Week 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het writing model van Flower en Hayes als cognitief proces ipv stage proces?

A
  • gericht op processen in de schrijver
  • schrijven als verzameling van denkprocessen
  • schrijven als probleem-oplosser
  • niet linear, dynamisch proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie componenten van de writing model?

A
  • task environment
  • the long-term memory of the writer
  • the writing process
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke onderzoeksmethoden zijn er als we onderzoeken hoe schrijvers werken?

A

observatie van gedrag

retrospectie: onderzoeker bevraagt schrijver achteraf

direct verslag: onderzoeker stelt vragen tijdens het schrijven

hard op denken: schrijver doet verslag tijdens het schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarin onderscheiden goede schrijvers zich van slechte schrijvers?

A

Goede schrijvers plannen meer en beter dan slechte schrijvers

Hebben minder moeite met het formuleren van woorden en zinnen

Passen een breder scala aan revisies toe, terwijl minder goede meer op spelling en interpunctie focussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke schrijfstijlen onderscheiden we?

A

zin voor zin perfect

alle gedachten opschrijven, achteraf reviseren

perfecte eerste versie, reviseren voor formuleren

eerst uitgebreid plannen, erna volledig uitschrijven, daarna reviseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke vier theorieën is peer response gebaseerd?

A

Schrijfproces theorie (writing model), waarbij wordt gereviseerd

Collaboratief leren theorie: kennis is een product van sociale interactie

Zone of proximal development: door een andere leerling ondersteuning te bieden bereikt de ene leerling een een hoger niveau

theorieën binnen SLA: zelfredzaamheid, zelfsturing, authentiek leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vier voordelen van peer response?

A

praktisch (docent kan afgewerkt product beoordelen)

cognitief (progressie zelfredzaamheid)

sociaal

linguïstisch (metataal over teksten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly