Week 2 Professionalism Flashcards
Wat zijn institutional constants van professionalism?
- Erkenning van kennis en skills
- DoL met andere professions
- Gecontroleerde markt door vereiste opleiding
- Gecontroleerd trainingsprogramma
Wat zijn instutitionele variabelen van een profession?
- Organization van policy and state
- Organisatie zelf
- dominante ideologie
- Variation in knowledge
Wat zijn de vormen van organisatie van beleid en staat (institutional variables)
organization zelf (hierarchical (bureaucracy) and coordinative(flat) uitvoeren van power (reactive, activitist)
Welke dominante ideologieën zijn er in institutionele variabelen?
Managerial (rules), generalization(variety of skills), specialization (DoL)
Wat zijn de 5 componenten van een professional bureaucracy?
Top management > operating core > middle management > technical structure > support staff
Wat is pigeonholing?
Standaard onvoorspelbaarheden aan een standaard programma matchen met skills en kennis
Wat zijn voordelen van professional bureaucracy?
Kennis delen en vrijheid voor professionals
Wat zijn nadelen van professional bureaucracy?
- Problems of coördination (als pigeonholing niet werkt, tussen professional en staff)
- Problems of discretion (niet iedereen heeft zelfde level van profession)
- Problems of innovation (weerstand tegen innovatie)
- Dysfunctionel reactie op problemen
Wat zijn coördinatiemechanismes voor professional bureaucracy?
Standardization of work processes en skills
Wat is de old institutional theory?
verklaring voor gedrag van organizaties
Wat is de new institutional theory?
Organisaties zijn niet alleen een functioneel productiesysteem maar cultuur en sociale systemen hebben er ook invloed op
Wat is institutional pressure?
Hoe instituties organisaties vormen
Wat is isomorphism en welke vormen zijn er?
= organisaties die steeds homogener worden (zorgen voor legitimacy)
- Coercive (moet vanuit top-down)
- Mimetic ( kopiëren zodat je zekerheid hebt dat het werkt)
- Normative ( doen omdat de normen het willen)
Uit welke drie pillaren bestaat een instutitie?
Regulative, normative and cultural-cognitive
Wat is institutional logics?
Waarom actors doen zoals ze doen. Volgens bepaalde regels en normen. Instituties maken deze frames en individuals moeten zich ernaar gedragen