Week 14 Flashcards
Wanneer kun je spreken van hypertensie en wat is het verschil tussen primaire en secundaire hypertensie?
Als de systolische bloeddruk > 140 mmHg of de diastolische bloeddruk > 90 mmHg is
–> geïsoleerde systolische hypertensie als de systolische bloeddruk te hoog is
Primaire (essentiële) hypertensie als de oorzaak niet bekend is (90-95%) en secundaire als de oorzaak wel aanwijsbaar is (5-10%) (bijv. onderliggende ziektebeelden)
Wat zijn de kenmerken van primaire (essentiële) hypertensie?
- Multifactorieel: combinatie van erfelijke factoren en factoren van
buitenaf - Vaak positieve familieanamnese (30% van de verklaring –> zelfs
geadopteerde kinderen hebben 15% kans dat ze het van de ouders
overnemen) - Begint tussen de 30-50 levensjaar met voorafgaand pre-hypertensie
- Complicaties zijn cardiaal, cerebrovasculair of renaal (ook
maligniteiten kunnen ontstaan)
Wanneer moet je denken aan een secundaire oorzaak voor hypertensie (bij welke soort patiënten/welke verschijnselen)?
- Jonge patiënten
- Plotseling ontstaan of verergering
- Negatieve familieanamnese
- Hypertensieve crisis (CVA, hoofdpijn, ect.)
- Therapieresistentie
- Kenmerkende symptomatologie
- Afwijkende lichamelijk onderzoek of bij routinelab (creatinine, kalium,
urine)
Wat zijn oorzaken van secundaire hypertensie?
- Obstructief slaapapneu syndroom (OSAS)
- Endocrien: primair hyperaldosteronisme, feochromocytoom (tumor
bijnier (nor)adrenaline), hypercortisolisme, hyper-/hypothyreoïde,
acromegalie - Dieet, genotsmiddelen: drop, cocaïne
- Vasculair: nierarteriestenose en coarctatio aortae
- Parencymateuze nierziekten
- Geneesmiddelen: corticosteroïden, cyclosporine, angiogenese-
remmers, NSAIDs, paracetamol, orale anticonceptiva - Monogenetisch (een gendefect)
Wat is een obstructief slaapapneu syndroom (OSAS) en wat zijn de volgende kenmerken:
- Komt veel voor i.c.m.
- Waardoor ontstaat de apneu
- Wat vindt je bij onderzoek
- Hoe kun je het behandelen ?
Tijdens het slapen minimaal 15x per uur een ademstilstand en hierdoor overdag slaperig
- Komt veel voor met hypertensie, hart- en vaatziekten en diabetes mellitus
- Tong zakt ontspannen in de keel waardoor hypoxemie ontstaat –> sympathische activiteit omhoog –> sneller ademen en bloeddrukstijging
- Bij onderzoek: obesitas, hypertensie (zowel overdag als ‘s nachts), snurken, LV hypertrofie, ritmestoornissen, vergrote amandelen en verdikt huig
- Behandeling: gewichtsreductie, alcoholgebruik minderen en slapen op de zij –> anders neusmasker met positieve druk (CPAP) of KNO-operatie (huig of amandelen verwijderen)
Wat is hyperaldosteronisme en wat zijn de gevolgen ervan?
Autonome productie van aldosteron door de bijnieren i.p.v. dat het via RAAS en renine afhankelijk is. Het zorgt voor water- en zoutopname uit de voorurine via ENaC en MR-receptor en zorgt hiermee voor hypokaliëmie (spierzwakte een polyurie) en metabole alkalose
–> Gevolg: renine concentratie laag –> te meten in het bloed
Wat zijn de klinische symptomen van primair hyperaldosteronisme?
- Hypertensie met hypokaliëmie
- Kaliurese ondanks hypokaliëmie
- Hoog aldosteron en laag renine
- Soms adenoom (goedaardige tumor) of bilaterale hyperplasie van de
bijnieren op de CT-scan zichtbaar: dan bijnieren eruit halen en bij
hyperplasie een aldosteron receptor antagonist
Wat is drophypertensie en waarvoor zorgt het?
Bevat glycerinezuur dat ervoor zorgt dat de inactivering van cortisol niet meer werkt (cortisol wordt geïnactiveerd tot cortisone zodat het niet aan de MR-receptor bindt en het dus niet de bloeddruk laat stijgen)
–> Gevolg: lijkt op primair hyperaldosteronisme, maar aldosteron en renine gehaltes zijn laag
Wat is renovasculaire hypertensie (RVHT)?
Hypertensie t.g.v. een verminderde perfusie van 1/beide nieren door een stenose van 1/meerdere nierslagaders
–> Lage bloeddruk dus meer renineproductie waardoor de bloeddruk overal in het lichaam stijgt (gevaarlijk)
Wat zijn oorzaken van een nierarteriestenose?
- Atherosclerose: vooral ouderen, aandoening in het hele lijf, stenose
zichtbaar maar stent heeft weinig zin (teveel kleine vaten aangedaan) - Fibromusculaire dysplasie: vooral jongeren en vrouwen,
bindweefselziekte waardoor de nierarterie uitzet als een kralensnoer
→ bloedvat met een ballon weer dilateren - Artritis: vaatontstekingen
Welk aanvullend onderzoek is belangrijk om te doen bij de volgende zieken die kunnen leiden tot secundaire hypertensie:
- Parencymateuze nierziekte
- Renovasculair
- Primair hyperaldosteronisme
- Middelengebruik
- Coarctatio aortae
- Feochromocytoom
- M Cushing ?
Wat is creatinine en hoe ontstaat het en verdwijnt het weer in/uit het lichaam?
Afvalproduct van creatine –> creatine wordt gemaakt in de nieren: aminotransferase zorgt voor guanidinoacetaat vorming, wat naar de lever gaat en daar wordt omgezet in creatine
Creatine kan met fosfaat samen ATP genereren door de creatine-kinase reactie –> hierbij ontstaat creatinine wat volledig renaal weer wordt uitgescheiden
Wanneer en met welke methodes kan de creatinine waarde bepaald worden bij patiënten?
Kan de hele dag door, elke dag van het jaar
Methodes:
- Jaffé methode
- Enzymatische methode (wordt het liefst gebruikt)
- Referentie methode: LCMSMS (minder vaak gebruikt)
Hoe wordt volgens de Jaffé methode de creatininewaarde gemeten en wat is het nadeel?
Picrinezuur en NaOH zetten creatinine om, waardoor een kleurvorming in de tijd ontstaat, deze is een rood-oranje complex bij een golflengte van 520 nm –> snelheid waarmee de kleur wordt gevormd is een maat voor de creatinine concentratie.
Echter interfereert het met meer dan 50 chromogenen
- Positieve interferentie (uitslag foutief verhoogd): door ketonen en cefoxitine (antibioticum) die met picrinezuur reageren en ook een hoog totaal eiwit of hyperglycemie
- Negatieve interferentie (uitslag foutief verlaagd): bij bilirubine (icterus) patiënten
Hoe wordt volgens de enzymatische methode de creatininewaarde gemeten?
Er vinden een aantal reacties (zie afbeelding) plaats waarbij uiteindelijk een chromogeen ontstaat waarmee de creatininebepaling wordt gedaan, hier wordt weer een oranje kleur bij 550 nm bij gemeten
De laatste stap is de Trinder reactie (peroxidase)
Waarom wordt er eerder de enzymatische methode gebruikt om de creatininewaarde te meten dan de Jaffé methode?
- Hij is beter geschikt voor diabetes mellitus type 1 patiënten (ernstige
hyperglycemie) en icterus patiënten - Betere specificiteit (minder fout-positieven): geen interferentie door
ketonzuren, hoog total eiwit of hyperglycemie - Betere sensitiviteit (minder fout-negatieven): minder interferentie
door bilirubine
Waardoor kan een verlaagd/verhoogd serum creatinine ook komen en moet je dus rekening mee houden bij het interpreteren van de creatinine uitslagen?
- Verlaagd creatinine: door een lage spiermassa, malnutritie (slechte
voeding), interferentie door bilirubine of het gebruik van bepaalde
antibioticum - Verhoogd creatinine: bij nierinsufficiëntie (hiervoor meet je uiteraard),
maar ook bij een hoge spiermassa, een dieet met veel vlees, gebruik
van creatine supplementen (anabole sterïoden), spierafbraak of bij
hoge koorts
Wat zijn de nadelen van het gebruik van creatinine als parameter voor de nierfunctie?
- Creatininewaarde afhankelijk van leeftijd (jongere mensen kleinere
spiermassa), geslacht (mannen meer spiermassa), spiermassa en
etniciteit - Naast glomerulaire filtratie vindt er ook een heel klein beetje tubulaire
secretie voor creatinine plaats waardoor de nierfunctie een beetje
overschat wordt bij sterk afgenomen glomerulaire filtratie
(- Bacteriën breken creatinine af in het geval dat urine voor een langere tijd in aanwezigheid is van een kamertemperatuur)
Op welke 4 manieren is urine te analyseren?
- Visualiseren –> precipitatie bij zouten (KT of 4C)
- Macroscopisch –> kleur of geur
- Chemische beoordeling –> dipstick of chemieapparaat
- Microscopische beoordeling –> kristallen, cellen of cylinders
Wat is proteïnurie en hoe wordt dit waargenomen d.m.v. een dipstick?
Lekkage van eiwitten in de urine (dit hoort normaal niet)
Het stripje is geïmpregneerd met een pH indicator en bij aanwezigheid van eiwitten verandert deze van kleur en de kleurintensiteit correleert met de concentratie eiwitten (hoe groener hoe meer eiwitten)
In welke 3 soorten wordt proteïnurie geclassificeerd?
- Tubulaire proteïnurie
- Glomerulaire proteïnurie (meest voorkomende en significante vorm)
- Overflow proteïnurie
Wat gebeurt er bij een tubulaire proteïnurie?
Laagmoleculaire eiwitten (MW < 25 kDa) worden wel gefilterd door de glomeruli, maar er is geen reabsorptie door de proximale tubuli –> hierdoor komt er eiwit in de urine terecht
Dit gaat om eiwitten als a1-microglobuline (belangrijkste), b2-microglobuline, lysozyme, vrij lichte ketens of aminozuren
Wat gebeurt er bij een overflow proteïnurie?
Massale aanvoer van laagmoleculaire-eiwitten (bv door tumor) door de glomerulus waarbij tubulaire reabsorptie tekort schiet en ze het lichaam verlaten –> komt door de aanwezigheid van een ziekteproces en hierdoor krijg je een tubulo-toxische nefropathie
Dit ontstaat bij ziektes als:
- Multiple myeloom (heel veel vrije lichte ketens aanmaak (Bence-Jones eiwitten))
- Acute myeloïde leukemie (heel veel lysozyme door neutrofiele granulocyten)
- Massale in vivo hemolyse (hemoglobine in de urine)
- Rhabdomyolyses (spierafbraak waardoor myoglobine in de urine komt)
Wat gebeurt er bij een glomerulaire proteïnurie?
Glomeruli zijn zeer efficiënt om hoogmoleculair eiwitverlies te voorkomen (grootteselectiviteit en ladingsselectiviteit), maar als dit niet meer goed gaat komt albumine in de urine terecht
- Normaal 0,0008% van de albumine in de urine, normaalwaarde is <30 mg/dag, bij >3500 mg/dag sprake van een nefrotisch syndroom