Week 2 Flashcards
Welke mutaties in kanker hebben we?
- Puntmutaties
- Chromosomale afwijkingen
Wat zijn purines en pyrimides?
- Purine: de baseparen A en G
- Pyrimide: de baseparen C en T
Welke puntmutaties kennen we?
- Transities: purine→purine of pyrimide→pyrimide
- Transversies: purine→ pyrimide of vice versa
- Kleine inserties/deleties
Welke chromosomale afwijkingen kennen we?
- Translocaties
- Amplificaties
- Deleties
- Numerieke afwijkingen
Wat zijn de oorzaken van DNA schade?
- Chemische instabiliteit
- Chemische verbindingen
- Biologische stoffen
- Fysische agentia
- Foutieve replicatie
Wat voor soort DNA beschadigingen hebben we?
- Chemische adducten
- Intrastreng crosslink
- Interstreng crosslink
- DNA strengbreuken
- Basepaar mismatches
Welke chemische instabiliteit oorzaken zijn er?
- Spontane hydrolyse
- Deaminatie van basen
Wat gebeurt er bij spontane hydrolyse?
Hydrolyse van N-glycosyl-verbinding tussen suiker en base.
Suiker zonder base= depurinatie
Waartoe leidt depurinatie?
1 bp deletie
Wat gebeurt er bij deaminatie van basen?
Verdwijnen van een amonigroep van de base.
Vb: omzetting van cytosine in uracil.
→ leidt tot verandering van complementariteit (transitie).
Welke biologische stoffen oorzaken zijn er?
- Endogene stoffen
- Benzo(a)pyreen (aanwezig in sigarettenrook)
Wat gebeurt er bij oxidatieve DNA schade (endogene stoffen)?
Door de aanwezigheid van zuurstofradicalen/ROS, veranderd het basepaar.
→ leidt tot verandering van complementariteit (transversie).
Wat zijn de chemische adducten die de DNA dubbelhelix niet verstoren?
- Spontane hydrolyse
- Deaminatie
- Oxidatieve DNA schade
Wat gebeurt er bij benzo(a)pyreen?
Benzo(a)pyreen wordt omgezet in BPDE en bindt aan DNA.
- Verstoord chemische adducten die de DNA dubbelhelix verstoren.
- BPDE reageert voornamelijk met G residue.
- Tegenover G-BPDE wordt een A residue ingebouwd.
→ leidt tot verandering van complementariteit (transversie).
Wat gebeurd er mbt. DNA schade bij fysische agentia
UV: Intrastreng DNA beschadigingen door straling.
- Cyclopyrimidine dimeer (CPD)
- 6-4 fotoproduct
Welke 4 reparatie mechanismen voor DNA worden besproken?
- Base Excisie Reparatie (BER)
- Nucleotide Excisie Reparatie (NER)
- Niet-homologe DNA eind verbinding
- Homologe recombinatie
Waarbij is Base Excisie Reparatie (BER) bestrokken?
Enzymatisch process dat kleine adducten herstelt.
Via welke stappen werken alle reparatie mechanismen?
- Herkenning DNA schade (DNA glycosylase)
- Excisie DNA schade (AP-endonuclease)
- Herstel (DNA polymerase en ligase)
Hoe verloopt de herkenning van DNA schade bij BER?
- Een DNA glycosylase herkent een fout door ‘base flipping’.
- In het geval van een deaminatie: Uracil DNA glycosylase (UNG)
1. UNG verwijdert ongewenste uracil
2. Creert een abasische plaats (AP) - In het geval van Oxidatieve DNA schade: 8-Oxoguanine DNA glycosylase (OGG1)
1. OGG1 hydrolyseert N-glycosyl binding tussen deoxyribose en 8-oxoG
2. Creert een abasische plaats (AP)