Week 13 NL Woorden Flashcards
1
Q
Het certificaat
A
Het bewijs
2
Q
Tot de verbeelding spreken
A
Indruk maken
3
Q
In wieg gelegd zijn voor
A
Geschrikt zijn voor
4
Q
Het schouwspel
A
Gebeurtenis die de moeite waard is om naar te kijken
5
Q
Aanwaaien
A
Zonder inspanning krijgen
6
Q
Op gespannen voet staan met
A
Botsen
7
Q
Niet rouwig zijn om
A
Geen spijt hebben
8
Q
Omarmen
A
Enthousiast zijn over
9
Q
Geniaal
A
Begaafd
10
Q
Voeten aan de grond krijgen
A
Invloed krijgen