Week 3 Flashcards
Cultuurafstemmingsmodel
Rigide:
- Vastleggen (afspraken)
- Voelen (gevoelswereld)
Fluide:
- Ontvouwen (liminale ruimte)
- Uiten (creatieve expressie)
Hoe cultuur oneigenlijk gebruikt wordt
Cultuur wordt oneigenlijk gebruikt als
- Metafoor
- Excuus
- Etiket/label
Denkfout van cultuur
Cultuur beïnvloed alles, maar het zit eigenlijk gewoon in ons hoofd en het doet niks.
Continue onderlinge coördinatie van aandacht en gedrag
Wat er tussen mensen gebeurt.
Bij intrinsiek sociale groepen: je ziet duidelijk observeerbare elementen van gedrag en rollen. Buitenstaanders blijven erbuiten. Je zintuigen worden hierin automatisch op elkaar afgesteld.
Lichamen
- Biologisch lichaam
- Expressief lichaam: hoe we ons uiten. Hiermee stem je gedrag op elkaar af.
Vormen van afstemming
- Afspraken
- Conventies: ongeschreven regels of normen.
- Arrangementen: afstemming zonder taal.
Werkgerelateerd leren
Formele en informele leeractiviteiten waarbij medewerkers competenties ontwikkelen en/of verbeteren gerelateerd aan het werk.
- Formeel: expliciet de bedoeling om te leren.
- Informeel: leren is bijproduct van het werk.
Grijze tussenzone: afhankelijk van hoe gestructureerd de leeractiviteit is en er leerdoelen zijn geformuleerd.
Plekken om te leren
- On the job: terwijl je werkt: informeel werkplekleren of formeel werkplekleren.
- Off the job: buiten je werkplek: formele training.
Fasen van het trainingsproces
- Voer een behoeftediagnose uit
- Formuleer doelstellingen
- Ontwerp en geef de training
- Optimaliseer transfer
- Evalueer de training
Behoeftenanalyse
Identificeren trainings- en ontwikkelingsbehoeften. Moet in lijn staan met strategische doelen van de organisatie en is een continu proces.
Op 3 niveaus:
- Organisatie: hoe kun je hiermee de organisatiestrategie realiseren?
- Functie: wat zijn de vereiste competenties?
- Personen: we heeft de training nodig?
Trainingsontwerp
Inhoud en methode van de training.
Vormen:
- Trainer-centered: overdracht van kennis
- Trainee-centered: diepgaand actief leren
- E-learning: flexibel en zelfstandig leren
- Teambuilding: vertrouwen en samenwerking
Transfer
Mate waarin deelnemers aan een training de competenties die verworven zijn kan toepassen in geschikte settings.
Training evalueren
Twee doelen:
- Effectiviteit meten
- Efficiëntie meten
Op 5 niveaus:
- Reactie: perceptie deelnemers
- Leren: leerimpact deelnemers
- Gedrag: gedrag op werk van deelnemers
- Resultaten: effect op organisatiedoelstellingen
- ROI: financiële return on investment