Week 2: migratie Flashcards
1
Q
Push factoren
A
Negatieve omstandigheden: factoren die aanzetten om te migreren.
2
Q
Pull factoren
A
Positieve omstandigheden: factoren die mensen aantrekken om te migreren.
3
Q
Hoe kan je migratiestromen classificeren?
A
- Economische factoren
- Culturele verklaringen
- Sociale verklaringen
4
Q
Cumulatieve causatie
A
‘Causation is cumulative in the sense that each act of migration alters the social context whitin wich subsequent migration decisions are made, typically in ways that make additional migration more likely’
5
Q
Wat is causaliteit?
A
- Samenhang tussen twee variabelen
- Geen schijnverband
- Temporele ordening
- Goede theorie