Week 4 Flashcards
In welke tijd groepen kan je de infecties na transplantatie indelen?
< 1 maand: start immunosuppresiva
1 - 12 maanden: T-cellen goed onderdruk
> 12 maanden: laagste dosis immuunsuppresiva
Welke type ziekten komen voor bij de periode < 1 maand na transplantatie?
- donor derived: infectie van ontvanger door micro-organisme die mee zijn gegaan met orgaan
- nosocomiaal infectie: door het verblijf in ziekenhuis veroorzaakt:
- algemeen: pneumonie, wondinfectie, flebitis infuus, centrale lijn geassocieerde infectie, antibiotica geassocieerde infectie (clostrdium difficile)
- transplantatie specifiek: afhankelijk van type transplantatie
- recipient derived: ontvanger word ziek door eigen flora
- levertransplantatie: galweg gekoloniseerd met entrococcen en pseunomonas
- longtransplantatie: pt met CF: gekoloniseerd door zeer resistente bacterie door lang en uitgebreid AB gebruik
- niertransplantatie: kolonisatie nieren en blaas mer resistente bacterie
Welke type infecties kunnen voorkomen in periode van 1 tot 12 maanden na transplantatie?
- reactivatie latente infectie:
- viraal: BK, CMV, EBV, HEB B/C, HSA, VZV
- parasiet: leishmania, toxoplasma, strongyloides, trypanosome
- bacterieel ( intracellulair): Liberia, nocardia, mycobacterium tuberculosis
- Oppertunistische infecties: PJP (PCP), schimmelinfectie, adenovirus
Welke type infectie kunnen voorkomen in de periode van >12 maanden na transplantatie?
- community acquired: respiratoir virus, schimmel
- late intracellulaire infectie:
- viraal: CMV, JC, HSV, VZV
- bacterieel: TBC, nocarida, Liberia
- parasitair: toxoplasma
- maligniteiten:
- HPV: cervixcarcinoom
- EBV: lymfomen
- huidkanker (BCC)
Wat word bedoelt met de netto status van immunodeficientie?
kans op infectie na transplantatie niet alleen afhankelijk van immunosuppresiva maar ook van:
- eerdere therapie: AB, chemo
- barrière doorbraak: IV, katheter
- neutropenia of lymfopenie krijgen
- onderliggende immunodeficientie hebben
- metabole conditie: uremie, ondervoeding, cirrose, diabetes
- virale infectie: CMV, HCV
Wat is de presentatie van rejectie vooral?
functieverlies van orgaan
Op welke 2 manieren kan je de pathologie van rejectie indelen + karakteristieke afwijken per groep?
T-cel gemedieerde afstoting (TCMR):
- interstitieel infiltraat
- tubulitis
- vasculitis/arteritis
Antistof gemedieerde afstoting (ABMR):
- glomerulitis
- peritubulaire capillaritis
- vasculitis/artritis
- complement 4D depositie
Hoe gaat de behandeling van transplantatie afstoting?
Eerstelijns: 3 dagen methylprednisolol
tweedelijns:
- ATG (polyclonale antilichaam anti-T-cel globuline)
- alemtuzumab (monoklonale antilichaam)
ABMR: behandeling niet duidelijk, nu gegeven:
- bij aantoonbare antistoffen: plasmawisseling en IVIG
Wat zijn kenmerken van behandeling met ATG?
- polyklonale antilichamen tegen T-cellen
- gemaakt in: konijnen
- toediening: IV
- duur: 10-14 dagen geleiden op trombo’s en lymfe’s
- werkzaam: 1 jaar
- bijwerkingen: trombopenie, acute reacties (koorts, rillingen, ziek, spierpijn, longoedeem, meningitis), toename kans op infectie en kanker
Wat zijn kenmerken van behandeling met aletuzumab?
- monoklonale antistoffen
- gericht tegen: CD54 op T-cellen, B-cellen, NK-cellen, monocyten, macrofagen, DC
- gehumaniseerde antistoffen
- vaste dosis van 30 mg: 1 of 2 maal
- weinig bijwerkingen: soms koorts of lokale reactie
- zeer potent lentetermijn effect: T-cel deletie kan tot 36 maanden aanhouden
==> verhoogd risico op infecties - op dit moment 1e keuze bij afstoting
Wat zijn kenmerken van behandeling met IVIG?
- polyklonale antistoffen
- gemaakt in mens
- verschillende manieren werkzaam maar precieze mechanisme onduidelijk
- toediening: IV
- duur: 1-2 dagen
- weinig bijwerkingen
- lange termijn weinig complicaties
Heeft rejectie op lange termijn gevolgen voor transplantaat?
als nierfunctie na rejectiebehandeling op basisniveau komt, lijkt op middellange termijn GEEN effect op transplantatie overleving te hebben
Wat zijn strategieën om rejectie van transplantaat te voorkomen?
Antigenicteit van orgaan:
- HLA matching
- ischemie reperfusieschade voorkomen
- donor behandelen
activiteit van alloreactieve effector T-cel:
- immuunsuppressie
- bijkomende infectie (CMV) voorkomen
Wat betekend graf-versus-host?
Graft-versus-host = reactie van transplantaat tegen gezond weefsel van de patiënt
Bij welk type stamceltransplantatie komt graft-versus-host voor?
Allogeen hemaptoeitische stamceltransplantatie
Welke cellen veroorzaken graft-versus-hoste ziekte?
T-lymfocyten: vooral CD4+ T-helper
NK-cellen
Cytotoxische T-celeln
APC
Aan welke 3 voorwaarde moet worden voldaan om graft-versus-hoste ziekte te krijgen?
- transplantaat bevat immuuncompatente T-cellen
- donor en ontvanger zijn HLA-incompartibel
- ontvanger is immuunodeficient
Welke vormen van immuunreactie kunnen voorkomen bij graf-versus-hoste ziekte?
Directe alloreactiviteit: T-cel los van peptide MHC herkennen:
- 1-10% T-cellen is alloreactief
- krachtige reactie
Indirecte alloreactiviteit: peptide afkomstig van lichaamsvreemd MHC wordt gepresenteerd aan T-cel:
- minder krachtige reactie
Welke twee vormen van graf-versus-hoste ziekte zijn er?
acute graft-versus-hoste ziekte
chronische graft-versus-hoste ziekte
Wat is de pathogenese van acute graft-versus-hoste ziekte?
weefselschade door conditionering –> activatie APC van patient –> presentatie antigenen door APC aan donor T-cellen –> activatie donor T-cellen –> productie cytokiens –> toename weefselschade door cytotoxische T-cellen, NK-cellen en cytokines
Op welke plekken komt acute graft-versus-hoste ziekte veel voor?
- Huid: schilderingen tot blaarvorming of volledige afstoting
- gastro-intestinaal: epitheel verwijderen (diarree)
- lever: geelzucht
Bijkomende klachten: koorts en algehele malaise
Wat is de frequentie van acute graft-versus-hoste ziekte?
30-50%
Wat is de behandeling van acute graft-versus-hoste ziekte?
prednison
Wat zijn de plekken waar chronische graft-versus-hoste ziekte voor kan komen?
Kan heel diffuus voorkomen: meerdere organen bij betrokken
Geven vergelijkbaar beeld als auto-immuun ziekte
Wat is de frequentie van voorkomen van chronische graft-versus-hoste ziekte?
40-60%
Wat is de behandeling van chronische graft-versus-hoste ziekte?
Prednison: lagere dosis en langer gegeven dan bij acute vorm
Hoe kan je graft-versus-hoste ziekte voorkomen?
Depletie van T-cellen uit transplantaat voorafgaand aan transplantatie:
- nadeel: grote kans op recidief ziekte + verminderde kans aanslag van transplantaat
Behandeling patient met immunosuppressive middelen
Welk middel kan geven worden na allogene stamceltransplantatie om Graft-versus-hoste ziekte te voorkomen?
cyclofosfamide
krachtig tegen snelle proliferatie van T-cellen zonder bloedvormende stamcellen aan te pakken
Welke groepen immunosuppressiva heb je?
- glucocorticosteroiden
- anti-metabolics
- calcineurin blokkers
- JAK inhibitors
- NSAID’s
- thalidomines, hydroxychloroquine
- biologicals
Welke twee vormen van glucocorticosteroiden zijn er + hoeveel keer sterker zijn ze dan cortisol?
- prednison: 5x sterker dan cortisol
- dexamethason: 25x sterker dan cortisol
Wat zijn voordelen van dexamethason ten opzichte van prednison?
Dezamethason:
- haalt geen natrium terug uit de nier –> geen hypertensie veroorzaken
- kan over de placenta heen
Waar moet je altijd op letten als je >2 weken prednison hebt gebruikt?
na 2 weken prednison gebruik wordt bijnier atrofisch –> AFBOUWSCHEMA GEVEN
Hoeveel milligram prednison maakt de bijnier per dag?
bijnier: 3 mg prednison per dag
Wat zijn de effecten van glucocortiosteroiden?
- stress response
- regulatie glucose en vetmetabolisme
- anti-inflammatie
- immunosuppressief
- verhoogde bot resorptie
- vasculaire effecten
Immuunsysteem specifieke effecten:
- remmen inflammatoire mediatoren (cytokines, prostaglandine en NO)
- remmen cel migratie en adhesie
- inductie apoptose van leukocyten = LYMFOPENIE !!