Week 4+5 Flashcards
Formeel rechtspersoon
Opgericht door notariële akte door notaris, heeft statuten met interne regels en moet ingeschreven staan bij de KvK
Afgescheiden vermogen
Als er een aparte bankrekening is, zoals openbare maatschap, VOF en CV.
Rechtsfeit
Gebeurtenis met een rechtsgevolg
Objectief
rechtsregels
Subjectief
Objectief recht + rechtsfeit = Subjectief recht
Bloot rechtsfeit
Overkomt je, zoals geboorte en verjaring
Menselijke handeling
Onderverdeeld in rechtshandeling of feitelijke handeling/materiele daad
Rechtshandeling (wil + verklaring)
Onder te verdelen in eenzijdige rechtshandeling (wilsuiting van 1 persoon, testament bv.) en meerzijdige rechtshandeling (wilsuiting van meerdere mensen, ovk bv.)
Feitelijke handeling/materiele daad
Onder te verdelen in rechtmatige daad (niet in strijd met recht, zoals perongeluk betaling naar iemand anders overgemaakt) en in onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
Verbintenis
Juridische verplichting komt voort uit rechtshandeling (overeenkomsten) en uit de wet (feitelijke handeling, on/rechtmatige daad)
Natuurlijke verbintenis
Een verbintenis die niet in rechtte kan worden afgedwongen. Dus je kan niet naar de rechter. dit is o.a. met verjaring, gentleman’s agreement en dringende morele verplichting.
Arrest: Goudse Bouwmeester
Gaat over de dringende morele verplichting, waar iemand is omgekocht voor vergunning en uiteindelijk ontslagen is ondanks dat de werknemer het wel heeft teruggegeven. art. 6:3 BW
Nietige rechtshandeling
Heeft nooit bestaan, voldoet niet aan eisen. Afspreken om iemand te vermoorden mag niet volgens de wet bv. art. 3:40 BW
Vernietigbare rechtshandeling
Is in beginsel rechtsgeldig geweest totdat hij vernietigd is. Na vernietiging alsof het nooit heeft bestaan. Bedrog kan later worden vernietigd, als hier uiteindelijk toch sprake van bleek te zijn. art. 3:44 BW en 3:53 BW. Als titel niet meer geldig is heeft overdracht nooit bestaan, maar als het vernietigbaar is bestaat het nog wel.
Ontbinding
Heeft geen terugwerkende kracht, zoals vernietiging, dus tast de geldigheid van titel niet aan, maar komt met nieuwe verbintenis tot stand om het artikel terug te geven. art. 6:271 BW.