Week 1, 2 en 3 Flashcards
positief/objectief recht
geheel van rechtsregels
Subjectief recht
Toepassen van rechtsregels op een specifiek geval
Materieel recht
Geheel van rechten en plichten uit de wet, ik mag/moet.
Formeel recht
Procedurerecht, handhaven van regels.
Staatsrecht
Draait om de staat, besturing, bevoegdheden en verhoudingen.
Trias politica
Montesquieu, Niet alle macht aan 1 geven, wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Checks and balances: controleren van machten en toezicht houden.
Wetgevende macht
Taak: algemene regels, objectieve recht. wie: Formele wetgever (s/g + regering art. 81 GW).
Uitvoerende macht
Taak: Algemene regels op individuele toepassen, subjectief recht. wie: regering.
Rechtsprekende macht
Taak: lost conflicten op. Wie: rechterlijke macht. Onafhankelijkheid (benoeming voor het leven, art. 117 lid 1 GW) en ondergeschikt art. 117 lid 2 BW.
Regering
Ministerraad
Kabinet
art. 42 lid 1 GW, koningen en ministers.
Ministerraad zijn alle ministers samen art. 45 lid 1 GW.
Het kabinet zijn de ministers en staatssecretarissen.
Niet helemaal zuiver door 2 punten
- Uitvoerende en wetgevende macht staan niet los van elkaar, doordat regering medewetgever is (art. 81 GW) en koninklijke besluiten maakt (art. 89 lid 1 GW: AMvB’s en beschikkingen (klein KB).
- Rechter heeft soms ook bestuurlijke taken, zoals rechter iemand onder curatele stellen of mentorschap instellen.
Rechtsstaat
gebonden aan het recht, door legaliteitsbeginsel (geen straf, zonder wet), respecteren van grondrechten, machten scheiden en rechterlijke controle.
Parlementaire stelsel
verhouding tussen regering en parlement.
Onenigheid parlementaire stelsel?
Op basis van art. 64 GW mag regering 2e kamer ontbinden, maar aangezien dat tegen het democratische in gaat, is het nu een gewoonteregel-vertrouwensregel dat als 2e kamer geen vertrouwen in regering heeft, de regering opstapt.
Controle regering
Ministriele verantwoordelijkheid gebeurd door inlichtingenrecht art. 68 GW (vragen stellen) en door recht van enquete art. 70 GW (toeslagen affaire).
Soorten regelgeving van hoog naar laag
- wetten in formele zin (1e en 2e kamer art. 81 GW), 2.AMvB’s (art. 89 lid 1 en 2 GW door regeringen algemene regels KB: AMvB’s + beschikkingen (klein KB)) 3. ministeriële regeling (art.89 lid 4 GW) 4. Decentrale regelgeving (vordering). 2,3 en 4 vallen onder de bevoegdheid in formele zin.
Materiele zin
formele zin
materiele zin is als het algemene regels bevat zoals APV of burgerlijk wetboek. Inhoud
Formele zin is als het de Staten Generaal en regering samen zijn. Vorm
Totstandkoming wet in formele zin
- wetsvoorstel maken (art. 81 lid 1 GW, regering of TK) 2.Advies RvS (art. 73 lid 1 GW) 3.Bespreking TK (art. 83 GW) 5. Bekrachtiging regering (art. 87 GW).
Formele zin
vaak ‘bij wet’. Beantwoorden door: formele zin art. 81 GW, considerans: wij willem -> regering ex art. 42 GW, met gemeen overleg SG -> art. 81 GW en Rvs gehoord -> art. 73 lid 1 GW.
AMvB
Beantwoorden door AMvB art. 89 lid 1 GW, considerans: Wij, Beatrix art. 42 GW, Rvs gehoord art. 73 lid 1 GW, maar geen SG
Ministriele regelgeving
Hoeft regering en Rvs niet betrokken te zijn, staat vaak regeling en alleen minister art. 89 lid 4 BW.
Attributie/delegatie
Attributie: een geheel nieuwe bevoegdheid in het leven. Bij de wet en de wet bepaalt.
Delegatie: overdracht van bevoegdheid, elegans naar deklegataris. als er staat: bij of krachtens de wet, de wet regelt en de wet geef regels.
Subdelegatie: Nog een keer bevoegdheid overdragen. bij of krachtens
Voorrang van wetgeving
- Hogere regel gaat voor de lagere regel, hiervoor hiërarchie kennen: 1.Verdragen en besluiten internationale organisaties 2.Statuut 3.Grondwet 4.Wetten in formele zin 5.AMvB’s 6.ministriele regelingen 7. Gemeentelijke verordeningen.
- Nieuwe voor oude
- Speciale voor algemene (lex specialis)
Alles van hiërarchie aan elkaar toetsen, behalve
- Art. 120 GW formele zin niet toetsen aan grondwet.
2. Art. 94 GW formele zin niet toetsen aan statuut.
Absolute competentie
Wie? stap 1. rechtbank: art 42 RO Burgerlijk (overheidsorgaan kan ook bij burgerlijk indien er sprake is van objectum litis en fundamentum petendi, Guldemond/Noordwijkerhout), art. 43 RO Bestuur, art. 45 RO straf. Stap 2. Sector civiel of kanton -> art. 93 Rv sub a minder dan 25.000 b vermoeden minder c arbeidt-huur of consument d andere plek is het zo. Anders civiel
Relatieve competentie
waar? art. 99 lid 1 Rv hoofdregel is woonplaats van gedaagde. Uitzonderingen zijn arbeidszaken (art. 100 Rv plek van arbeid), consumentenzaken (art. 101 Rv woonplek eiser), OD (art. 102 Rv plek van OD), Onroerend goed (art. 103 Rv plek van onroerend goed) en Huurrecht (art 103 Rv alleen bij plek onroerend goed.)
Hoger beroep
art. 332 Rv bij een vordering onder de 1750 euro niet in hoger beroep.
Cassatie
waar? Hoge Raad art. 78 lid 1 wet RO in Den Haag.
Vonnis
Arrest
Beschikking
bestuursrecht
Bij rechter in 1e aanleg.
arrest bij gerechtshoven in hoger beroep en hoge raad.
beschikking is rechter in verzoekschriftprocedure.
Bestuursrecht is uitspraak