Week 3 Nieren Flashcards
Wat zijn de 3 hoofdfuncties van de nieren?
- Filtratie en secretie van afvalstoffen uit het bloed
- Regulatie water en zout huishouding
- Hormoon productie
Wat zijn de 3 belangrijke hormonen die in de nier geproduceerd/geactiveerd worden?
- Renine
- Erythropoetine
- Activatie vitamine D3
Wat zijn, op volgorde, de delen van het nefron?
- Glomerulus
- Proximale tubulus
- Lis van Henle
- Distale tubulus
- Verzamelbuis
Wat zijn de functies van het mesangium?
- Fundament van de glomerulus
- Reguleert hydrostatische druk door contractie
- Fagocytosis van moleculen in GBM
- Immuun regulatie van cytokines
Waaraan is een podocyt te herkennen?
Pootjes (pedicels) vanuit de cel richting het centrum van de glomerulus. Zit altijd aan uiteinde van een glomerulus. Donkere celkern.
Uit welke 3 stoffen bestaat het glomerulaire basaalmembraan?
- Collageen type IV
- Laminine
- Proteoglycanen
Wat is een slit diafragma?
Achter een pedicel zit een slit waardoor filtratie plaats kan vinden
Wat moeten de afmetingen van een molecuul zijn om het GBM te passeren?
<10 nm of >70 kDa om te passeren.
Wat is de functie van proteoglycanen binnen het GBM?
Ze zorgen voor een sterke negatieve lading van het membraan, hierdoor is het voor negatief geladen moleculen moeilijk om het membraan te passeren.
Wat zijn de 3 belangrijkste processen die plaatsvinden in de proximale tubulus?
- Re-absorptie
- Secretie van organische ionen (choline en creatinine)
- Metabolisme vitamine D
Wat is de functie van de lis van Henle?
Resorptie van H2O en NaCl
Wat zijn de 3 belangrijke functies van de distale tubulus?
- Re-absorptie NaCl
- Secretie van H+ en NH4+
- Regulatie zout water balans
Wat zijn de 2 belangrijke functies van de verzamelbuis?
- Reabsorptie H2O en NaCl
- Secretie H+, absorptie HCO3-
Wat zijn de 4 belangrijke functies van het juxtaglomerulaire apparaat?
- Regulatie water zout balans
- Regulatie glomerulaire filtratiedruk
- Productie renine
- Regulatie renale doorstroming en glomerulaire filtratie
Waaruit bestaat het juxtaglomerulaire apparaat?
- Macula densa (distale tubulus)
- Arteriole
- Juxtaglomerulaire cellen
Wat zijn de zwarte bolletjes die onder de microscoop in het juxtaglomerulaire apparaat te zien zijn?
Renine
Waarmee is de binnenkant van de urether bedekt?
Urotheel
Bij de afwezigheid van een slit diafragma verlies je heel veel van dezelfde soort stof. Welke stof?
Eiwitten
Bij aanwezigheid van shock of bloeding is de proximale tubulus het eerste gedeelte waarvan de cellen afsterven. Waarom is dit?
In de proximale tubulus zijn veel mitochondriën aanwezig, die hebben veel energie nodig en zullen dus eerder sterven bij bloeding.
Wat is een verschil waaraan te herkennen is of je een proximale of distale tubulus voor je hebt?
Bij een distale tubulus zijn de cellen strak geordend, bij een proximale is het allemaal veel losser.
Er zijn microvilli aanwezig in de proximale tubulus. Juist of onjuist
Juist
Waaraan is histologisch de verzamelbuis goed te herkennen?
De celmembranen zijn goed te zien.
In de nieren vindt veel meer/minder reabsorptie plaats dan secretie
Meer
Wat is het verschil tussen secretie en excretie?
Secretie is actief transport, excretie is netto uitscheiding.
Leg uit hoe creatinine klaring gebruikt kan worden om de nierfunctie te meten
Voor een bepaalde spiermassa wordt altijd een bepaalde hoeveelheid creatinine aangemaakt. Creatinine kan het lichaam alleen verlaten via glomerulaire filtratie. Bij goed werkende nieren is er dus weinig creatinine aanwezig en bij slecht werkende nieren veel.
Wat is proteinurie?
Eiwitten in urine
Wat is osmolaliteit?
Het aantal deeltjes per mL
Wat is een normale nierfunctie (GFR) ?
100 - 120 mL/min
Verstoring in HCO3- wordt gecompenseerd door de longen/nieren, dit is een snel/langzaam proces en gebeurt volledig/onvolledig.
Nieren, langzaam, volledig
Verstoring in CO2 wordt gecompenseerd door de nieren/longen, dit is een langzaam/snel proces en gebeurt volledig/onvolledig.
Longen, snel, onvolledig
Wat is de colloïd-osmotische druk?
Het netto drukverschil tussen eiwitten binnen en buiten het capillair.
Colloïd-osmotische druk loopt t.o.v. capillair naar binnen/buiten en hydrostatische druk loopt t.o.v. capillair naar binnen/buiten.
colloïd naar buiten, hydrostatisch naar binnen.
Wat is het verschil tussen een capillair in een glomerulus en een gewone capillair in bijvoorbeeld een vaatbed bij spieren?
Een capillair in een glomerulus heeft een veel hogere druk omdat zowel het afferente als het efferente vat een arteriolus is wat een veel hogere druk heeft dan een arteriolus gevolgd door een venule.