week 12

Question 1

stabiele AP klachten

Answer 1

• POB
  -Inspanningsklachten
  -reageren op nitraten

Question 2

acuut coronair syndroom klachten

Answer 2

-in rust
-instabiele AP vs myocardinfarct

Question 3

instabiele AP vs myocardinfarct

Answer 3

niets in ECG/ bloed of heel erg weinig vs Q-golven ECG en aantoonbaar in bloed troponine

Question 4

behandeling stabiele AP

Answer 4

lifestyle management
medicamenteus
revascularisatie
cardiale revalidatie

Question 5

behandeling acuut coronair syndroom

Answer 5

revascularisatie
medicamenteus
lifestyle management
cardiale revalidatie

Question 6

behandeling revascularisatie (stabiele AP)

Answer 6

PCI (dotteren)
CABG (stent)

Question 7

behandeling medicamenteus (stabiele AP)

Answer 7

symptomatisch:
Beta-blokkers, nitraten, calciumantagonisten
Preventief:
ACE-remmers
re

Question 8

verschil STEMI/ NSTEMI

Answer 8

ST elevatie, volledige occlusie -> STEMI
ST depressie, partiële occlusie -> NSTEMI

Question 9

behandeling NSTEMI

Answer 9

PCI
heparine, antiplatelet agents, nitroglycerine, beta-blokkers

Question 9

behandeling STEMI

Answer 9

trombose

Question 10

wanneer stenten

Answer 10

ratio < 0,8

Question 11

Enkel-arm-index

Answer 11

<0,9

Question 12

atherosclerose voortgang

Answer 12

-> beschadiging -> macrofagen/inflammatoire mediatoren -> oxidatie LDL -> progressie

Question 13

Fontaine classificatie I

Answer 13

geen klachten, wel afwijkingen

Question 14

fontaine II

Answer 14

niet invaliderend, >200 m lopen
wel invaliderend, <200 m lopen
(claudicatio intermittens)

Question 15

fontaine III

Answer 15

rustpijn/nachtpijn

Question 16

fontaine IV

Answer 16

gangreen, wonden, weefselverlies

Question 17

aanvullend onderzoek perifeer vaatlijden

Answer 17

duplex echo/doppler
CT- angiografie
MR- angiografie (MRA is met contract)

Question 18

pseudo-aneurysma

Answer 18

door operatieve fout een bloeduitstorting

Question 19

fusiform aneurysma

Answer 19

dilatatie rondom in dezelfde diameter

Question 20

sacculair aneurysma

Answer 20

‘zakje’ aan 1 kant aorta

Question 21

acute AAA

Answer 21

pijn epigastrico, hoge pols, lange tensie, klam, zweten

Question 22

EVAR

Answer 22

(endovascular aortic repair)
nieuwe binnenwand, dure stent
lokale anesthesie, want inbrengen in de lies

Question 23

Trias van Virchow (pathogenese DVT)

Answer 23

-endotheelbeschadiging
-stase of turbulentie in de bloedstroom
-hypercoagulabiliteit (verhoogde stollingsneiging)

Question 24

trombofilie

Answer 24

- factor V lijden mutatie - antitrombone deficiëntie - proteine-C-deficiëntie - proteine-S-deficiëntie - protrombine-gen variant

Question 25

hemostase

Answer 25

zie boek

Question 26

diagnose DVT

Answer 26

klinische inschatting -> beslistabel > 2 -> prikken D-dimeer (afbraak product van fibrine) -> D-dimeer>0,5 of 500 -> CUS (compressie ultrasonografie)

Question 27

antitrombotica

Answer 27

clopidogrel aspirine ticagrelor dipyridamol inegrelin, tirofiban

Question 28

antistolling

Answer 28

heparine vit K antagonist DOAC

Question 29

heparine

Answer 29

IV, korte halfwaardetijd remt factor II en Xa versterkt antitrombine

Question 30

LMWH

Answer 30

variant van heparine met een langere halfwaardetijd

Question 31

Vit K antagonisten (coumarines)

Answer 31

remmen factoren II, VII, IX en X in de lever (2,7,9,10)

Question 32

voorbeelden vit k antagonisten

Answer 32

dicumarol fenprocoumon acenocoumarol (warfarine)

Question 33

DOACs

Answer 33

dabigatran (remt IIa) riveroxaban (remt Xa) apixaban (remt Xa) edoxaban (remt Xa)

Question 34

plaatjesaggregatieremmers

Answer 34

aspirine (remt cycli-oxygenase) ADP receptorblokkers (remt secundaire hemostase) -clopidogrel -ticagrelor -prasugrel GP-IIb/IIIa receptorblokkers (remt activatie bloedplaatjes) -abciximab -integrelin -tirofiban