Week 2 Flashcards
Wat geeft de Flesh formula van Renkema weer?
Hoe leesbaar een tekst is, door middel van een wiskundige formule
De woordlengte en zinslengte worden in de formule meegenomen, die vervolgens de reading ease bepaalt
De resultaten liggen tussen de 0 (moeilijk) en 100 (makkelijk)
Wat zijn de nadelen van de formule?
houdt geen rekening met coherentie of consistentie (op zowel zin als tekstueel niveau)
niet alle woorden met veel lettergrepen zijn moeilijk
ontwikkeld voor schoolteksten, dus niet per sé toepasbaar op andere teksten
de tekstbegrip testen die ten grondslag liggen aan deze formule hebben een twijfelachtige status
Hoe is de formule aangepast en door wie?
Door Douma
10% erbij omdat het Nederlands meer samengestelde woorden heeft dan het Engels
Wat zijn andere taal technologische hulpmiddelen?
jargon scanner
texamen (analyse moeilijke woorden en zinnen)
LSA (kans combinatie van woorden in alinea)
coh-metrix (nieuwe zin, mate van overlap)
Wat is de Cloze test?
De cloze test gaat er vanuit dat de lezer een tekst ook kan begrijpen als woorden weggelaten zijn. De mate waarin dit lukt, geeft aan hoe moeilijk de tekst is.
Elk vijfde woord is weggelaten.
Wat is de kritiek op de Cloze test?
De test test in sommige gevallen meer de kennis van de lezer over een specifiek onderwerp dan dat de test weergeeft of de tekst lastig is.
Dit ligt aan welke woorden er weggelaten worden:
- functiewoorden: makkelijker in te vullen wanneer kennis van taal
- inhoudswoorden: in te vullen adhv kennis over onderwerp
Wat zijn de drie termen van het CCC-model (Renkema)?
correspondentie - tekst is alleen van goede kwaliteit als de zender haar doel bereikt en voldoening geeft aan ontvanger
consistentie - de tekst is consequent in structuur, woordkeuze, etc
correctheid - de tekst mag in zowel grammaticale zin als in de inhoud geen fouten bevatten
Waarom kan een goede titel ervoor zorgen dat een tekst beter wordt opgenomen?
Deze kan ervoor zorgen dat het juiste geheugenschema geactiveerd wordt en de tekst zodanig juist wordt geïnterpreteerd
Wat is een schema (Peeck)?
Een schema is een geheugenschema, een kennisbestand dat wij in ons hoofd hebben. Deze werken in het lange termijn geheugen, en schematiseren kennis. Deze schema’s hebben standaardelementen en open plekken (slots). Dit is een vaststaand iets in je cognitieve systeem, waardoor kennis makkelijker terug te halen en op te slaan is.
Hoe kan een geheugenschema werken als retrieval plan?
Doordat je weet wat je kan verwachten en wat relevant is, kan je de kennis beter terughalen.
Welke twee dingen onderscheiden we in het schema?
het scenario (de volgorde van gebeurtenissen)
het script (de personen die een rol spelen in het schema)
Wat doen stimulating recall events?
deze stimuleren relevante voorkennis
hierdoor zijn de resultaten beter
Hoe noemen we de open plaatsen en het invullen hiervan?
slots
+
Ideational scaffolding
Wat zijn interpretatieve repertoires?
het telkens toepassen van vertrouwde frames in vertrouwde omstandigheden
Wat zijn ingebedde metaforen?
Zodra je over abstracte, complexe problemen gaat praten doe je dit vaak in termen uit een ander domein, wat er in resulteert dat je metaforen gebruikt. Deze gekozen metaforen en domeinen zijn niet toevallig, maar zijn tekenend voor hoe men erover denkt. Zoals bijvoorbeeld bij een liefdesrelatie, een reis “we zitten vast” “het loopt dood” etc.
Ofwel, metaforen die al vast in de taal zitten.