Week 15 NL Woorden Flashcards
1
Q
Onherbergzaam
A
Woest en onvruchtbaar
2
Q
Naam maken
A
Bekend worden
3
Q
Het equivalent
A
Met hetzelfde waarde
4
Q
Ten goede veranderen
A
Better worden
5
Q
Zich voordoen
A
Gebeuren
6
Q
Weerhouden
A
Tegenhouden
7
Q
Het visum
A
Vergunning
8
Q
Het consulaat
A
Kantoor van een regering in een andere land
9
Q
Abrupt
A
Opeens
10
Q
Trosteren
A
Doorstaan