week 1 C&M Flashcards
Noem twee vormen van zelfregulering in Nederland die voor influencers relevant zijn.
De Reclamecode Social Code Media and Influencer Marketing, opgesteld door de Nederlandse Stichting Reclame Code (SRC) en onderdeel van de Nederlandse Reclame Code (NRC)
en
De Social Code: Youtube (de Code) onder regie van het CvdM, waarbij influencers zich vrijwillig kunnen aansluiten
Welke kernwaarden kent de Nederlandse Toezichthouder: het Commissariaat voor de Media (CvdM)?
beschermen van minderjarigen, redactionele onafhankelijkheid en het bewaken van een gelijk speelveld en daarmee de diversiteit van het Nederlandse medialandschap.
Wat houdt de ‘mediamachine’ in binnen dit vak?
het geheel van uitwisseling van info in de massamedia via alle beschikbare infrastructuren. De zender richt zich op een algemeen publiek of een deel daarvan.
Wat is technologische convergentie?
De verschillen tussen de infrastructuren waarmee massamedia verspreid wordt, worden steeds kleiner, waardoor de infrastructuren (deels) inwisselbaar worden.
de verschillende vormen van massacommunicatie (pers, radio, en televisie en internet) worden verspreid over vele diverse vormen van infrastructuren. De verschillen tussen de infrastructuren zijn steeds geringer geworden en daardoor in toenemende mate substitueerbaar. Het gaat daarbij niet om een uniforme infrastructuur (information super highway), maar om een lappendeken van samenwerkende technologieën.
Welke rol heeft massamedia in internationalisering?
- Global village;
- spilfunctie in moderne democratische samenleving;
- financiële berichtgeving is cruciaal voor een gezonde economie
de moderne media hebben de wereld tot een global village gemaakt. De media dragen de openbare communicatieprocessen voor vrijwel de gehele bevolking en vervullen op deze wijze een spilfunctie in onze moderne democratische samenleving. De communicatiemiddelen in de massamedia geven gestalte aan de democratische vrijheden van onze samenleving.
Welke universele kenmerken – onafhankelijk van type medium, verspreidingstechnologie of mate van interactiviteit – heeft de mediamachine in de democratische samenleving?
- Communicatievrijheid;
- Toegankelijkheid voor informatieconsumenten en –producenten;
- Pluriformiteit;
3.a Culturele diversiteit: een bijzonder aspect van de pluriformiteit. Moderne communicatiemedia kunnen het bewustzijn m.b.t. nationale cultuur vergroten, maar evenzeer – met het ontstaan van een universele monocultuur – verkleinen. De media zijn een essentieel instrument voor cultuuruitingen. Kenmerk voor de mediamachine is daarom dat deze de neerslag vormt van de culturele diversiteit; - Scheiding van commerciële en redactionele sferen: de mediamachine wordt op uiteenlopende wijze gefinancierd. Publieke omroep: betaald uit overheidsgeld en reclame. Grondslag: bescherming van integriteit en onafhankelijkheid van de redactionele boodschap samen met verbod op misleiding van de informatieconsument;
- Herkomst media-aanbod is kenbaar;
- Garanties voor de persoonlijke levenssfeer.
Het nationale mediabeleid staat voor een uitdaging: de reguleringsgrondslag waar traditioneel op werd teruggegrepen is grotendeels weggevallen; van technologische schaarste is geen sprake meer. Welke 6 stappen kunnen doorlopen worden om hiermee om te gaan?
Stap 1 - convergentie dwingt tot multimediaal mediabeleid:
Ook het door de Europese Commissie gemaakte onderscheid tussen lineair en niet-lineair (geprogrammeerd en on-demand) aanbod is ook niet meer houdbaar. De weg voorwaarts is op Europees niveau zorg dragen voor multimediale regelgeving op kernbegrippen. Daarbij dient nadrukkelijk niet het huidige zware Televisierichtlijnregime te worden getransponeerd naar andere media, maar zou juist deregulering ten gunste van liberalisering en marktwerking plaats moeten vinden.
Stap 2 - cross ownership herzien:
Mediabeleid ter stimulering van de pluriformiteit mag in ieder geval niet ten koste gaan van diezelfde pluriformiteit.
Stap 3 - bescherm de informatieconsument:
Bezwaar voorwaardelijke toegang dat als financieringsmodel van de toekomst wordt gezien: info blijft voorbehouden aan een beperkt publiek. Dit bezwaar wordt deels opgevangen door een bij AMVB op te stellen lijst met belangrijke evenementen die op een open net uitgezonden moeten worden. Ook de scheiding van commerciële en redactionele boodschap is belangrijk.
Stap 4 - preciseer de positie van de publieke mediadienst.
Rechtvaardiging van overheidsregulering ter zake van de publieke mediadienst kan gevonden worden in de stelregel: wie betaalt, bepaalt. Ook de informationele schaarste is een argument: een publieke mediadienst kan investeren in programma’s die duur zijn en een relatief klein publiek bereiken, maar wel cultureel gezien van belang zijn.
Stap 5 - zorg voor level playing field:
De werking van de MMM kan grotendeels over worden gelaten aan marktwerking. Gezonden concurrentieverhoudingen zijn daarbij van belang. In een level playing field kunnen mediabedrijven zich ontplooien en op basis van eerlijke concurrentie de samenleving voorzien van een gevarieerd informatieaanbod.
Stap 6 - toekomstbestendig grondrecht van communicatievrijheid.
Stap 7 - schrap de huidige Mediawet:
Vervang deze wet door een sterk vereenvoudigde en logisch gesystematiseerde wet die de weerslag vormt van een samenhangend mediabeleid. Laat zelfregulering en mededingingsrecht voor het overige zo veel mogelijk het werk doen.
wat is het traditionele onderscheid tussen de regulering van de pers en de omroep?
De pers (krant) was nauwelijks gereguleerd. Omroep kende zware regulering.
Op welke manier is de rol van schaarste ten aanzien van media veranderd?
voorheen was er schaarste in de infrastructuur van de aanbodkanalen, maar die is door de digitalisering weggevallen.
Tegenwoordig kan schaarste evengoed nog ervaren worden in media-aanbod door het gevangen raken in een filterbubbel, waardoor het media aanbod dat binnen je bereik gebracht wordt schaarser is dan het aanbod dat buiten jouw bubbel bestaat.
Waar voorheen de media bestond uit de pers, de radio en de tv hebben we inmiddels een MMM; massamediamachine. wat zijn de hoofdkenmerken van de MMM?
- Digitalisering;
- Convergentie: dat allerlei verschillende inhouden, transportvormen, allemaal op 1 plek terecht komen;
- Massacommunicatie: een ongedefinieerd publiek.
Massamedia komen op uiteenlopende randapparatuur langs diverse infrastructuren tot ons: - Randapparatuur: (smart) TV, computer, smartphone;
- Infrastructuren: ether, (digitale) kabel, ISDN, IP Geprogrammeerd en on-demand = niet- en wel interactief.
Randapparatuur en infrastructuur zijn niet langer relevante aanknopingspunten wetgever.
welke essentiële eigenschappen heeft de media?
- Communicatievrijheid:
i. Uiten;
ii. Verspreiden;
iii. Ontvangen;
iv. Garen van informatie.
Garanties in 10 EVRM en 7 Grondwet. - Toegankelijk voor informatieconsument, informatieproducent (toegang tot het netwerk en de infrastructuur, toegang tot informatie -open access en auteursrecht-) en journalist (garingsvrijheid en flitsregeling);
- Pluriformiteit en diversiteit (Sociaal) grondrechtelijke invulling uitingsvrijheid Stimuleren/ garanderen pluriformiteit;
Democratische grondslag. - Gescheiden commerciële en redactionele sferen;
- Bescherming informatieconsumenten: herkomst media-aanbod is kenbaar;
- Garanties voor de persoonlijke levenssfeer.
Wat voor soort evenementen staan er op de Evenementenlijst die en bijlage is bij het mediabesluit?
Evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving moeten op een open televisieprogrammakanaal worden verspreid. Voetbal, Eurovisie Songfestival, Olympische spelen.