week 12 en 13 Flashcards

1
Q

Wat zijn de functies van een osteocyt?

A

Sensor van mechanische belasting (via caniculi):

  • belasting is essentieel voor gezond bot
  • immobilisatie leidt tot dood van osteocyten

reguleert botombouw:

  • RANKL (stimuleert botafbraak)
  • sclerostine (remt botvorming)

Reguleert fosfaathomeostase:
- productie van FGF23 (stimuleert fosfaatuitscheiding in de nier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zorgt een osteoclast voor botafbraak?

A

Als eerste vormt de osteoclast een afgesloten. Hij hecht aan de matrix met behulp van adhesiemoleculen (integrines), zodat er een vacuole ontstaat waarin de osteoclast actief zoutzuur kan pompen. Dit lost het mineraal op. Daarnaast kan de osteoclast enzymen produceren (zoals cathepsine K) die eiwitbindingen afbreekt (in de matrix), waardoor het bot wordt afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de activiteit van osteoclasten geregeld?

A

Op de pre-osteoclast zit de receptor RANK. Wanneer hier RANK ligand aan bindt, fuseren de pre-osteoclasten en worden actieve osteoclasten gevormd. OPG is een vrije receptor die ook aan RANKL kan binden. Zo kan RANKL niet aan RANK binden en vindt geen vorming van osteoclasten plaats.
RANKL en OPG worden beide geproduceerd door osteoblasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke twee vormen van botvorming bestaan er?

A

endochondrale en intramembraneuse botvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de effecten van PTH?

A

PTH probeert te zorgen dat de serum calciumconcentratie omhoog gaat door:

  • Mobilisatie van calcium en fosfaat uit skelet via stimulatie van osteoclastische botresorptie
  • verhoging renale calciumdrempel en verlaging P-dramppel, dus meer Ca2+ reabsorptie in het distale nefron en P uitscheiding
  • Stimulatie 1alfa-hydroxylase (enzym dat niet-actief vitamine D omzet in actief vitamine D) in de nier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van vitamine D?

A

25(OH)D3 wordt omgezet in actief 1,25(OH)2D3 bij een lage calciumconcentratie, hoog PTH concentratie en lage fosfaat concentratie. Het heeft effect op de ingewanden, het bot, de huid, het beenmerg, de nieren, de borst, de thymus, de hersenen en de endocriene klieren. Het stimuleert bij hoge concentratie zijn eigen afbraak d.m.v. het enzym 24-hydroxylase.
Het bevordert de intestinale absorptie van calcium en fosfaat, de osteoclastaire botresorptie en de productie van fibroblast groeifactor 23 (FGF23).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de functies van calcitonine?

A

Directe remming van de osteoclastaire botresorptie en binding aan receptoren in de hersenen (pijn?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van FGF23?

A
  • remt fosfaatreabsorptie in de nier -> meer fosfaatuitscheiding
  • remt alfa-hydroxylase en daarme 1,25(OH)2D3 vorming -> minder fosfaatabsorptie in de darm.
    FGF23 wordt gemaakt door osteocyten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke klachten brengt hypofosfatemie met zich mee?

A

Skelet: rachitis (jeugd), osteomalacie (ouderen) met verkrommingen, botpijn en breuken
spieren: spierpijn en spierzwakte (waggelgang)
dysfunctie van hart en hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stappen ga je langs bij een hypocalciëmie om op een diagnose te komen?

A

Als eerste meet je PTH. Wanneer dit verlaagd is, is er sprake van een hypoparathyreoïdie, een hypomagnesiëmie of een afwijking in de calciumreceptor (autosomale dominante hypocalciëmie). Bij een normale PTH waarde heb je een autosomale dominante hypocalciëmie. Bij een hoge PTH waarde ga je het inactieve vitamine D meten.
Bij een laag (inactief) vitamine D heb je een vitamine D deficiëntie. Bij normale inactief vitamine D ga je het actieve vitamine D meten.

Laag actief vitamine D: defect in alfa-hydroxylase of een chronische nierinsufficiëntie (secundaire hyperparathyreoïdie).
Normaal vitamine D: verlies van calcium (pseudohypoparathyreoïdie).
Hoog vitamine D: vitamine D resistentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke symptomen passen bij een hypercalciëmie?

A

Neurologisch: concentratiestoornissen, depressie, coma, verwardheid en verminderde spierkracht.
Gastro-intestinaal: misselijkheid, braken, obstipatie, ulcus pepticum en pancreatitis
Urologisch: polyurie, polydipsie en nierstenen
Cardiaal: ritmestoornissen zoals bradycardie en AV-blok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de werking van de DEXA scan?

A

Er wordt gebruik gemaakt van 2 soorten röntgenstraling van verschillende energieniveaus. Deze stralen worden verschillend teruggekaatst of doorgelaten. Hoe meer calcium-houdend bot er is, hoe meer er wordt teruggekaatst. Een DEXA scan wordt gedaan ter hoogte van de heup en de wervels (L1-4).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen de T-score en de Z-score bij een DEXA?

A

De T-score is de afwijking van de meting ten opzichte van de gemiddelde waarde voor jongvolwassenen (in SD).
De Z-score is de afwijking van de meting ten opzichte van de gemiddelde waarde van mensen met dezelfde leeftijd en het zelfde geslacht (in SD).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is osteopenie?

A

De voorloper van osteoporose en gaat gepaard met een verlaagde botdichtheid. Er is sprake van osteopenie bij een T-score van -1 tot -2,5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn klinische gevolgen van een wervelfractuur?

A
  • acute en chronische pijn
  • kyfose
  • lengteverlies
  • afname beweeglijkheid (50%)
  • uitbuilen buik, reflux en andere GE klachten
  • kortademigheid
  • depressie
  • verlies van onafhankelijkheid (33%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn risicofactoren voor een osteoporotisch fractuur?

A
  • leeftijd
  • geslacht (vrouwen>mannen)
  • botmineraaldichtheid
  • prevalente fractuur
  • positieve familieanamnese
  • gewicht/lengte
  • corticosteroïdgebruik
  • immobiliteit
  • vallen
17
Q

Wat is de rol van oestrogeen bij botombouw?

A

Oestrogeen zorgt voor de menopauze voor een onderdrukking van RANKL secretie van de osteoblast.

18
Q

Waarom zijn corticosteroïden een risicofactor voor een osteoporotisch fractuur?

A

corticosteroïden remmen de botaanmaak door versterkte apoptose van osteoblasten en osteocyten.

19
Q

Welke remmers van de botafbraak zijn er?

A
  • oestrogenen (HRT)
  • SERM’s (raloxifene)
  • bisfosfaten
  • antilichamen tegen RANKL (denosumab)