week 3 mammacarcinoom Flashcards

1
Q

lymfekliermetastasen primair

A

oksel, schildwachter, parasternaal, claviculair, begin hals –> streven naar curatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

lymfekliermetastasen secundair

A

klieren aan de contralaterale zijde, in de buik en hoger in de hals –> geen curatie mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hematogene metastasering

A

longen, lever, bot

alle afstandsmetastasen niet meer te genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lage risicofactoren Bcr

A
  • late menopauze vroege menarche
  • BMI >35
  • orale anticonceptie
  • late leeftijd eerste kind > 35

5 keer sporten per week verminderd kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grote risicofactoren Bcr

A
  • toegenomen leeftijd
  • mutatie BRCA
  • dicht klierweefsel
  • bestraling mediastinum in voorgeschiedenis
  • eerder mammacarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mammografie

A

wordt als eerste gedaan, geschikt voor screening.

  • goede vergelijking met eerdere mammograffien
  • solide leasies goed zichtbaar
  • microkalk goed zichtbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

echo

A

niet geschikt voor screening maar bij verdacht laesie, er kan met echo meteen een biopt worden genomen .

  • okselklieren
  • fibroadenoom
  • cystes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

epitheel klierweefsel

A

tweelagig:

  • binnenkant = luminale cellen (secretoire eigenschap)
  • buitenkant = myoepitheelcellen (contractiele eigenschap)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

goedaardige aandoeningen mamma

A
  • mastopathie = lumpy breast diseas
  • hyperplasie
  • fibroadenoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kwaadaardige voorstadia mammacarcinoom (CIS)

A

ductaal DCIS –> meest voorkomend

lobulair LCIS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pre-operatieve diag cytologie

A
  • snel en weinig invasief
  • minder sens en spec
  • geen onderschijd tussen invasief of niet-invasief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pre-operatieve diag histologie

A
  • vaker classificerende diagnose
  • onderscheid invasief/niet-invasief
  • receptorbepaling mogelijk

uitslag duurt enkele dagen = nadeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken in situ carcinoom

A
  • neoplastische proliferatie van epitheel
  • blijft binnen contour vd ductus
  • basaalmembraan intact –> niet-invasief
  • geen bloedvoorziening (diffusie afh) –> necrose en verkalking
  • niet palpabel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DCIS vs LCIS

A
  • DCIS is gelokaliseerd en scherp begrensd, LCIS vaak diffuus en bilateraal door verlies E-cadherine
  • DCIS vaak microkalk, LCIS geen calcificaies
  • DCIS wordt geopereerd LCIS niet
  • DCIS komt meer voor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

adenocarcinoom

A
  • invasief carcinoom uitgaande van epitheel
  • onscherp begrensd
  • gaat uit van TDLU
  • twee soorten (lobulair carcinoom en ductaal carcinoom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

differentiatie via Bloom en Richardson

A
  • mate van buisvorming
  • mate van atypie
  • mitose- activiteti
17
Q

receptorstatus adenocarcinoom

A

ER en PR meestal positief

HER2-Neu negatief

18
Q

wanneer disseminantie onderzoek

A

mbv PET-CT/CT bij hoog risico:

  • T4
  • recidief
  • lymfekliermetastasen
19
Q

chirurgie borst

A
  • MST –> bestraling!

- ablatio

20
Q

chirurgie oksel

A
  • sentinel node procedure

- okselkliertoilet

21
Q

indicaties voor radiotherapie

A
  • postoperatief na lumpectomie met sentinel node (MST)
  • postoperatief na GRM
  • bij lymfogene metastasering in oksel of subclaviculair
  • palliatief
22
Q

GTV

A

gross tumor volume = lumpholte

hier wordt ook de boost gegeven

23
Q

CTV

A

clinical target volume = klierweefsel

24
Q

PTV

A

planning target volume = CTV + 0,5 cm

25
Q

prognostische factoren

A

voorspellen van de kans op het ontwikkelen van metastasen middels histologische graderingen, receptorstatus, grootte tumor, aangedane lymfeklieren

26
Q

predictieve factoren

A

voorspellen van de kans op een respons op therapie