Week 4, leukemieen Flashcards
1
Q
Leukemieen hebben te maken met aandoeningen van leukocyten (wbc)
A
2
Q
hoe onstaat leukemie
A
- wnr de controle over rijpingsproces van stamcel tot wbc ergens ontspoort.
- oorzaak genetische verandering in enkele cel
3
Q
Gevolg leukemie
A
- cellen ongecontroleerd delen
- cellen rijpen niet goed tot funct wbc
- door ongeremde dling gaan wbc beenmerg overnemen, geen plek voor rbc en bloedplaatjes.
3
Q
Symptomen leukemie
A
- bloedarmoede
- meer infecties en bloedingen
- stollingsproblemen
4
Q
Welke soorten Leukemie
A
- ALL
- AML
- CLL
- CML
5
Q
wat zijn lymfocyten en myelocyten
A
lymfocyten = T of B cellen
myelocyten = mono of granulocyten
6
Q
Wat is acute leukemie
A
- bloedkanker die zich snel ontwikkelt
- hierbij expolosieve groei van kwadaardige leukemiecellen, blasten.
7
Q
Bij acute leukemie worden normale cellen in beenmerg vervangen door blasten. gevolg= tekort aan gezonde bloedcellen
A
7
Q
wat is ALL en welke typen
A
- acute lymfatische leukemie
- 2 typen
1. voorloper B-cell ALL
2. voorloper T-cel ALL, vergroting van lymfeklier tussen longen en hart (kortademigheid)
8
Q
wat is immunotherapie
A
hierbij worden gemodificeerde T-cellen van patient gebruikt om kanker effectiever aanvallen
8
Q
wat is CLL
A
- chronische lymfatische leukemie
- vooral ouderen
- CLL betreft alleen cellen die aftsammen van B-lymfocyten.
- De verstoringen zijn in de verder ontwikkelde B-lymf
-ongeneesbaar
9
Q
CLL cellen zijn in bloed, drm veel wbc in bloed. CLL zeer sluipend en vaak per toeval ontdekt.
A
10
Q
Wat zijn symptomen CLL
A
- bloedarmoede
- toename infec/bloeding
- lymfeklier en miltvergoting
11
Q
Behandeling CLL
A
- chemo/immunotherapie
- prednison
- bestraling
12
Q
Wat is CML
A
- chronische myeloide leukemie
- groei van myeloide wbc ontregeld