Week 2 Flashcards

1
Q

Wat houdt de actio popularis in?

A

Dat houdt in dat slechts belanghebbenden het recht hebben om bezwaar- en beroepsschriften in te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een normadressaat?

A

Dat is de geadresseerde van een besluit wanneer sprake is van een persoonsgerichte beschikking.

Deze wordt aangemerkt als direct belanghebbende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg het O-criterium uit.

A

Objectief bepaalbaar

Het belang moet objectief bepaalbaar zijn. Oftewel, het mag niet slechts in één iemands belevingswereld zijn en geen emotioneel belang betreffen.

Voorbeeld: je vindt het erg dat een boom verwijderd wordt waar je vroeger speelde. Dit valt niet onder een objectief bepaalbaar belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het P-criterium uit. Ga ook in op het persoonlijkheidsvereiste.

A

Persoonlijk

Het moet een persoonlijk belang zijn. Dit houdt in dat je je voldoende moet onderscheiden van anderen die ook gevolgen van de hinder zullen ondervinden.

Soms komt het voor dat concurrenten bezwaar willen maken tegen andere ondernemingen. Om te beoordelen of een concurrent aan het persoonlijkheidvereiste voldoet, moet deze concurrent zich voldoende onderscheiden ten opzichte van andere concurrenten. Hiervoor zijn twee vereisten ontwikkeld:

  1. Hetzelfde marktsegment
    *Hiervoor wordt gekeken naar de producten, activiteiten en klanten van beide ondernemers.
  2. Hetzelfde verzorgingsgebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg het E-criterium uit.

A

Eigenbelang

Je moet je eigen belang behartigen. Andermans belang behartigen kan wel, maar alleen als gemachtigde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg het R-criterium uit.

A

Rechtstreeks belang

Het belang moet rechtstreeks zijn. Dat wil zeggen dat je direct betrokken bent bij het besluit.

Let op! Het mag niet gaan om een afgeleid belang. Dat is (bijvoorbeeld) een contractuele situatie. Denk hierbij aan de aannemer die een opdracht heeft gekregen om een schuur te bouwen maar er wordt geen vergunning verstrekt. De aannemer is dan géén belanghebbende.

Let op! Er is geen sprake van een afgeleid belang als er een tegengesteld belang is. Denk aan een verhuurder die de huurprijs verhoogt. De huurder en verhuurder verkeren weliswaar in een contractuele relatie tot elkaar, maar er is een tegengesteld belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg het A-criterium uit.

A

Actueel

Het belang moet actueel te bepalen zijn. De vrees voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen maken iemand geen belanghebbende. Oftewel, het belang moet daadwerkelijk bestaan en niet een nog onzeker belang betreffen.

Voorbeeld: je leest in de krant dat de gemeente plannen heeft om een zwembad te gaan bouwen naast je deur. Dit is nog onzeker, dus voldoet het niet aan het A-criterium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is een bestuursorgaan derde-belanghebbende?

A

Wanneer de aan hem toevertrouwde belangen bij een besluit van een ander bestuursorgaan zijn betrokken.

Denk aan besluiten van financiële aard, van bijvoorbeeld de regering, die consequenties hebben voor hun beleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly