week 2 + 3 + 4 Flashcards

1
Q

Wat is de functie van het prostaat?

A

De prostaat vormt PSA wat bij het ejaculaat komt. Dit zorgt voor liquefactie (vloeibaar worden) van het sperma, waardoor de zaadcellen kunnen zwemmen. De pH is lager dan 5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van de vesicula seminalis?

A

Zij zorgen voor het grootste percentage aan vocht bij het ejaculaat. De pH van het vocht is > 8 (beschermt tegen zure milieu van vagina), rijk aan fructose en smaakt zoet. Door dit vocht wordt het ejaculaat gelvormig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de Hunault score?

A

Met behulp van de Hunault-score kan de kans op een succesvolle spontane zwangerschap in één jaar resulterend in een levend geborene worden berekend bij onbegrepen subfertiliteit. Parameters zijn: leeftijd vrouw, duur onvruchtbaarheid in jaren, aanwezigheid eerdere spontane zwangerschappen, verwijzing, percentage zaad met goede motiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn contra-indicaties voor fertiliteitschirurgie?

A
  • zeer ernstige tubapathologie
  • ernstige OAT (oligo sperma)
  • anovulatie
  • gevorderde leeftijd
  • afweging IVF vs tuba chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met welke middelen kan je bij de verschillende typen anovulatie een ovulatie opwekken?

A

WHO I: GnRH-pomp of FSH-suppletie (injectie)
WHO II: clomifeencitraat, tamoxifen, letrozol of FSH-suppletie
hyperprolactinemie: dopamine agonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn contra-indicaties voor ovulatie-inductie?

A

dubbelzijdige tubapathologie
ernstige OAT
BMI > 24
WHO III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is IUI?

A

Intra uteriene inseminatie: het zaad van de man wordt ingespoten in de vrouw wanneer zij in ovulatie is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn indicaties voor IVF?

A
  • absolute tubapathologie
  • subfertiliteit van de man
  • onbegrepen vruchtbaarheidsstoornissen (ook na IUI)
  • cyclusstoornissen na ovulatie-inductie
  • hooggradig endometriose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan je de diagnose van PCOS bepalen?

A

PCOS = polycysteus ovarium syndroom. Diagnose bij 2 van de 3 volgende factoren:
1. oligo/amenorrhoe
2. hirsutisme / hyperandrogenisme
3. polycysteuze ovariële morfologie (PCOM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn contra-indicaties voor de OAC?

A
  • trombose in VG of trombofilie
  • cardiovasculaire aandoeningen
  • ischemic stroke
  • leveraandoeningen (benigne adenoom, cirrhose)
  • mama carcinoom, gyn. maligniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf het biopsychosociaal model.

A

Seks wordt beïnvloed door:
- biologisch: leeftijd, gezondheid en medicatiegebruik
- psychologisch: persoonlijkheid, psychische problemen, omgaan met seksualiteit, verwachtingen en normen en waarden
- sociaal: cultuur, religie, relatie, opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorwaarden voor een positieve seksuele ontwikkeling?

A
  1. intacte seksuele anatomie / endocrienologie
  2. intact brein
  3. overeenkomend fenotypisch geslacht en genderidentiteit
  4. affectrijk pedagogisch klimaat
  5. positief voorbeeldgedrag tav relationeel gedrag
  6. positieve boodschappen tav seksualiteit in formeel en informeel ‘curriculum’
  7. mogelijkheid tot leeftijdsspecifieke consensueel ‘seksual rehearsel play’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke type personen (en factoren spelen daarbij een rol?) hebben een andere seksuele ontwikkeling?

A
  1. geboren met ziekte, aandoening, beperking, (verst.) handicap:
    - andere sociale ontwikkeling
    - verzorgd worden (lijf is niet van jou)
    - zelf lijf niet kunnen ontdekken
    - beschermd opgevoed
    - risico misbruik groter
  2. geen positieve omgeving/boodschappen, seksueel misbruik:
    - negatief beeld van seks
    - schaamte taboe
    - geen eigen seksuele ontwikkeling
    - geremd, niet genieten
    - grenzeloos
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn klachten van chlamydia bij een man?

A

uretritis en proctitis
> 50% asymptomatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn klachten van chlamydia bij een vrouw?

A

veranderende fluor, contactbloedingen, buikpijn, dyspareunie, cervicitis, uretritis en proctitis
70-95% asymptomatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn symptomen van syfilis?

A

stadium I: pijnloos ulcus, lymfeklierzwelling
stadium II: roseolen, haaruitval, exantheem, wratachtige afwijkingen over het hele lichaam, algemene ziekteverschijnselen
stadium III: gummata, neurosyfilis, vasculaire syfilis

17
Q

Wat zijn contraindicaties voor HST?

A

borstkanker
baarmoederslijmvlieskanker
trombose/longembolie
migraine

18
Q

Wat is een cystocele?

A

verzakking van de blaas

19
Q

wat is een top prolaps/descensus uteri?

A

verzakking van de corpus uteri

20
Q

wat is een rectocele?

A

verzakking van het rectum

21
Q

Wat zijn klachten passend bij een prolaps?

A

zwaar gevoel dat toeneemt in de loop van de dag
soms prolaps zichtbaar
dyspareunie
lage rugpijn
stress- of urge-incontinentie
incomplete lediging van de blaas of darmen
seksuele disfunctie

22
Q

Wat zijn klachten passend bij een ovariumcarcinoom?

A
  • Geen!
  • aspecifiek: vage gastro-intestinale klachten, toename buikomvang, mictie- of defaecatieproblemen
  • acute buik door ruptuur van een cyste of steeldraai
23
Q

Wat zijn beschermende en risicofactoren voor een ovariumcarcinoom?

A

Beschermend zijn minder ovulaties:
- OAC -> risicoreductie van 30-50% bij > 3 j
- zwangerschappen

risicofactoren zijn genetische factoren (10-15%):
- BRCA1/2 mutatie
- Lynch syndroom

24
Q

Wat zijn klachten bij een cervixcarcinoom?

A

bloedverlies
afscheiding
buikpijn
geen: ontdekt bij screening

25
Q

Wat zijn bijwerkingen van radiotherapie?

A

Acuut:
- frequente aandrang ontlasting, diarree, krampen
- frequente mictie, branderigheid
- huidreactie, mucositis
- haaruitval lokaal
- vermoeidheid

Laat:
- ovariële dysfunctie (substitutie!)
- darmschade: ileitis terminalis, stricturen, proctitis
- blaasschade: urgency, hematurie, fistels, necrose
- vermoeidheid
- osteoradionecrose sacrum

26
Q

Welke effecten heeft kanker op de seksualiteit?

A

vermoeidheid
pijn
angst
depressie
zelfbeeld
anatomie
conditie
therapie bijwerkingen
partner

27
Q
A