Week 13 Flashcards
Aspirine werking
- Remming van COX-1; COX-1 vormt TXA2 vanuit arachidonzuur; TXA2 zorgt voor plaatjes aggregatie
- Mannen: Risico op myocardinfarct verlaagd
- Vrouwen: Risico op beroerte verlaagd
- Resistentie: Genetisch, upregulatie COX-2, Interactie met andere NSAIDS
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Dipyridamol
- Versterking aanwezige prostacyclines; verhoging cAMP-concentratie door remming van fosfodiësteraese
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Clopidogrel werking
- Blokkeren ADP-receptor
- Heeft CYP2C19 in de lever nodig
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Anticoagulantia werking
- Vitamine K antagonisten
- Remming van factor VII, IX, X en II
- Duurt enkele dagen tot werking
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Heparine werking
- Irreversibel binding aan antitrombine III; remming factor IIa en Xa
- LMWH: Zonder dierlijk weefsel
- Synthetische pantasacchariden voor remming factor Xa (Fondaparinux, indraparinux, rivaroxoban)
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Trombolyse werking
- Plasminogeen omgezet tot plasmine door tPA; afbraak van fibrinogeen (factor I) en firbrine (factor Ia)
- Streoptokinase: Goedkoop maar risico allergische reactie
- Urokinase: Uit humane niercellen
- Synthetisch tPA-achtige stoffen werken ook (Alteplase, reteplase, tenecteplase
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Actuur myocardinfarct behandeling
- Pijstiller (morfine)
- Atropine (M-receptor antagonist)
- Trombolytica in combinatie met aspirine of heparine
- Secundaire preventie (Aspirine, B-blokkers, RAS blokkers en/of cholesterolsyntheseremmers)
HC.1 - Medicamenteuze behandeling - coronaire syndromen
Chronisch coronair syndroom behandeling (medicamenteus symptomen)
- Betablokkers (matoprolol, atenolol, -ol)
- Calciumantagonisten (verpamil, diltiazem)
- Nitraten (sublinguaal/oraal)
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
Chronisch coronair syndroom behandeling (mediamenteus preventie)
- Trombocyten aggregatie remmers (aspirine, clopidogrel)
- Cholesterolsynthese remmers (statines)
- ACE-inhibitors (captopril, ramipril, perindopril)
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
Chronisch coronair syndroom behandeling (leefstijl)
- Stoppen met roken
- Dieet veranderingen
- Behouden gezond gewicht
- Voldoende bewegen
- Psychosociale factoren
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
ST-elevatie ACS therapie
- Percutane coronaire interventie (PCI)
- Coronary artery bypass graft operatie (CABG)
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
Non-ST-elevatie ACS therapie
- Stabilisatie van de plaque ruptuur
- Heparine, aspirine, clopidogrel
- Hartslag vertragen dmv. B-blokker
- Revascularisatie
- PCI vs CABG
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
Reperfusietherapie complicaties
- Thrombolyse: Bloedingen
- Percutane coronaire revascularisatie: Bloedingen/ Aorta dissectie
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
Wanneer CABG i.p.v PCI
- Stabiele AP: Ernstig coronair lijden, hoofdstamlaesie, diabetes mellitus, moeilijk behandelbare laesie
- ACS: Na PCI met complicatie, gecompliceerd ACS
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)
CABG complicaties
- Per-operatief: Hartlongmachine / circulatie gerelateerd
- Post-operatief: Bloedingen
HC.5 - Revascularisatie (en nabehandeling)