Week 4 Federalisme Flashcards
Noem 4 verschillende staatsvormen
- eenheidsstaat
- de confederatie (statenbond)
- de federatie (bondstaat)
- de geregionaliseerde staat
Eenheidsstaat
Al het gezag ligt bij één centraal niveau ( Nederland en Engeland) er één centraal bestuur waar tevens wetgeving wordt gemaakt. Geen autonome deelstaten, wel provincies, gemeenten en regio’s. Uit Grondwet vloeien bevoegdheden voor decentralisatie.
De confederatie
Samenwerking van verschillende staten op basis van een verdrag. Dit is een verbond van soevereine staten, die gaan samenwerken om bepaalde taken te gaan uitvoeren.
Kenmerken:
- verschillende soevereine staten
- centrale coordinerende instantie
- gebasseerd op een verdrag
Soeverein
Soevereiniteit of souvereiniteit is het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
De federatie (bondstaat)
één staat met aparte deelstaten (VS). Distribution of powers.
Kenmerken:
- één staat met min of meer zelfstandige deelstaten
- Veelal exclusieve bevoegdheden
- gebaseerd op federale grondwet
Distribution of powers
Autonome deelstaten met hun eigen bevoegdheden, komt voor in een federatie
De geregionaliseerde staat
dit is geen eenheidsstaat en geen federatie (Spanje en Schotland). Dit zijn ‘ eenheidsstaten’ die geen echte deelstaten hebben, maar wel autonome regels. Een boorbeeld is Catalonië in Spanje. Catalonië bezit een eigen grondwet en bijzondere wetten voor regionale bevoegdheid.
Kenmerken:
- Eenheidsstaat
-Geen deelstaten, maar wel autonome regio’s
- soms regionale grondwetten
Is de Europese unie een confederatie
vandaag de dag is de Europese Unie een mengvorm van een federatie en confederatie.
Decentralisatie
Toedeling van bevoegdheden aan lagere publiekrechtelijke lichamen of organen van de staat.
deconcentratie
Hiermee wordt aangegeven of de centrale overheid haar bestuursbevoegdheden zelf uitoefent (concentratie) of laat uitoefenen door min of meer zelfstandige diensten of ambtenaren (deconcentratie). Het blijft dus nog steeds een taak van de staat. Kan via delegatie of attributie.
territoriale decentralisatie
bij territoriale decentralisatie krijgen de organen van een openbaar lichaam een algemene bevoegdheid tot wetgeving en bestuur op een deel van het grondgebied van de staat
functionele decentralisatie
Bij functionele decentralisatie wordt niet het territorium beperkt maar wordt het takenpakket beperkt.
mengvorm van decentralisatie
Waterschappen zijn zowel territoriaal als functioneel.
Machtenscheiding
de lagere overheden zijn ook verdeeld in wetgevend en uitvoerend om zo toe te komen aan het idee van machtenscheiding.
Checks and balances
er ligt net als opcentraal niveau meer macht bij het bestuur, naar als tegenhanger verantwoording en controle