Week 22 Flashcards

Hart

1
Q

dextrum

A

rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sinister

A

links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sulci

A

groeve in hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sinus coronarius

A

groot bloedvat achterop het hart voor toevoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar hoor je de aortaklep?

A

rechts, 2e intercostaalruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar hoor je de pulmonaalklep?

A

links, 2e intercostaalruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar hoor je de mitralisklep

A

5e links, midclaviculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar hoor je de tricuspidklep

A

4e links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sinusknoop

A

genereren, myocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

purkinjevezels

A

gespecialiseerd hartspierweefsel voor snelle geleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Actiepotentiaal hartspiervezel

A
  • depolarisatie: Na⁺-influx
  • initiële repolarisatie: Na⁺-kanalen dicht + K⁺-efflux
  • plateau: Ca²⁺-influx + K⁺-efflux
  • repolarisatie: Ca²⁺-kanalen dicht + K⁺-efflux
  • rustmembraanpotentiaal = -90mV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Actiepotentiaal myocyten

A
  • funny channels open: Na⁺-influx
  • na drempelwaarde: Ca²⁺-influx
  • repolarisatie: Ca²⁺-kanalen dicht + K⁺-efflux
  • niet echt rustmembraanpotentiaal, maar onderste waarde = -60mV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

1e harttoon

A

sluiten AV-kleppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2e harttoon

A

sluiten aorta-/ pulmonaalkleppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

normale volumes:
- eind diastolisch
- eind systolisch

A
  • 110-120
  • 40-50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Volume-druk diagram

A

I: vullen
II: isometrische contractie
III: ejectie
IV: isometrische relaxatie

17
Q

Frank-Starling mechanisme

A

meer in -> meer uit

18
Q

Algemene histologie vaatwand

A
  • tunica intima: lamina basalis + endotheel (+ lamina elastica interna)
  • tunica media: glad spierweefsel (+ lamina elastica externa)
  • tunica adventitia: bindweefsel
19
Q

histologie elastische arteriën

A

dikke intima en hele dikke media

20
Q

histologie musculaire arteriën

A

IEL bij interna (golvend) en dikke media

21
Q

histologie arteriolen

A

IEL, dunne adeventitia, geen externa

22
Q

Soorten capillaire

A
  • continue: geen fenestrae
  • gefenestreerde: wel fenestrae
  • sinusoïde: veel fenestrae
23
Q

histologie venen en venulen

A

geen IEL, dunne media, dikke adventitia

24
Q

lymfevaten histologie

A

epitheelcellen liggen dakpansgewijs
- collageenvezels regelen het openen van kleppen

25
Q

sinusbrachycardie

A

minder signalen vanuit sinusknoop

26
Q

sinustachycardie

A

meer signalen vanuit sinusknoop
- heeft meerdere oorzaken

27
Q

AVNRT

A
  • slow-fast pathway
  • verhoogde frequentie, geen zichtbare P-golven
28
Q

AVRT

A
  • P-golf tussen QRS-complex en T-top
  • soms delta-golf
29
Q

Atriumfibrilleren

A
  • meerdere chaotische circuits door re-entry
  • irregularly irregular
  • lichte trillingen basislijn en geen duidelijke P-golf
  • verschil tussen hartslag en polsslag
30
Q

atriumflutter

A
  • F-golven = zigzagjes tussen QRS-complexen
  • of licht of sterk verhoogde hartslag
31
Q

ventrikelfibrilleren

A

kinderkleurplaat -> niet levensvatbaar

32
Q

WPW

A

+ bundel van Kent -> geen vertraging

33
Q

Kototoff-tonen

A

I: snapping
II: dempen
III: bonzen
IV: mompelen
V: stilte