Week 3 C&M Flashcards

1
Q

De Cock Buning onderzoek in Towards a Future-proof framework for the protection of minors manieren om minderjarigen te beschermen in de snel veranderende mediasector. Wat voor optie brengt ze naar voren?

A

Co-regulering als een gedeeld privaat-publiek regelgevings- en handhavingsregime. Het is een hybride regelgevingsvorm die een juridisch verband legt tussen zelfregulering en algemene wetgeving.
Coregulering wordt over het algemeen als een aantrekkelijke optie beschouwd door toezichthoudende autoriteiten die met snel krimpende budgetten moeten voldoen aan steeds hogere maatschappelijke verwachtingen van de efficiëntie van hun toezichtactiviteiten.
Madeleine kaart aan dat het bepaalde discretionaire bevoegdheden moet hebben, evenals regelgeving en procedures om invloed uit te oefenen op beslissingen die worden uitgevoerd en uitgevoerd door de adressaten van de norm.

Ze concludeert dat co-reguleringsregelingen flexibel en toekomstbestendig kunnen zijn en sterk kunnen bijdragen aan het leereffect van de sector. Vanuit het oogpunt van het effectief internaliseren van de norm in een snel veranderende sector, het delen van de verantwoordelijkheid om aan de normen te voldoen tussen de toezichthoudende autoriteit en de sector via een private actor, kan co-regulering inderdaad een aantrekkelijke optie zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke voorwaarden noemt De Cock Buning in Towards a Future-proof framework for the protection of minors voor een Europees co-reguleringssysteem ten aanzien van de bescherming van minderjarigen?

A
  1. Streven naar gebruiksvriendelijke pan-Europese classificatie-instrumenten met een laag administratief gehalte
    last
  2. Rekening houden met de in het systeem ingebouwde culturele verschillen
  3. Publieke en private belangen zoveel mogelijk op elkaar afstemmen
  4. Voorzien in een doeltreffend regelgevingskader met grondwettelijke waarborgen
  5. Het creëren van een systeem van serieuze checks and balances
  6. Het waarborgen van de basisprincipes van goede coregulering voor zowel publieke als private regelgeving en toezicht.
  7. Zorgen voor een frequente en adequate evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zorgt er volgens de Cock Buning voor dat een coreguleringssyteem succesvol kan zijn?

A

Belangrijke aspecten van de effectieve co-reguleringsregeling is
- een particuliere toezichthoudende actor die zijn verantwoordelijkheid voor het classificatiesysteem serieus neemt, enerzijds, en

  • een onafhankelijke overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor kritisch metatoezicht, aan de andere kant.
  • Een andere drijvende kracht is de prikkel om mee te doen, gecreëerd door de wet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is naast een co-reguleringssysteem volgens de Cock Buning belangrijk om bescherming van minderjarigen te waarborgen in het huidige en veranderende medialandschap?

A

empowerment van gebruikers en get vergroten van de mediageletterdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zijn de verplichtingen voor videoplatformdiensten in de EU terug te vinden en zijn deze verplichtingen zwaar of licht.

A

art. 28 Richtlijn Audiovisuele Mediadienst. Het regime is relatief licht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het oorsprongbeginsel in de richtlijn audiovisuele mediarichtlijn in?

A

Dit beginsel verplicht de ene lidstaat waar de aanbieder van de dienst is gevestigd om ervoor te zorgen dat de materiële regels van de richtlijn worden nageleefd; en verplicht alle andere lidstaten om de vrije doorgifte van de dienst op hun grondgebied te garanderen en zich te onthouden van eigen toezicht. art. 3 lid 1 Audiovisuele mediarichtlijn

De herziene richtlijn maakt het in art 3 lid 2 mogelijk om van dit beginsel te derogeren onder bepaalde voorwaarden

Lid 4 biedt de mogelijkheid voor lidstaten om op nationaal niveau strengere regels toe te passen dan de regels uit de richtlijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vragen zijn van belang om te bepalen welk land jurisdictie heeft over een bepaalde audiovisuele mediadienst?

A

ten eerste wie de aanbieder is van de audiovisuele mediadienst en

ten tweede in welke lidstaat die aanbieder is gevestigd.

Een belangrijke constatering is dat Richtlijn 2018/1808/EU géén wijziging aanbrengt in de definitie van ‘aanbieder van mediadiensten’ in artikel 1 sub d van Richtlijn 2010/13/EU:“aanbieder van mediadiensten”: de natuurlijke of rechtspersoon die de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor de keuze van de audiovisuele inhoud van de audiovisuele media- dienst en die bepaalt hoe deze wordt georganiseerd;”.

Vervolgens is krachtens de in artikel 2 lid 3 sub a neergelegde hoofdregel de aanbieder van een audiovisuele mediadienst in een lid- staat gevestigd wanneer de aanbieder zijn hoofdkantoor in deze lidstaat heeft en in die lidstaat de redactionele beslissingen betreffendede audiovisuele mediadienst worden genomen. Waar het begrip “redactionele beslissing” voorheen niet was gedefinieerd, introduceert de wijzigingsrichtlijn een formele definitie: “redactionele beslissing”: een beslissing die op regelmatige basis wordt genomen met het oog op de uitoefening van redactionele verantwoordelijkheid en verband houdt met het dagelijkse beheer van de audiovisuele mediadienst;”. Wanneer het hoofdkantoor zich in een andere lidstaat bevindt dan waar de redactionele beslissingen worden genomen, bevat artikel 2 lid 3 sub b een reeks vervolgcriteria, die draaien om de plaats waar “het bij de activiteiten van de audiovisuele mediadienst betrokken personeel” werkzaam is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verandering heeft de herziene richtlijn teweeggebracht voor influencers?

A

De nieuwe Europese Richtlijn voor Audiovisuele Mediadiensten (Richtlijn AVMD 2018) onderwerpt ‘influencers’ aan stringente regelgeving. Na de implementatie in de Nederlandse Mediawet met als uiterste datum 19 september 2020, zullen influencers niet alleen zelfstandig verantwoordelijk gehouden worden door het Commissariaat voor de Media (CvdM) voor o.a. transparantie over reclame, maar kunnen ze ook rekenen op maatregelen van videoplatforms (VSP’s) zoals YouTube die daartoe eveneens op grond van Richtlijn AVMD 2018 gehouden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat maakt dat er op dit moment op de advertentiemarkt een ongelijk speelveld is.

A

Commerciële communicatie, sponsoring en productplaatsing op (lineaire) televisie is sterk gereguleerd, terwijl de markt voor online reclame mediawettelijk vrijwel ongereguleerd is. Na de implementatie van de Europese Richtlijn voor Audiovisuele Mediadiensten (Richtlijn AVMD 2018) op uiterlijk 19 september 2025 zal dit speelveld in ieder geval wat gelijker worden gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk mechanisme biedt een goed alternatief ten opzichte van wetgeving als het gaat op de audiovisuele mediasector?

A

zelfregulering.

Zelfregulering stelt private actoren, sociale partners en non- gouvernementele organisaties in staat om gemeenschappelijk gedragen richtsnoeren vast te stellen. In Nederland kennen we twee voor influencers relevante systemen van zelfregulering:
- De Reclamecode Social Media (RSM);
- Social code: youtube.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet het tweedelige stelsel voor influencer-marketing eruit in de Audiovisuele media Richtlijn?

A

Enerzijds zijn de aanbieders van VSP’s gehouden door middel van private regulering en (technische) maatregelen toe te zien op influencers-marketing.

Anderzijds dient een influencer zich met zijn videokanaal als audiovisuele mediadienst op grond van de implementatie van de nieuwe richtlijn direct te kunnen verantwoorden aan de mediatoezichthouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke vier verschillende manieren zullen influencers geconfronteerd worden met de implementatie van de herziene Audiovisuele Mediadiensten Richtlijn?

A
  1. Als het videokanaal van een influencer aangemerkt kan worden als een audiovisuele mediadienst, dan geldt het mediatwettelijke regime zoals dat geldt voor alle audiovisuele mediadiensten op aanvraag waarbij sprake is van commerciële communicatie, product plaatsing en sponsoring.
    - De mediatoezichthouder kan deze normen afdwingen door sancties en aanzienlijke administratieve boetes.
    Een evenredige en adequate bescherming van de vrijheid van meningsuiting zal in elk van deze instanties deel dienen uit te maken van de procedure.
  2. De influencers zullen geconfronteerd worden met de maatregelen die de video sharing platforms gehouden zijn te nemen ogv de richtlijn.
    Bijv. YouTube zal dit handhaven middels algemene voorwaarden, technische maateregelen en gedragcodes. (kan leiden tot blokkeren van videos en schorsen van uploaders). Bij het opsporen van overtredingen door AI kunnen fouten gemaakt worden als er niet genoeg controle plaatsvindt. Als de influencer onterecht geblokkeerd wordt o.i.d. en de klacht niet opgenomen wordt door de video servive dienst, dan kan de influencer naar de nationale rechter ivm bescherming van de vrijheid van meningsuiting.
  3. De Reclame Code Social Media. Op grond hiervan worden geen boetes opgelegd, maar overtredingen worden openbaar gemaakt met naam en toenaam.
  4. Ze zullen er goed aan doen om hun eigen zelfregulering op te volgen: de Social Code YouTube, maar deze dient ook aangepast te worden bij ontwikkeling van de regelgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar is terug te vinden dat 30% van de catalogus van een mediadienst op aanvraag moet bestaan uit Europese werken?

A

art. 2.115 lid 2 Mediawet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar is terug te lezen dat de Europese werken binnen een mediadienst op aanvraag onder de aandacht dienen te worden gebracht?

A

art. 2:115 lid 3 Mediawet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zijn de artikelen ter bescherming van minderjarigen te vinden in de Mediawet en de Audiovisuele Media Richtlijn?

A

Hoofdstuk 4 Mediawet

art. 6 e.v. Richtlijn

16
Q

Hoe ziet de financiering van de publieke omroep eruit?

A
  1. Rijksmediabijdrage en Sterinomsten vormen budgettaire kader
  2. De bekostiging van omroepverenigingen; NOS en NTR gaat via budgetten die de Minister vaststelt (art. 2.149) voor verzorging van media-aanbod (radio, tv, internet, mobiel)
  3. De budgetten worden door de raad van bestuur van de publieke omroep verdeeld over de omroepen op basisregels van de Mediawet
  4. Publieke omroepen hebben eigen inkomsten uit nevenactiviteiten en verenigingsinkomsten
17
Q

Op wat voor soort manieren houdt het Commissariaat van de Media toezicht?

A
  1. Door vergunning en registraties
  2. Programma toezicht publieke en commerciële omroep
    - Sponsoring (PO/CO)
    - Product plaatsing + bescherming minderjarigen (CO)
    - Dienstbaarheidsverbod (PO)
  3. Financieel toezicht publieke omroep
  4. Monitor mediaconcentraties
  5. Wet op de vaste boekenprijs
18
Q

wat is het achterliggende streven van de Richtlijn audiovisuele mediadiensten?

A

een level playing field te creëeren binnen de EU

19
Q

Waar is terug te vinden wanneer een mediadienst op aanvraag onder de Mediawet valt

A

art. 3.29a Mediawet

20
Q

Welke uitdagingen zijn er bij de bescherming van minderjarigen?

A
  1. Nieuwe technieken en consumptiepatronen;
  2. Fragmentatie van beschermingsmaatregelen;
  3. Verwachting publiek t.a.v. consistente regulering ongeacht gebruikte platform, techniek of apparaat;
  4. Niet alle content is geclassificeerd en huidige classificatie-systemen zijn niet geharmoniseerd;
  5. Gebrek aan incentives voor industrie om te zorgen van geschikte bescherming tools.
21
Q

Waar is ERGA geregeld?

A

art. 30ter Richtlijn audiovisuele mediadiensten

22
Q

Mag een lidstaat van ontvangst bij wijze van exceptie optreden tegen dienstaanbieders gevestigd in een andere lidstaat?

A

In sommige gevallen mag dat bij wijze van exceptie:
art. 3: bij ernstige herhaaldelijke inbreuken op artikelen inzake haat-zaaien (art. 6) en bescherming van minderjarigen (art. 6a)
art. 4: als een lidstaat van ontvangst gedetailleerdere en striktere regels heeft vastgesteld en een dienstaanbieder gevestigd is in een andere lidstaat terwijl die zich volledig of hoofdzakelijk richt op het lang van ontvangst.

Als de betrokken lidstaten het niet eens worden, kan de Europese Commissie ERGA om opinie vragen die binnen 15 werkdagen moet worden gegeven.

23
Q

Waarom is de onafhankelijkheid van de media-toezichthouders van belang?

A

Voor beschermen vrijheid van informatievoorziening en onafhankelijk functioneren media-bedrijven