week 3 Flashcards
Wat is de functie van het botweefsel?
- zich aanpassen aan veranderingen in belasting
- schade repareren
benoem de functies van osteoclasten en osteoblasten?
osteoclasten: zorgen voor de afbraak van bot –> wordt gereguleerd door hormonen (duur: week)
osteoblasten: zorgen voor nieuw aanmaak van bot (duur: 6 tot 9 maanden)
hoe ontstaat osteomalacie?
- weinig zonlicht
- weining vit D in dieet
- slechte aborptie vit D in darmen
wat betekent hyperparathyreoidie?
De toestand waarbij er teveel parathormoon wordt aangemaakt
primair: bijschildklier hyperplasie/adenoom
serum calcium verhoogd
secundair: nierinsuffiecientie, voedingsdeficientie. Serum calcium normaal/laag
benoem de functies van het bod
- mechanisch
- synthetisch: vorming van bloedcellen en afweersysteem
- metabool: opslag van mineralen, groeifactoren en endocrien orgaan.
Wat is de samenstelling van het bot?
- mineraal: hydroxyapatieet 60%
- extracellulaire eiwitmatrix (ECM, osteoid) 30%
- bloedvaten 8%
- cellen 2% –> belangrijkste bron
Waaruit ontstaan osteoblasten? Tot wat ontwikkeld het zich vervolgens?
uit mesencgymale stamcellen
- osteocyt
- lining cell (inactief)
- apoptose
Hoeveelprocent van de botcellen bestaat uit osteoblasten?
4 - 6%
Wat is de functie van osteocyt?
- sensor van mechanische belasting
- belasting is essentieel
- immobilisatie: leidt tot dood van osteocyten - reguleert betombouw
- RANK (stimulator botafbraak)
- Sclerostine (remmer van botvormig) - reguleert fosfaat homeostase
- productie van FGF23 (stimuleert fosfaat uitscheiding in de nier)
Waaruit ontstaat een osteoclast? hoe vindt die vorming plaats?
hematopoetische stamcel
2. monocyt (meerdere)
3. pre-osteoclast
4. fusie –> osteoclast
De term resorptie wordt gebruikt in het verhaal van de osteoclast, wat willen ze hiermee zeggen?
De osteoclast hecht aan de bosmatrix waar hij vervolgens het calcium oplost en de botmatrix afbreekt
Waarom is een afgesloten resorptiecompartiment belangrijk?
- lokaal hele sterke zuurtegraad (om Ca op te kunnen lossen)
- geen verspreiding van zuur
Welke celonderdeel zorgt voor de verzuring in het proces resorptie? en welk enzym is betrokken bij de afbraak bot eiwitmatrix?
protonenpomp –> verzuring (HCL)
Cathepsine K
Noem de drie belangrijkste eiwitten die betrokken zijn bij de vorming van osteoclasten?
receptor: RANK
ligand: RANKL (RANK Ligand)
Decoy receptor: OPG (Osteoprotegerine) alternatieve bindingsplaats voor RANK Ligand
Wanneer kan er fusie plaatsvinden van pre-osteoclasten?
Dit kan alleen wanneer de RANK op het pre-osteoclasten worden gebonden aan RANKL die vanuit de osteocyten/osteoblasten komen. OPG binden aan de RANKL wat er voor zorgt dat deze niet meer kunnen binden aan RANK en er dus geen osteoclasten gevormd kunnen worden omdat er geen fusie plaatsvind.
Wat gebeurt er bij veroudering met de osteoblasten vanuit de mesenchymale stamcellen?
minder osteoblasten en meer adipocyten (vetcellen) –> osteoporose/(fatty bone marrow)
Benoem de delen van het bod van buiten naar binnen?
- epifyse
- metafyse
- diafyse
benoem een aantal kenmerken van het trabeculair bod.
- sponsachtig netwerk van fijne botbalkjes en -platen.
- 20% van de massa van het bot
- hoge ombouw (20/30% per jaar)
- met name aan de uiteinden van de botten
essentiële functies
- efficiente verdeling van belastingkrachten
- sterkte en elasticiteit
- mineraal metabolisme (bij deficiëntie)
benoem een aantal kenmerken van het corticale bot
- dichte buitenkant van compact bot
- bepaalt de vorm van het bot
- 80% van de botmassa
- ombouwactiviteit 2-3% per jaar
essentiele functies
- verzorgt biomechanische sterkte
- aanhechtingsplaats voor pezen en spieren
- bescherming van beenmerg met daarin de stamcellen
Wat zijn de haverse systemen?
lagen van bot met een centraal kanaal voor de bloedvaten, deze vormen een osteon
hoe noemen we de kanalen die in het bod lopen? verticaal (lange kant) en horizontaal (korte kant)?
verticaal: haverse kanaal
horizontaal: kanaal van volkmann
noem een aantal kenmerken van het periosteum (botvlies, periost)?
- buitenkant van botweefsel
- dubbellaags:
– buitenste laag: bindweefsel en collageen
– binnenste laag: cellen (MSC’s) - voorzien van zenuwvezels, bloedvaten en lymfevaten
- diktegroei van het bot
- zorgen voor peesverbindingen (aanhechting spier aan bot)
noem een aantal kenmerken van het endosteum
- binnenkant van botweefsel, bekleedt de mergholte, binnenkant haverse kanalen en trabeculair bot
- enkellaags: MSC’s en collageen vezels
- rol in groei en ontwikkeling van bot
wat is endochondrale botvorming?
vervanging van kraakbeen naar bot