Week 3 Flashcards

1
Q

Welke bronchus loopt steiler en welke long bevat 3 kwabben?

A

Rechter bronchus loopt steiler en bevat 3 kwabben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke type cel in de alveolus zorgt voor surfactant? En wat is de functie van surfactant?

A

Type 2 pneumocyten. Surfactant zorgt ervoor dat longblaasjes mooi openblijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ademvolume / tidal volume = ?
Inspiratoire reserve volume = ?
Expiratoire reserve volume ?
Residuale volume = ?

Totale long capaciteit = ?
Vitale capaciteit = ?
Inspiratoire capaciteit = ?
Functionele residuale capaciteit = ?

A

Ademvolume / tidal volume = normale rustige ademhaling (500 ml)
Inspiratoire reserve volume = hoeveelheid lucht dat geforceerd ingeademd kan worden boven op het ademvolume (3100 ml)
Expiratoire reserve volume = hoeveelheid lucht dat geforceerd uitgeademd kan worden na een normale uitademing (1200 ml)
Residuale volume = hoeveelheid lucht wat in de longen blijft na geforceerde uitademing (1200 ml)

Totale long capaciteit = maximale hoeveelheid lucht dat in de longen kan komen na een maximale inademing (TV + IRV + ERV +RV, 6000 ml)
Vitale capaciteit = De grootste hoeveelheid lucht die we kunnen opnemen bij een diepe inademing (4800 ml)
Inspiratoire capaciteit = maximale hoeveelheid lucht dat ingeademd kan worden na een normale inademing (TV + IRC, 3600 ml)
Functionele residuale capaciteit = volume van lucht in de longen na een normale uit ademing (ERV +RV = 2400 ml).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe veranderen de verhoudingen omtrent V/Q bij longtoppen vs long basis? En waarom (2 redenen).

Hoe is de V/Q bij COPD, astma, pneumonie?

A

Toppen = ↑ ventilatie, ↓ perfusie –> V/Q > 1
Basis = ↓ ventilatie, ↑ perfusie –> V/Q < 1
Redenen: zwaartekracht (1) en gasdruk in alveoli (2)

V/Q < 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effect van plasma [O2] op HbO2 en Bohr effect

A

Wanneer plasma O2 vermindert zal Hb O2 loslaten.
Lage pH leidt tot een verminderde affiniteit van Hb voor O2 (Bohr effect).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer vindt een verschuiving naar rechts plaats op de zuurstofdissociatiecurve?

De zuurstofdissociatiecurve schuift naar rechts als de affiniteit van zuurstof voor Hb verminderd is. Dat wil zeggen dat het zuurstof minder snel bindt aan het Hb en er dus sneller zuurstof wordt ‘losgelaten’ in de weefsels.

A
  • [H+] toeneemt (en de pH dus daalt)
  • PCO2 toeneemt
  • Temperatuur toeneemt
  • 2,3-DPG toeneemt (= eindproduct erytrocytenmetabolisme en neemt toe bij chronische hypoxie: op hoge hoogtes of chronische longziekten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CO2 wordt voor 70% via bicarbonaat (HCO3-) vervoerd. Dit heeft 2 doelen:

A
  1. extra manier CO2 transport naar longen
  2. HCO3- kan als buffer dienen en helpen bij stabiel houden pH.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de ademhaling gereguleerd?

A
  • Medulla oblongata (die via n. phrenicus diafragma innerveert)
  • Centrale en perifere chemoreceptoren (centrale zitten op medulla oblongata en zijn gevoelig voor veranderingen in pCO2; perifere zitten op carotis en aortaboog en zijn mn gevoelig voor pO2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Obstructief vs restrictief longproblematiek
- wat is het en hoe ontstaat het?
- hoe zijn de long volumes en capaciteiten? (FEV1, FVC, FEV1/(F)VC), TLC, DLCO.

A

Obstructief:
- luchtwegweerstand verhoogd en vertraging luchtstroom bij uitademing. Oorzaken:
- afwijking in het lumen van luchtweg
- afwijking in wand van luchtweg
Gevolg: FEV1/VC ↓ = hyperinflatie met verhoogde residuale capaciteit
Vb.: COPD (emfyseem, chronische bronchitis), astma, bronchoectiasiën.

FEV1 = normaal of ↓
FVC = normaal of ↓
Tiffeneau = ↓
TLC = normaal of ↑
DLCO = ↓

Restrictief
- afname van longcompliantie en toename van bindweefsel. Doordat long niet meer goed kan uitzetten nemen de longvolumes af.
- Vb.: fibrose, longontsteking, longoedeem, … (alle soorten longontstekingen, bv. ook TBC)

FEV1 = normaal of licht ↓
FVC = ↓
Tiffeneau = normaal of ↑
TLC = ↓
DLCO = ↓

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 oorzaken hyperinflatie longen

A
  1. statisch –> long is slapper door toegenomen compliantie (bv. bij longemfyseem)
  2. dynamisch –> te weinig tijd om uit te ademenen omdat door luchtwegobstructie uitademing langer zou moeten duren om te voltooiien. Bij inspanning: ademminuutvolume ↑ ; minder tijd om uit te ademenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil op longfunctieonderzoek astma en COPD

A

Astma –>
- normale diffusiecapaciteit
- TLC is normaal
- FEV1 is verlaagd
- Tiffeneau index is verlaagd

Typisch bij COPD –>
- verstoorde diffusiecapaciteit
- duidelijke knik in grafiek, wijst op volledige collaps: kerktorenfenomeen
- TLC verhoogd door hyperinflatie
Tiffeneau index vaak rond 25%

Zie p55 voor grafieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Astmatische bronchitis:
Epi
Patho
Eti
Symp
LO
DD
AO
Beha
Prog

A

Epi: vaak (15-20% in ontwikkelde landen), ook vaak (40%) bij kinderen)

Patho: acute (reversibele) luchtwegontsteking, vaak na blootstelling aan omgevingstrigger.
- overgevoeligheid bronchiën –> ontstekingen luchtwegen + hypersecretie slijm, infiltratie ontstekingscellen, samentrekken gladde spieren –> toename luchtwegweerstand.

Chronisch –> irreversibel agv verdikking basaalmembraan, afzetting collageen. Remodellering luchtwegen met hypertrofie en hyperplasie van gladde spieren.

allergeen gevangen door DC → gepresenteerd aan Th-2 → productie IL-4 (→ prod. IgE antilichamen → mastcellen → prod. granules die histamine en prostaglandinen bevatten), IL-5 ( → activeert eosinofielen die weer meer cytokines zullen produceren).
Gevolgen:
- bronchospasmen
- toegenomen mucussecretie

Eti
Chronisch:
- sigaretten rook
- smog en andere industriële luchtvervuilers
- toxische chemicalieën
- herhaaldelijke luchtweginfecties (mn influenza A en B, Staphylococcus, Steptococcus en Mycoplasma pneumonia)
- mensen met vg van astma, CF, bronchoextiasen

Acuut:
- bacterieële en virale infecties (mn influenza A en B, Staphylococcus, Steptococcus en Mycoplasma pneumonia)

Symp
- Kortademigheid
- Hoest
- Wheezing
- Pijn op de borst

LO
Vaak normaal
Gebruik hulpademhalingsspieren
Kortademigheid
Verhoogde ademhalingsfrequentie
Vraag ook naar: frequentie, duur en nachtelijke klachten
Hoesten
Roken en rookgeschiedenis
Medicatiegebruik en allergieën
Familieanamnese
Auscultatie hart en longen: expiratoire wheezing (ronchi) met verlengd experium

DD
larynxobstructie
COPD
luchtweginfecties
corpus alienum
bij astma-aanval → anafylactische reactie (vaak gepaard met zwelling, huiduitslag, jeuk → adrenaline geven!!)
hartfalen
gastro-oesofageale reflux
chronische sinusitis

AO
- saturatie
- piekstroommetingen
- lab (eosinofielen, IgE, ureum, elektrolyten (nieren omdat salbutamol hypokaliëmie kan veroorzaken)
- ECG (sinustachycardie agv chronische longziekten)
- x-Thorax
- Spirometrie (tiffeneau verlaagd) –> Bij verbetering van 12% na luchtwegverwijder –> reversibiliteit = bronchiale astma.

Beha
1. SABA of ICS-formoterol (zo nodig)
2. Lage dosis LABA/ICS (nooit mono LABA bij astma)
3. Hoge dosis LABA/ICS en
4. evt. met anti-IgE/IL-5 therapie (bij kinderen)

Snelle behandeling cruciaal omdat progressieve slijmproductie verhindert dat medicatie het slijmvlies bereikt.
- b2-agonisten (bv. salbutamol)
- muscarinereceptorantagonisten (remmen ontsteking, ontspannen bronchiale musculatuur, en verminderen slijmproductie).
Ipratropium (muscarinereceptorantagonist, SAMA) in combinatie met salbutamol kan worden gegeven ter coupering van een ernstige astma-longaanval. Het heeft geen plaats in de standaardbehandeling van volwassenen en kinderen met astma.

Prog
Goed. Mortaliteit is laag en is afhankelijk van meerdere factoren (longfunctie, rookgedrag, leeftijd, bloed eos, FEV1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

COPD
Epi
Patho
Eti
Symp
LO
DD
AO
Beha
Prog

A

Epi
- vn bij rokers >40 jr en neemt toe met leeftijd
- derde meest voorkomende oorzaak morbiditeit en mortaliteit
- in NL: half miljoen mensen COPD.

Patho
- ontstekingen van luchtwegen, longparenchym en longvasculatuur –> oxidatieve stress en proteaseactiviteit
- emfyseem –> structurele veranderingen waarbij alveolaire luchtblaasjes worden vernietigd doordat neutrofielen en macrofagen worden gerekruteerd en ontstekingsmediatoren worden vrijgegeven. Protease-gemedieerde destructie van elastine leidt tot verlies elastische terugslag = collaps luchtwegen tijdens uitademing.

Ontstekingsreactie en obstructie veroorzaken ↓FEV1 en weefseldestructie → beperking luchtstroom en ↓gasuitwisseling → ↑CO2

pulmonale hypertensie kan optreden agv vasoconstrictie door hypoxemie

Eti
- chronische blootstelling schadelijke deeltjes/gassen → sigarettenrook !
- passief roken
- omgevings- en beroepsmatige blootstellingen
- AATD (antitrypsine deficiëntie)

Symp
- Hoesten/kuchen
- Dik slijm
- Kortademigheid,
- Benauwd, m.n. bij inspanning
- Wheezing
- Afvallen
- Slappe spieren
- Vermoeidheid

LO
- dyspneu, ademhalingsspieren, cyanose, stand thorax, ademhalingsfrequentie, oedeem been.
- ausculteer hart & longen (exp. piepen, verlengd exp., crepiteren, hartritme en souffles).
- saturatie, RR
- BMI

DD
Astma
Astma-COPD overlapsyndroom
Interstitiële longziekte
Bronchiolitis obliterans
Diffuse panbronchiolitis
Hartfalen
Trombo-embolische ziekte
Lymfangioleiomyomatose
Tuberculose
Taaislijmziekte
Bronchiëctasie
Maligniteit

AO
- spirometrie: FVC, FEV1, ‘flow/volume-curve
- ECG en BNP of NT-pro BNP bepaling bij twijfel hartfalen / COPD

Beh
- adviezen (stoppen met roken, bewegen, afvallen)
- medicamenteus:
1. SABA of SAMA, zo nodig (infrequente dyspneuklachten, geen longaanvallen)
2. LAMA of LABA, als onderhoud (regelmatige dyspneuklachten)
- voeg bij >2 longaanvallen/jaar OF eosinofielen -> ICS toe
3. LAMA of LAMA + LABA of LABA + ICS, als onderhoud (persisterende dyspneuklachten)
- voeg bij >2 longaanvallen/jaar OF eosinofielen -> ICS toe

Prog
- variabel obv therapietrouw
- pt. met andere comorbiditeiten hebben slechtere prognose
- luchtstroombeperking en dyspneu zijn meestal progressief
- BODE-index kan risico op overlijden schatten obv BMI, FEV1, inspanningscapaciteit, dyspneutische klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pneumonie: HAP/CAP
Epi
Patho
Eti
Symp
Ana/LO
DD
AO
Beh
Pro

A

Voor een HAP: minimaal 72 uur in verpleeg- of ziekenhuisafdeling zijn geweest.
Epi
- hoog: 4/1000 met hoge mortaliteit
- piekincidentie bij <5 jr en >75 jr

Patho:
- Kolonisatie ziekteverwekkers, gevolgd door micro-aspiratie zorgt voor binnenkomst virus in onderste luchtwegen
- De pulmonale afweer zorgt voor een longontsteking

Eti
- CAP: vn. S. pneumoniae, H. influenzae, M. pneumoniae.Pt. op ICU: S. pneumoniae, Legionella, Enterobacteriacae, S. aureus
- HAP: gram-negatieven: Enterobacteriaceae, aeruginosa en S. aureus.

Risicofactoren:
- leeftijd
- chronische comorbiditeiten
- virusinfectie
- verminderde luchtwegbescherming
- roken en alcohol
- leefomstandigheden (daklozen bv.)

Symp
- alveolaire pneumonie:
acuut begin
koorts >38.5 met rillingen
leukocytose, linksverschuiving, sterk verhoogd CRP
productieve hoest
lobair infiltraat
frequent pleuritis
crepiteren, demping
ziek, tachypneu, tachycardie

  • interstitiële pneumonie:
    geleidelijk progressieve klachten
    koorts <38.5 zonder rillingen
    lymfocytose, licht verhoogd CRP
    droge hoest
    zelden pleuritis
    slechts discrete afwijkingen bij auscultatie
    gematigd zieke, extrapulmonale klachten: bv. myalgie, hoofdpijn.

Ana/LO
hoest (90%) wel/niet productief
Koorts (80%)
Dyspnoe (66%)
Thoracale pijn (50%)
Etiologie (werk, reizen, diercontact, saunabezoek, etc. –> Legionella)

Let op rode vlaggen:
- ademfrequentie >30/min
- verwardheid
- systl. RR <90 of diast. <60
- leeftijd >65

Crepiteren
Pleurawrijven
Bronchiaal ademgeruis (lobaire pneumonie)
Demping bij percussie
Voorkeurshouding (naar aangedane zijde)
Typische symptomen afwezig → atypische pneumonie.

DD
- acute bronchitis
- exacerbatie chronische bronchitis
- congestief hartfalen
- aspiratie pneumonitis
- longfibrose
- myocardinfarct
- SLE
- longembolie
- …

AO
- sputum onderzoek en bloedkweek (Hb, leuco’s, ureum, kreatinine, elektrolyten, CRP), pleuravocht, serologie
- urine: Legionella, Pneumokokken antigeentest
- bloedgas en saturatie
- X-thorax: infiltraat, pleuravocht

Beh
- acute situatie – >ABCDE-methodiek
- antibiotische therapie –> peniciline (amoxiline bv. of B-lactam

Gebruik AMBU-65 score
0 = licht
5 = ernstig (57% 30-daagse sterfte)
Kerncriteria:
1. ademfreq. > 30
2. acute verwardheid
3. RR sys <90 of dias <60
4. ureum > 7 mmol/l
5. leeftijd > 65 jr

AMBU 0-1 = amoxicilline of doxycycline oraal
AMBU 2 = benzylpenicilline iv / amoxicilline
Indien recent verblijf in land met hoge prevalentie penicilline-resistente S. pneumoniae: benzylpenicilline iv
AMBU 3-5 = ceftriaxon (breedspectum antibioticum) of moxifloxacin

Bij verdenking aspiratie: ceftriaxon iv + metronidazol iv 5-7 dagen

Pro
–> vanaf AMBU 2 overwegen om pt. in ziekenhuis te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pneumothorax
Epi
Eti
Symp
Ana/LO
DD
AO
Beh
Pro

A

Epi
- vaak 20-30 jr
- vaker bij mannen (mn bij de primaire pneumothorax)
- hoge recidiefkans
- iatrogeen meest voorkomend: 5:10.000

Patho
- primair pneumothorax –> smalle jonge personen door toegenomen schuifkrachten of hogere negatieve druk aan top van de long
- traumatische pneumothorax –> lucht komt pleurale ruimte in maar kan er niet uit –> compressie

Als er een opening is tussen alveoli en pleurale ruimte, zal lucht deze ruimte ingaan en de gradiënt veranderen waardoor long collabeert.

Eti
- roken
- lange dunne lichaamsbouw
- zwangerschap
- familiaal
- Ziekten: COPD, astma, TBC, sarcoïdose, CF, HIV, lonfibrose, ..
- iatrogeen: pleurale biopsie, transbronchiale biopsie, ..
- traumatisch: stomp of steek, rib breuk, duiken/vliegen

Symp
- asymptomatisch
- thoracale pijn
- benauwd
- dyspneu
- kuchen / hoesten
- pijn in nek/schouder
- tachycardie
- hypercapnie
- hypersonore percussie
- verlaagde RR
- verlaagde saturatie

Ana/LO
- RR, saturatie
- thoraxexcursies
- hypersonore percussie
- subcutaan emfyseem of fremitus
- tracheadeviatie naar contralateraal
- verminderd of afwezig ademgeruis
- tekenen trauma

DD
aspiratie bacteriële of virale pneumonie
acute aortadissectie
myocardinfarct
longembolie
acute pericarditis
slokdarmspasme
slokdarmruptuur
ribfractuur
diafragmatische letsels

AO
- x thorax
- echo thorax
- CT- thorax

Beh
- spanningspneu -> drainaige/decompressie met naald over 3e rib (2e ICR, Midclaviculair), nadien altijd gevolgd door drain. Dit gebeurt altijd eigenlijk al in ambu.
- pneumothorax -> drain om overtollig lucht af te voeren. Later pleurodese via deze drain (pleurabladen aan elkaar plakken dmv talkpoeder) om recidief te voorkomen.

Pro
- goed, recidief kan wel optreden: herhalings% binnen 5jaar is 30% en neemt alleen maar toe
- spanningspneu’s zijn dodelijker (10%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Spannings vs niet-spanningspneumothorax

A

spanningspneumothorax → acute medisch noodgeval omdat er steeds meer lucht in de pleurale ruimte komt → verhoogde intrathoracale druk → compressie bloedvaten

niet-spanningspneumothorax → minder ernstig omdat de lucht langzaam accumuleert in de pleuraholte.
Spontane pneumothorax kan
1. primair (bv. bij lange smalle mannen)
2. secundair (bv. door longziekte, bv. COPD) zijn

17
Q

Acute bronchitis
Eti
Symp

A

Eti
- veroorzaakt door infectie grote luchtwegen, meestal virussen, en gaat vanzelf over
- bacteriële infectie komt niet vaak voor, 95% is secundair aan virussen
- kan soms worden veroorzaakt door allergenen, irriterende stoffen en bacteriën

Symp
veel hoesten.
ophoesten van slijm.
benauwd zijn.
branderige pijn achter het borstbeen bij het hoesten.
moe zijn.
piepend ademhalen.
soms koorts.

18
Q

Status astmaticus
Symp
Beha

A

medisch noodgeval → extreme vorm van astma-exacerbatie
kenmerkend: hypoxemie, hypercapnie en secundaire respiratoire falen

Symptomatologie
verminderd bewustzijn
dreigende uitputting
saturatie <85%
verzwakt ademgeruis (stille thorax)

Behandeling
- De patiënt is vaak niet-responsief voor behandeling met bronchodilatoren –> start zuurstofsuppletie
- SABA 1e keus = bronchodilatatie (echter is de pt. hier vaan niet-responsief voor)
- steroïden: start prednison
- magnesiumsulfaat
- antibiotica op indicatie
- Bij ernstige gevallen → ICU

19
Q

Pulmonale hypertensie
- pathogenese
- sympt

A
  • omvat groep aandoeningen met gemeenschappelijk kenmerk: verhoogde pulmonale vasculaire weerstand
  • niet-specifieke symptomen: kortademigheid bij inspanning, soms zwakte
  • progressieve ziekte waarbij behandeling gericht is op beheersen symptomen en behandelen oorzaak

Patho
- meestal idiopathisch
- moleculaire en genetische oorzaken leiden tot hypertrofie van gladde spieren, endotheelcellen en adventitia.
- reactie op verhoogde weerstand –> RV verhoogt vullings- en slagvolume –> pulmonale arteriële druk neemt toe –> RV hypertrofie
- soms secundair aan ander proces zoals linker hartziekte, chronische longziekte of chornische longtrombo-embolie.

Symp:
dyspneu (die steeds erger wordt)
vermoeidheid
angina
syncope
als rechter ventrikel functie daalt zal de bloeddruk normaal tot laag zijn en kunnen er v. jugularis pulsaties worden waargenomen.
geruis kan worden waargenomen bv. rechts → tricuspidalisinsufficiëntie. Ook kan een mitralisstenose links voor doen.

20
Q

Obstructief slaap apnoe syndroom
- symp
- diag
- beha

A

gekenmerkt door episoden volledige collaps van luchtweg of gedeeltelijke collaps met bijebhorende afname zuurstofverzadiging of wakker worden uit slaap
–> gevolg: gefragmenteerde, niet-herstellende slaap
- OSA significante gevolgen voor cardiovasculaire gezondheid, geestesziekte, levenskwaliteit en rijveiligheid

Symp:
- episodes van complete / gedeeltelijke collapse (apneu/hypoapneu) me tafname zuurstofsaturatie
- luid snurken
- overmatig slaperigheid overdag
- vermoeidheid
- hoofdpijn
- moeite met concentreren
- afgenomen libido

Diag:
- polysomnografie = gold standard
- pt. gemonitord met EEG-leads, saturatiemeter, T, en druksensoren om nasale en orale luchtstroom te detecteren.

Beha:
- leefstijl (gewicht, alcohol, slaap, benzo’s/opiaten/antidepressiva vermijden)
- (continuous) positive airway pressure ((C)PAP) therapy

21
Q

Bronchiëctasieën
Eti
Sym

A

chronische longziekte gekenmerkt door aanhoudende levenslange verwijding bronchiale luchtwegen en verzwakking mucociliaire transportmechanisme agv herhaalde infectie die bijdraagt aan bacteriële invasie en slijmophoping

Eti
- Oorzaken zijn idiopathisch, verworven of infectiegerelateerd:
Bacteriële infecties (Myobacterium: Tuberculose en atypisch, influenza, Pseudomonas, …)
Virale infecties
Schimmelinfecties
Bronchiale obstructie
Chronische aspiratie/gastro-oesofageale reflux stoornis
Aangeboren/genetisch
Longziekten (astma, COPD, ….)

Symptomatologie
periodes met een mild grieperig gevoel;
hoesten met opgeven van slijm (soms met wat bloed);
moeheid;
kortademigheid;
pijn op de borstwand;
periodes met koorts;
gewichtsverlies;
verkoudheden en neusklachten;
slecht ruikende adem.

22
Q

Longabces/pleura empyeem
Beha

A

opstapeling pus in borstholte tussen de pleurabladen
belangrijkste oorzaak: gecompliceerde longontsteking waarbij ontsteking buiten long zelf treed. Soms ook na bestraling of longoperatie

Beha:
- thorax drain
- decorticatie (verwijderen van dikke schors of cortex op de long die ontstaan is door ontsteking)

23
Q

Tuberculose
- symp
- beha

A

veroorzaakt door Mycobacterium tuberculosis
tast vn de longen aan, echter kan het gehele ademhalingssysteem maar ook GI-tract en andere systemen zijn aangedaan

Symp:
Chronische hoest
Gewichtsverlies
Koorts en nachtelijk zweten
Geschiedenis van contact
HIV-status
Bloed in sputum (hemoptoë)
Pijn
Kortademigheid

Beha:
- latent TBC –> 3 maanden 1/week antibiotica (isoniazide + rifapentine)
- actief TBC –> combinatie therapie (nooit mono)

24
Q

Sarcoïdose
- patho
- symp

A
  • multisysteemaandoening van onbekende etiologie waarbij ontstekingen ontstaan
  • kenmerk: aanwezigheid van opgehoopte witte bloedcellen: granulomen
  • intrathoracale manifestaties meest voorkomend en dan mn de longen, maar ook worden er granuloom manifestaties gevonden in de ogen, huid en gewrichten.
  • op astma na de meest voorkomende longaandoening bij jongvolwassenen in NL
  • koorts, gewichtsverlies, nachtelijk zweten en vermoeidheid

Patho
- slecht begrepen
- genetische als omgevingsfactoren
- T-cellen belangrijk –> stimuleren immuunreactie
- granulomen bevatten macrofagen en andere immuuncellen
- TNF- en TNF-receptor spelen belangrijke rol
- hyperreactiviteit B-cellen –> verhoogde Ig productie

Symp:
- aanhoudende droge hoest
- vermoeidheid
- dyspneu
- pijnlijke rode vlekjes op huid
- uveïtis
- heesheid
- palpabele lymfeklieren
- pijnlijke gezwollen gewrichten
- gehoorverlies
- psychiatrische aandoeningen wanneer de ziekte neurologisch manifesteert.

25
Q

Interstitiële longziekten
patho
eti (indeling groepen)
symp

A

ILZ is een verzamelnaam voor ongeveer 150 longziekten die de werking vd longen kunnen verslechteren door ontstekingen of ontstaan littekenweefsel (fibrose) in longen

patho:
- vaak van onbekende etiologie maar manier van ontwikkeling is altijd hetzelfde
- morfologische veranderingen (op histologie) door opeenhoping ontstekingen in parenchym
- zullen eiwitten en pro-fibrotische elementen opstapelen –> ophoping bindweefsel

Eti:
- obv klinische, histopathologische of radiologische parameters te classificeren
- klinische classificatie groepeert ILD obv oorzaken om exogene of endogene factoren te onderscheiden:
- zonder aanwijsbaar oorzaak: idipathisch/primair; dan wordt de histopathologische of radiologische benadering gebruikt.

  • bekende oorzaken:
    omgevings- en beroepsmatige blootstelling aan bepaalde stoffen (vb. silica, asbest, kolenmijn stof, beryllium en zware metalen).
    auto-immuun ziekten zoals ziekten die bindweefsel aantasten en vasculitiden dat gedeelte van de longen aantasten
    medicatie-geïnduceerde ILZ
    idiopathische ziekten → meest voorkomend
    combinatie van inflammatie en fibrose

symp:
geleidelijke aanzet dyspneu
hoest
pleuritische borstpijn
hemoptoë
crepitaties (bilateraal)