Week 4 Flashcards

1
Q

Op welke twee manieren bekritiseert Hart Radbruch?

A

Laat het dilemma het dilemma zijn, er moet openlijk toegegeven worden dat er tussen twee kwade gekozen moet worden.

Daarnaast zegt Hart dat er een scheiding moet zijn tussen recht en moraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor dient een scheiding tussen recht en moraal?

A

Omwille van moreel pluralisme: wat rechtvaardig is is afhankelijk van verschillende opvattingen.

Omwille van het behoud van meerdere morele opvattingen, moet het gescheiden blijven. Om het bestaande recht te kunnen bekritiseren, is het nodig om een scheiding te hanteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Interpretatie van rechtsregels:

A
  • Standaard geval, gevestigde betekenis van de regel, rechter past het recht toe.
  • Grensgeval: schemerzone van de regel, rechter schept nieuw recht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Legisme?

A

De gedachte dat recht en wet samenhangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke formele rechtsbronnen erkennen we? (Rechtsbronnenleer)

A
  • De wet
  • Jurisprudentie
  • Ongeschreven recht (gewoonterecht)
  • Europees recht
  • Internationaal recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belangrijkste verschillen jurisprudentie en wet?

A

Rechterlijke uitspraken worden niet officieel bekend gemaakt, uitspraken zijn afkomstig van een orgaan dat wettelijk geen wetgevende taak heeft, uitspraken zijn in beginsel alleen bindend voor de partijen in dat concrete geval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aan welke voorwaarden moet gewoonterecht voldoen?

A
  • materiële voorwaarde (usu); de groep waarin de gewoonte bestaat, gedragen zich in principe volgens deze gewoonte.
  • intellectuele voorwaarde (opinio iuris necessititatis): de groepsleden vatten deze regel op als rechtsregel, als een behoren van juridische aard.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat draagt allemaal bij aan het internationale recht?

A

Verdragen, besluiten van internationale organisaties, gewoonterecht, algemene rechtsbeginselen, internationale jurisprudentie, doctrine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken british legal positivism?

A
  1. Law is the creation of human agents, human authority.
  2. The law as it is can be distinguished from notions of what the law ought to be.
  3. There are good practical reasons for distinguishing the law as it is, from what the law ought to be.
  4. It is possible to identify a set of formal criteria by which we may determine whether or not a rule or command is a law.
  5. There is no necessary connection between law and morality, though many laws are based on moral precepts.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly