Week 3 Flashcards
Waardoor kan bloed stromen?
Druk
Vloeistofdruk
Welke aannames horen bij de wet van pascal?
- Vloeistof oefent even grote druk uit in alle richtingen
- De druk in een horizontaal vlak is overal gelijk
- De druk neemt wel toe met de diepte
Wat is de wet van pascal?
P = ρgh
P = druk in (Pa)
ρ = soortelijke massa (kg/m3)
g = zwaartekrachtversnelling (m/s2)
h = hoogte (m)
Wat is flow (F)
Een maat voor de hoeveelheid vloeistof per tijdseenheid in m3/s.
Wat is het verband tussen flow en snelheid?
F = v*A
Wat houdt de continuïteitsvergelijking in?
De hoeveelheid die er aan de ene kant instroomt, stroomt er aan de andere kant ook weer uit.
Fin = F out
Wat is de verhouding van de bloedsnelheid en de vaat doorsnede?
Deze verhouding is omgekeerd evenredig. Als het oppervlakte groter wordt, neemt de snelheid met dezelfde factor af.
Wat houdt het laminaire stromingsprofiel (flow) van bloed in?
Het bloed is visceus en blijft hierdoor plakken aan de vaatwand. Het bloed midden in het vat, heeft hier dus het minste last van en stroomt daardoor ook het snelst.
Wat is het plasma-skimming effect?
Veroorzaakt door laminaire flow. In een vertakking stromen relatief minder erytrocyten dan in het hoofdvat.
Wat is turbulentie in een bloedvat?
Bloed dat door een vernauwing of een langzaam nauwer worden vat, geperst wordt spuit er als het ware aan de andere kant uit. Dit veroorzaakt werveling oftewel turbulentie.
Wat zijn de consequenties van turbulentie?
- Optreden van vaatgeruis
- Vaat trilling voelbaar
- Energieverlies → hart moet harder pompen
- Beschadigingen vaatwand
- Trombosevorming
Wat is het voordeel van turbulentie?
Hierdoor is het geruis in het bloedvat te horen, waardoor de bloeddruk gemeten kan worden.
Wat is het getal van Reynolds?
Re is recht evenredig met:
- Dichtheid vloeistof
- Diameter vat
- Gemiddelde stroomsnelheid
Re > 2000 bloed stroomt laminair
Re < 2000 bloed stroomt turbulent
Wat is de wet van Poiseuill
Druk verschil en stroming zijn afhankelijk van elkaar:
p1,gem - P2, gem = R x F
p = druk
R = weerstand
Wat is compliantie?
Dit is de eenheid van elasticiteit van het vat.
Hoe kun je de compliantie berekenen?
C =𝚫V / (Ps-Pd)
ps-ps = puldruk (drukverschil op een plaats) systole - diastole
Welke toepassingen van compliantie zijn er?
- Bij inspanning stijgt de gemiddelde druk en blijft de pulsdruk gelijk
- Bij vaatvernauwing stijft de gemiddelde druk en blijft de pulsdruk gelijk
- Bij aortaklepinsufficiëntie daalt de gemiddelde druk en daalt de polsdruk.
Hoe kan de BP, dmv van cadiac output berekend worden?
BP = CO x Rtotaal
Hoe kan de flow in een orgaan berekend worden?
Flow = BP / Rorgaan (ff checken of dit goed is, in slim staat het namelijk anders, maar dat is onlogisch)
Welke stap wordt als eerste ondernomen bij het zakken van de bloeddruk?
De baroreceptoren meten dit →vuren minder → de remmende invloed naar het brein neemt af.
Wat is de tweede stap bij het zakken van de bloeddruk?
RAAS wordt geactiveerd→ dit zorgt voor het vasthouden van vocht
Sympathicus brengt de hartfrequentie en het slagvolume omhoog. En probeerd de perifere vaatweerstand te verhogen.
Wat veranderd er in het regelsysteem van de bloeddruk op langer termijn?
Op langere termijn kunnen de baroreceptoren minder gevoelig worden. De neiren nemen het over en bepalen de hoeveelheid vocht die iemand vasthoudt. Baroreceptoren zijn gericht op veranderingen in de bloeddruk, als de bloeddruk lange tijd hoog is, wennen ze hier aan.
Wat zijn primaire oorzaken van pompfunctiestoornissen?
Aandoening aan het myocard, bv:
Myocarditis
Myocardinfarct
Wat zijn secundaire oorzaken van pompfunctiestoornissen?
Overbelasting van de hartspier, bv:
Drukbelasting door hoge bloeddruk
Volumebelasting door bijvoorbeeld lekkende mitralisklep
Wat neemt af door een hartinfarct?
- Contractiliteit
- Slagvolume
- Cardiac output
- Bloeddruk
Door het regelsysteem ook de parasympatische activatie.
Wat zet het regelsysteem na een hartinfarct in gang?
Verhogen van:
- Preload door venocontrictie
- Hartfrequentie (mogelijk cardiac output verhogen)
- Perifere weerstand
- RAAS → vocht vasthouden → verhogen preload
- Contractiliteit door activatie van β1 receptoren
Wat houdt excentrische remodellering van het hart na een hartinfarct in?
Doordat het hart niet meer goed kan samentrekken, wordt de wand opgerekt en neemt de diameter toe. Om de stress op de wand gelijk te houden, wordt de wand dikker.
Hoe komt het dat het regelsysteem na een hartinfarct zich uiteindelijk tegen de patiënt gaat keren?
Bijvoorbeeld het RAAS. Hierdoor houdt de patiënt veel vocht vast, waardoor hij/zij kortademig wordt of oedeem heeft.
Welke medicatie zijn standaard na een hartinfarct?
Medicatie om de werking van het regelsysteem tegen te gaan. Bijvoorbeeld betablokkers en ACE-remmers, deze remmen het RAAS systeem.
Wat neemt af door aortaklep stenose?
Afterload stijgt waardoor daalt:
- Slagvolume
- Cardiac output
- Bloeddruk
Wat is het onmiddellijke effect van de afname van het slagvolume?
Stijging van de preoload, waardoor de afterload nog verder stijgt.
Wat doet het autonome zenuwstelsel bij aorta stenose?
De bloeddruk daalt waardoor:
- RAAS gestimuleerd wordt
- Hartfrequentie stijgt
- sympathicus neemt toe, parasympathicus neemt af.
- Contractiliteit neemt toe
- Venocontrictie → druk hoger → tijdens diastole meer volume in ventrikel.
- Perifere vaatweerstand verhoogd door vasocontrictie
Waarom is de invloed van de parasympathicus dominant?
Als de parasympathicus minder vuurt, vuurt de sympathicus meer. De parasympathicus kan veel sneller reageren dat de sympathicus. Omdat acetylcholine heel snel wordt afgebroken door cholinesterase.
Wat is het doel van PAAS?
De nieren houden vocht vast om het zieke hart te vullen, waardoor de preload toeneemt en het slagvolume zal stijgen.
Welke remodellering van het hart vindt plaats bij aorta stenose?
Op de stress op de vaatwand gelijk te houden, zal de wand van het LV dikker worden. Om het lumen toch gelijk te houden, zal het hart steeds verder dilateren.
Door welke factoren vindt uiteindelijk toch decompensatie plaats?
- Neurohumorale activatie
- De gevoeligheid van β-receptoren neemt af (betablokkers remmen dit)
- RAAS-activatie zorgt voor hypertrofie (ACE-remmers voorkomen dit)
- Inflammatie
- Remodellering
Welke soorten hartfalen zijn er?
Systolisch hartfalen: HFrEF
Diastolisch hartfalen: HFpEF
Wat gebeurd er bij systolisch hartfalen?
Het hart gaat dilateren. Risicofactoren zijn bv:
- Myocarditis
- Myocardinfarct
Wat gebeurd er bij diastolisch hartfalen?
Er treedt verdikking op van de hartwand, waardoor het lumen kleiner wordt. Het hart pompt wel goed, maar het vult niet goed. Riscofactoren zijnL
- Hypertrofe cardiomyopathie
- Aorta-stenose
- COPD → inflammatie
Welke risicofactoren hebben HFrEF en HFpEF gemeen en wat is daar bijzonder aan?
De gemeenschappelijke risico factoren zijn:
- Hypertensie
- Diabetes mellitus
- Chronische nierschade.
Bij mannen leiden deze factoren vaker tot systolisch hartfalen en bij vrouwen tot diastolisch hartfalen.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen HFrEF en HFpEF?
HFrEF:
- Goede respons op behandeling
- Homogene populatie (zelfde ziektebeeld)
- Verschillende effectieve interventie
HFpEF:
- Heterogene populatie (verschillende ziektebeelden)
- Geen effectieve behandeling tegen mortaliteit
Hoe wordt de bloedstroom naar capillairen gereguleerd?
- Via arteriolen
- Precapillaire sphincters
- Pericyten
Op welke twee niveaus vindt bloedflow regulatie plaats?
- Neuraal: contrictie naarmate de sympathicus meer wordt geactiveerd.
- Lokaal:
- Rek leidt tot vasoconstrictie (myogeen mechanisme)
- Grotere behoefte leidt tot vasodilatatie (metabool mechanisme)
- Flow: als deze toeneemt vindt er dilatatie plaats (endotheel gemedieerd mechanisme)
Op welke vaten heeft de activatie van de sympathicus effect?
- Arteriën (>300µm)
- Arteriolen (20-300µm)
- Venen
Wat is het effect van de sympathicus op arteriën?
- Dit zijn de geleidingsvaten
- Vasoconstrictie, maar geen sterke verhoging van perifere weerstand.
Wat is het effect van de sympathicus op arteriolen?
- Dit zijn de weerstandsvaten
- Heel veel vasoconstrictie, sterke toename van de perifere weerstand
Wat is het effect van de sympathicus op venen?
- Dit zijn de capaciteitsvaten
- Venoconstrictie, bloed naar het hart geduwn om cardiac output te vergroten.
Wat gebeurd er met het stolling mechanisme tijdens activatie van de sympathicus?
Deze wordt gestimuleerd. Tijdens fight en flight moet het bloed in staat zijn om bij een verwonding snel te kunnen stollen.
Waarvan is vasoconstrictie afhankelijk?
Van het type weefsel. Bij het hart en de hersenen heeft de sympathicus bijna geen vasoconstrictie als gevoel, terwijl dit gevolg bij de huid wel heel groot is.
Waar heeft het metabole mechanisme de grootste invloed?
In de buurt van het capillaire netwerk, bij sphincters en de kleinste arteriolen. Omdat deze dicht bij de capillairen zit, heeft deze het grootste effect op vasodilatatie.
Waar heeft het myogeen mechanisme de grootste invloed?
Tussen de grote en de kleine arteriolen.
Waar heeft het endotheel gemedieerd mechanisme de grootste invloed?
Met name in de grote vaten, de arteriën.
Wat is de autoregulatie van de bloedstroom?
De bloedflow wordt constant gehouden ondanks de verschillende bloeddrukken.
Welke basisprincipes gelden er voor de perifere circulatie?
- Normaal hebben arteriolen de grootste bijdrage aan de totale weerstand
- Atherosclerose treedt voornamelijk op in proximale geleidingsvaten
- Vernauwing van arteriën heeft weinig effect op de bloedflow voorbij de stenose
- Bij verdere vernauwing zijn de arteriën chronisch gedilateerd
- Als de vasodilatatie capaciteit maximaal benut is, kan de bloedflow in rust voldoende zijn, maar tekort in inspanning.
Wat is coronaire flow reserve?
De hoeveelheid extra bloedflow die je kunt krijgen bij inspanning. Dus het gedeelte tussen maximale vasoconstrictie en maximale vasodilatatie. Deze zegt iets over al dan niet chronische dilatatie.
Wat is de invloed van stenose op de coronaire flow?
Heel lang is deze invloed er niet, pas als 70% van het lumen door de stenose in beslag genomen wordt is er invloed:
De coronaire flow wordt minder.
Wat is de functie van ATP in de cross-bridge cycling?
- Binding van ATP om de kop van actine en myosine los te krijgen
- Hydrolyse van ATP om een vormverandering van het myosinekopje te bewerkstelligen.
Wat is het ATP verbruik tijdens de cross-bridge cycling bij gladde spiercellen in vergelijking met dwarsgestreepte spiercellen?
Bij gladde spiercellen is de snelheid waarmee ATP gebruikt wordt veel lager. De Cross-bridge c. heeft een veel lager tempo, waardoor deze spiercel ook minder ATP verbruikt.
Wat is de functie van calcium in gladde spiercellen?
Dit bepaald de contractie/relaxatie toestand van de gladde spiercellen.
Wat weet je over de cross-bridge cycle van gladde spiercellen?
- ATP heeft een lage snelheid en wordt minder gebruikt
- Ca, bindt aan signaalmolecuul: calmoduline, dus niet aan troponine C
- Ca komt uit extracellulaire matrix of sarcoplasmatisch reticulum.
Hoe communiceren gladde spiercellen?
Via gap-junctions.
Hoe contraheert een gladde spiercel?
Ca bindt aan calmoduline →activatie MLCK → forforyleerd MLC → Cross-bridge cycling kan plaatsvinden.