Week 2 Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen een focale of een gegeneraliseerde aanval?

A

Een focale epileptische aanval ontstaat door hypersynchrone neuronale activiteit in een deel van de hersenschors. Een grote groep cellen gaat synchroon actiepotentialen afvuren.
Een gegeneraliseerde aanval gaat gepaard met een hypersynchrone neuronale activiteit van de gehele hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bepaalt de prikkelbaarheid van een neuron?

A
  • Ion concentraties
  • Ionkanalen (type, eigenschappen, dichtheid, verdeling)
  • Synaptische inputs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de evenwichtspotentiaal?

A

De potentiaal waarbij de netto kaliumstroom 0 is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn belangrijke eigenschappen van spanningsafhankelijke ionkanalen?

A
  • Selectiviteit
  • Conductantie
  • Activatie, deactivatie en inactivatie onder invloed van membraanpotentiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zijn S1-S4 en S5-S6 belangrijk voor bij de structuur van een kaliumkanaal?

A
  • Vier subunits vormen 1 kanaal (tetrameer)
  • Drie onderdelen: transmembraan segmenten  P-loop en intracellulaire loops
  • S1-S4 zijn van belang voor de spanningsafhankelijkheid
  • S5-S6 zijn belangrijk voor het open en dichtgaan
  • Intracellulaire loops zijn belangrijk voor de inactivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn 2 oorzaken van de refractaire periode?

A
  1. Natriumkanalen moeten herstellen van inactivatie
  2. Kaliumkanalen staan nog open
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van koortsstuipen?

A
  • Genetisch bepaald
  • Geen blijvend letsel
  • 2-5% van alle kinderen heeft ooit een koortsconvulsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn eigenschappen van typische en atypische koortsstuipen?

A

Typisch
- Tonisch-clonisch, waarna een postictale periode
- Volledig herstel in 60 min
- Leeftijd 6 maanden tot 6 jaar
- Geen neurologische aandoening
- Duur < 15 min
- Postictaal geen neurologische uitvalsverschijnselen

Atypisch
- Focale aspecten of recidief in dezelfde koortsperiode, met name binnen 24 uur
- Geen volledig herstel in 60 min
- Leeftijd onder 6 maanden of na 6 jaar
- Neurologische aandoening in de voorgeschiedenis
- Duur > 15 min
- Wel neurologische uitvalsverschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Worden atypische of typische koortsstuipen vaker doorgestuurd?

A

De atypische vorm, omdat de kans hierbij groter is dat er een onderliggende reden is voor de koortsstuipen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de behandeling voor een actieve convulsie?

A
  • Mond leeghalen en zijligging
  • Toedienen diazepam rectiole of midazolam buccaal/nasaal/I.M.
  • Na 5-10 minuten herhalen als convulsie aanhoudt
  • Verwijzen als convulsie > 15 minuten aanhoudt
  • 10 liter zuurstof per minuut via een non-rebreathing masker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de recidiefkans van een koortsstuip?

A

De recidiefkans is ongeveer 30%. Dit percentage is hoger als er sprake is van atypische koortsstuipen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het beleid na een convulsie?

A
  • Zie ook thuisarts.nl koortsstuip
  • Geruststelling en uitleg koortsconvulsie
  • Belang van noodmedicatie: rectiole achter laten en uitleggen wanneer te gebruiken
  • Wanneer opnieuw contact op nemen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 2 mutaties komen voor bij PIGA?

A
  • Somatische mutaties
  • Kiembaan mutaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarmee zijn somatische mutaties bij PIGA geassocieerd?

A

Somatische mutaties in PIGA zijn geassocieerd met paroxysmal nocturnal hemoglobinuria. Deze patiënten gaan vaak dood aan trombose, omdat de erytrocyten aangevallen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarmee zijn kiembaan mutaties bij PIGA geassocieerd?

A

Kiembaan mutaties in PIGA zijn geassocieerd met (X-gebonden) early-onset epileptische encefalopathie (EOEE) en early-myoclonische encefalopathie (EME). De eiwitten die normaal verankert zitten aan het buitenmembraan, zitten hier niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doen we bij verdenking op epilepsie? En waarom doen we dit?

A

Bij verdenking op epilepsie maken we vaak een EEG. Dit heeft verschillende redenen:
1. Bepalen herhalingsrisico na eerste aanval
2. Tijdens aanval bepalen of het epileptisch is
3. Epilepsiesyndroom diagnose

17
Q

Maken we liever een MRI- of een CT-scan bij kinderepilepsiesyndroom?

A

Een MRI-scan

18
Q

Wanneer moet bij epileptie noodmedicatie toegediend worden?

A

Bij een aanval die >5 minuten duurt, dit is een dreigende status epilepticus

19
Q

Wanneer geven we medicatie bij epileptie?

A

Niet bij:
- Koortsstuipen
- Acuut symptomatische aanvallen
- Gelegenheidsinsult

Wel bij:
- Als de diagnose zeker is
- Bij epileptische encefalopathie zeker wel!

20
Q

Welke medicatie geven we bij focale epilepsie?

A
  • Levetiracetam
  • Lamotrigine
  • Carbamazepine/oxycarbazepine
  • Lacosamide
  • Valproïnezuur
21
Q

Welke medicatie geven we bij gegeneraliseerde epilepsie?

A
  • Levetiracetam
  • Lamotrigine
  • Valproïnezuur
22
Q

Welke medicatie geven we bij absences?

A
  • Ethosuximide
  • Lamotrigine
  • Valproïnezuur
23
Q

Welke medicatie moeten we niet toedienen bij vrouwen in de vruchtbare levensfase?

A

Valproïnezuur is teratogeen, dus moet niet worden voorgeschreven aan vrouwen in de vruchtbare levensfase. Het kan leiden tot foetaal valproaat syndroom:
* Neurale buisdefecten
* Verminderd IQ/ADHD/ASD
* Hartafwijkingen
* Dysmorfe kenmerken

24
Q

Wanneer neemt de kans op een recidief niet meer af?

A

Na 2 jaar aanvalsvrijheid

25
Welke mogelijkheid hebben we als medicatie niet werkt bij epilepsie?
Chirurgie, wanneer er 1 focus is die goed te identificeren is op de EEG
26
Wat wordt bij kinderen vaak aangeboden als behandeling bij epilepsie?
Ketogeen dieet -> Vetten in de lever worden omgezet in ketonen, waardoor het metabolisme van de hersenen veranderd. De hersenen worden dan rustiger, waardoor de epilepsie ook rustiger wordt. Er mogen dan weinig koolhydraten gegeten worden en de voeding bestaat vooral uit vet. Verder worden medium chain triglycerides toegevoegd.
27
Wat zijn bijwerkingen van een ketogeen dieet?
* Hypoglycemie * Groeivertraging * Vitamine deficiëntie * Osteoporose
28
Hoe groot is de kans op succes bij een ketogeen dieet?
50%
29
Wat is n. vagus stimulatie?
N. vagus stimulatie is een bekende vorm van neuromodulatie. Het geeft geen aanvalsvrijheid, maar een vermindering van de hoeveelheid aanvallen.
30
Wat zijn 3 basismechanismen van anti-epileptica?
* Vrijwel alle anti-epileptica hebben meerdere aangrijpingspunten * Vrijwel alle voorgeschreven anti-epileptica werken anders * De bijwerkingen bepalen vaak de keuze
31
Op welke 6 manieren kan de prikkelbaarheid worden verminderd?
1. Modulatie spannings-afhankelijke ionkanalen 2. Versterken inhibitie 3. Remmen excitatie 4. Remmen transmitterafgifte 5. Remmen metabolisme 6. (Corrigeren gendefect)
32
Hoe remmen fenytoïne, carbamazepin en lamotrigine de natriumkanalen?
* Remmen activatie * Versnelde inactivatie * Vertraagd herstel van inactivatie