WEEK 4 Flashcards

1
Q

WAARHEIDSPLICHT

A

WAARHEIDSPLICHT IN VERZOEKSCHRIFTPROCEDURES
art. 21 Rv

Hoge Raad: art. 21 Rv geldt ook in verzoekschriftprocedures
- art. 21 Rv werd lange tijd alleen in de dagvaardingsprocedures toegepast, hoewel het artikel in de algemene bepalingen staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

VAN MEEGEN HOLDING/ONTVANGER

A

INCIDENTELE VORDERINGEN: ALGEMEEN
Hoge Raad: uitleg over art. 209, eerste zin, Rv. De rechter kijkt eerst naar de incidentele vorderingen, daarna naar de hoofdzaak, maar alleen als de vordering daartoe dwingt. Als het kan wachten kan de rechter dit prima later doen

Hoge Raad: de regel dat incidentele vorderingen vóór de hoofdzaak moeten worden behandeld geldt alleen als:

  • het gaat om een incidentele vordering die IN DE WET staat, en
  • UIT DE WET BLIJKT dat daarop eerst moet worden beslist
    • zo NIET: de rechter mag het later behandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PROCESSUEEL ONDEELBARE RECHTSVERHOUDING

A

RECHTSVERHOUDING ERFGENAMEN
Rechtsverhouding tussen alle erfgenamen is ondeelbaar

Hoge Raad: als je verzuimt om alle erfgenamen in de procedure te betrekken, moet de rechter je de gelegenheid geven om die anderen alsnog op te roepen (in het geding te betrekken)

  • Toepassing van art. 118 Rv
  • Doe je dit niet: niet-ontvankelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly