Week 1, 2 en 3 Flashcards

1
Q

positief/objectief recht

A

geheel van rechtsregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Subjectief recht

A

Toepassen van rechtsregels op een specifiek geval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Materieel recht

A

Geheel van rechten en plichten uit de wet, ik mag/moet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Formeel recht

A

Procedurerecht, handhaven van regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Staatsrecht

A

Draait om de staat, besturing, bevoegdheden en verhoudingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Trias politica

A

Montesquieu, Niet alle macht aan 1 geven, wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Checks and balances: controleren van machten en toezicht houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wetgevende macht

A

Taak: algemene regels, objectieve recht. wie: Formele wetgever (s/g + regering art. 81 GW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitvoerende macht

A

Taak: Algemene regels op individuele toepassen, subjectief recht. wie: regering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechtsprekende macht

A

Taak: lost conflicten op. Wie: rechterlijke macht. Onafhankelijkheid (benoeming voor het leven, art. 117 lid 1 GW) en ondergeschikt art. 117 lid 2 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Regering
Ministerraad
Kabinet

A

art. 42 lid 1 GW, koningen en ministers.
Ministerraad zijn alle ministers samen art. 45 lid 1 GW.
Het kabinet zijn de ministers en staatssecretarissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Niet helemaal zuiver door 2 punten

A
  1. Uitvoerende en wetgevende macht staan niet los van elkaar, doordat regering medewetgever is (art. 81 GW) en koninklijke besluiten maakt (art. 89 lid 1 GW: AMvB’s en beschikkingen (klein KB).
  2. Rechter heeft soms ook bestuurlijke taken, zoals rechter iemand onder curatele stellen of mentorschap instellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rechtsstaat

A

gebonden aan het recht, door legaliteitsbeginsel (geen straf, zonder wet), respecteren van grondrechten, machten scheiden en rechterlijke controle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Parlementaire stelsel

A

verhouding tussen regering en parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onenigheid parlementaire stelsel?

A

Op basis van art. 64 GW mag regering 2e kamer ontbinden, maar aangezien dat tegen het democratische in gaat, is het nu een gewoonteregel-vertrouwensregel dat als 2e kamer geen vertrouwen in regering heeft, de regering opstapt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Controle regering

A

Ministriele verantwoordelijkheid gebeurd door inlichtingenrecht art. 68 GW (vragen stellen) en door recht van enquete art. 70 GW (toeslagen affaire).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Soorten regelgeving van hoog naar laag

A
  1. wetten in formele zin (1e en 2e kamer art. 81 GW), 2.AMvB’s (art. 89 lid 1 en 2 GW door regeringen algemene regels KB: AMvB’s + beschikkingen (klein KB)) 3. ministeriële regeling (art.89 lid 4 GW) 4. Decentrale regelgeving (vordering). 2,3 en 4 vallen onder de bevoegdheid in formele zin.
17
Q

Materiele zin

formele zin

A

materiele zin is als het algemene regels bevat zoals APV of burgerlijk wetboek. Inhoud
Formele zin is als het de Staten Generaal en regering samen zijn. Vorm

18
Q

Totstandkoming wet in formele zin

A
  1. wetsvoorstel maken (art. 81 lid 1 GW, regering of TK) 2.Advies RvS (art. 73 lid 1 GW) 3.Bespreking TK (art. 83 GW) 5. Bekrachtiging regering (art. 87 GW).
19
Q

Formele zin

A

vaak ‘bij wet’. Beantwoorden door: formele zin art. 81 GW, considerans: wij willem -> regering ex art. 42 GW, met gemeen overleg SG -> art. 81 GW en Rvs gehoord -> art. 73 lid 1 GW.

20
Q

AMvB

A

Beantwoorden door AMvB art. 89 lid 1 GW, considerans: Wij, Beatrix art. 42 GW, Rvs gehoord art. 73 lid 1 GW, maar geen SG

21
Q

Ministriele regelgeving

A

Hoeft regering en Rvs niet betrokken te zijn, staat vaak regeling en alleen minister art. 89 lid 4 BW.

22
Q

Attributie/delegatie

A

Attributie: een geheel nieuwe bevoegdheid in het leven. Bij de wet en de wet bepaalt.
Delegatie: overdracht van bevoegdheid, elegans naar deklegataris. als er staat: bij of krachtens de wet, de wet regelt en de wet geef regels.
Subdelegatie: Nog een keer bevoegdheid overdragen. bij of krachtens

23
Q

Voorrang van wetgeving

A
  1. Hogere regel gaat voor de lagere regel, hiervoor hiërarchie kennen: 1.Verdragen en besluiten internationale organisaties 2.Statuut 3.Grondwet 4.Wetten in formele zin 5.AMvB’s 6.ministriele regelingen 7. Gemeentelijke verordeningen.
  2. Nieuwe voor oude
  3. Speciale voor algemene (lex specialis)
24
Q

Alles van hiërarchie aan elkaar toetsen, behalve

A
  1. Art. 120 GW formele zin niet toetsen aan grondwet.

2. Art. 94 GW formele zin niet toetsen aan statuut.

25
Q

Absolute competentie

A

Wie? stap 1. rechtbank: art 42 RO Burgerlijk (overheidsorgaan kan ook bij burgerlijk indien er sprake is van objectum litis en fundamentum petendi, Guldemond/Noordwijkerhout), art. 43 RO Bestuur, art. 45 RO straf. Stap 2. Sector civiel of kanton -> art. 93 Rv sub a minder dan 25.000 b vermoeden minder c arbeidt-huur of consument d andere plek is het zo. Anders civiel

26
Q

Relatieve competentie

A

waar? art. 99 lid 1 Rv hoofdregel is woonplaats van gedaagde. Uitzonderingen zijn arbeidszaken (art. 100 Rv plek van arbeid), consumentenzaken (art. 101 Rv woonplek eiser), OD (art. 102 Rv plek van OD), Onroerend goed (art. 103 Rv plek van onroerend goed) en Huurrecht (art 103 Rv alleen bij plek onroerend goed.)

27
Q

Hoger beroep

A

art. 332 Rv bij een vordering onder de 1750 euro niet in hoger beroep.

28
Q

Cassatie

A

waar? Hoge Raad art. 78 lid 1 wet RO in Den Haag.

29
Q

Vonnis
Arrest
Beschikking
bestuursrecht

A

Bij rechter in 1e aanleg.
arrest bij gerechtshoven in hoger beroep en hoge raad.
beschikking is rechter in verzoekschriftprocedure.
Bestuursrecht is uitspraak