A
  • Strong ties vs. weak ties
  • Competitie vs. cooperatie
  • Overmatige stimulatie
  • Blase attitude
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lost community perspectief

A

Toenemende mobiliteit heeft contacten in de buurt minder belangrijk gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Saved community perspectief

A

Globalisatie en individualisatie leiden tot groter belang van buurtcontacten, gezien lokale contacten steeds meer als prettig en veilig worden beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly