Week 3

Question 1

paradigma definitie

Answer 1

universeel erkende wetenschappelijke prestatie die een tijdlang modelproblemen en oplossingen biedt voor een gemeenschap van beoefenaars

Question 2

paradigma kenmerken

Answer 2

• de paradigma keuze gemaakt wordt door wetenschappers
• Het gaat daarbij om een overdracht van loyaliteit naar een ander paradigma
• Het is een conversie die niet kan worden afgedwongen. Het wordt bereikt door overtuigende argumentatie en niet door bewijs tonen
• Het niet cumulatief. Een nieuw paradigma vervangt de vorige waardoor kennis zich niet opeen kan stapelen.

Question 3

2 redenen waarom paradigmaverschuivingen irrationeel zijn

Answer 3

1. Wanneer je van paradigma wisselt het huidige paradigma beoordeelt met de methodes die daarbij horen wat dus een beetje scheef is. Er is geen “objectief” paradigma dat kan zeggen of je moet wisselen of niet.
2. De tweede reden is dat het onlogisch is omdat het gaat om overtuigingen en welke waarden belangrijker zijn dan de ander. Maar dit is lastig om te bepalen.

Question 4

Smith - 3 interpretaties van een paradigma

Answer 4

1. het dominante wereldbeeld
2. een aparte wetenschappelijke gemeenschap met haar eigen institutionele basis binnen een veld van de wetenschap.
3. verschillende scholen met een eigen perspectief binnen een grotere gemeenschap. Een paradigma wordt hierbij meer als een model gezien

Question 5

exemplars of normal science within a paradigm

Answer 5

• What subject is to be observed?
• How are experiments conducted?
• What kind of questions can be asked and how are they asked?

Question 6

incommensurability

Answer 6

• Only certain aspects comparison is possible but not epistemic concerns like validity of evidence, good arguments, or truth
• So, there is no neutral yardstick of standards, norms, and values
• So, the paradigm change is in part irrational/illogical, because if we assume that paradigms are global structures through all science is conducted so one paradigm can only use one’s methods to determine if the paradigm is good. There is no objective paradigm.

Question 7

cogito ergo sum

Answer 7

er is een zekere kennis over het bestaan van de geest, een ‘denkend ego’ (niet-ruimtelijke, spirituele entiteit: res cogitans)

Question 8

Gadamer - mutual penetration of worlds

Answer 8

The ‘horizon’ of the subject’s perspective (thoughts, behaviors, activities) merges with that of the interpreter

Question 9

bracketing

Answer 9

ignoring your own views, values, beliefs

Question 10

Full disclosure

Answer 10

describing your own position as well as possible

Question 11

Asymmetry thesis

Answer 11

Valse overtuigingen en onlogische verwijzingen moeten worden uitgelegd, ware en logische overtuigingen niet

Question 12

principle of charity

Answer 12

je iets moet interpreteren met de gedachte dat je gesprekspartners meestal een ware overtuiging hebben en een wetenschapper die het interpreteert ervan uit moet gaan dat de mensen met wie hij of zij spreekt competente en geloofwaardige gebruikers zijn van hun eigen taal.