week 1 Flashcards
Wat is vruchtbaarheid/fertiliteit?
het vermogen van een organisme om zich geslachtelijk voort te planten
Wat is het verschil tussen subfertiliteit en infertiliteit?
subfertiliteit is verminderde fertiliteit en infertiliteit is het absoluut onvermogen zich voort te planten
Wat is fecundity?
Dit is het vermogen om levend nageslacht te krijgen en hangt samen met duur fertiele fase en aantal beschikbare gameten.
Wat zijn voorbeelden van infertiliteit of steriliteit?
Azoospermie (afwezigheid van zaadcellen in het sperma)
Anovulatie
Afsluiting Tubae Falopii (buis die uterus en eileider verbindt)
Wat is oligo menorroe?
Onregelmatig en minder frequente menstruaties.
Wat is amenorroe?
Afwezigheid van menstruaties (> 4 maanden)
Wat is metrorrhagie?
Bloedingen zonder cycluspatroon herkenbaar
Wat is anovulatie?
afwezigheid van de ovulatie
Wat is dysmenorrhoea?
pijnlijke menstruatie
Beschrijf de endocriene besturing van de menstruatiecyclus (schematisch, nog niet extreem uitgebreid maar wel welke hormonen voorkomen).
De hypothalamus pulseert GnRH naar de hypofyse (anterior pituitary gonadotropes). Deze produceren LH en FSH. Deze werken op de ovaria en de ovaria zorgen voor oestrogenen (negatieve feedback op hypothalamus en hypofyse), progesteron (negatieve feedback hypothalamus), inhibines (negatieve feedback hypofyse) en activines (positive feedback hypofyse).
Hoe zit de regeling van follikelgroei en ovulatie in zijn werking?
Onder invloed van FSH groeien de follikels. Ook zorgt FSH ervoor dat de granulosacellen van het follikel oestrogeen (oestradiol) afgeven. Dit zorgt voor negatieve feedback waardoor de FSH afgifte vermindert en er maar 1 follikel per cyclus vrijkomt. Vervolgens komt er een LH-piek waardoor de ovulatie in gang wordt gezet.
Noem alle functies van de hormonen: FSH, LH, progestron en oestrogeen.
FSH:
- stimulatie groei van follikels
- oestrogeen afgifte door granulosacellen
LH:
- LH-piek zorgt voor ovulatie
- progesteron productie door het corpus luteum
oestrogeen:
- negatieve feedback: afgifte van FSH wordt geremd (hypofyse)
- opbouw van endometrium
- oestrogeen uit follikel zorgt voor toename LH, waardoor LH piek
progesteron:
- negatieve feedback: afgifte LH wordt geremd (heel hypothalamus geremd)
- opbouw/in stand houding van endometrium
- progesteron weg -> menstruatie
Wat zijn de verschillende classificaties voor anovulatie?
WHO I (10%): FSH en LH laag; oestradiol laag
WHO II (80%): FSH normaal; LH normaal/verhoogd en oestradiol normaal
WHO III (10%) FSH en LH hoog; oestradiol laag
Wat zijn oorzaken voor WHO I anovulatie?
- hypothalamus-aanleg/anatomisch: trauma, tumor, Kallmann-syndroom
- hypothalame functiestoornis: idiopathisch, stress, eetstoornissen, extreme fysieke belasting, gewichtsreductie
- hypofyse functiestoornis: aanleg, tumor
wat zijn verschijnselen en oorzaken voor WHO II anovulatie?
verschijnselen:
- oligo- of amenorrhoe
- overgewicht
- hyperandrogenisme: hirsutisme, acne en virilisatie
- polycysteus ovarium syndroom (PCOS)
oorzaken:
- mulitfactorieel
- (familiair, genetisch)