Week 12 Flashcards

1
Q

Wat is de procedure voor plaatsing van een ICD?

A
  1. Bloedvat opzoeken: v cephalica, als v subclavia te klein aanprikken
  2. Draad opvoeren: via v subclavia n RA, langs tricuspidalisklep in apex
  3. Controleren plaatsing: fluroscopie beweging draad volgen/plaatsing, m schroef vast
    2 draden(ICD en pacemaker) als ook pacemakerfunctie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het spectrum van athersclerose van coronairen?

A
  • stabiel AP: inspanningsgebonde, stabiele plaque >70%
  • ACS: POB in rust
    1. ECG: ST-elevaties = STEMI(volledige occlusie)
    2. ST/T abnormaliteiten/normale ECG: troponine
      * Normaal: onstabiele AG
      * Verhoogd: NSTEMI(gedeeltelijke occlusie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt de behandeling v atherosclerose van coronairen?

A
  • stabiele AG: leefstijladvies, medicatie, hartrevalidatie
  • bevestigen coronairlijden: CT, SPECT, MRI
  • hoogrisico-anatomie, blijvende klachten of ACS: revascularisatie m PCI(dotter) of bypass
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kun je de ernst van coronair stenose bepalen?

A
  • visueel
  • fysiologie: FFR is mate O2 tekort obv druk voor/na, adenosine toegediend
  • anatomie: IVUS m geluid(diep, direct bruikbaar) of OCT m licht(hogere resolutie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt een hartkatheterisatie? Waarvoor zijn verschillende soorten katheters en ballonnen?

A
  • holle naald in rechter a radialis, als backflow draad erin, hierover sheet invoeren waarover katheter kan.
  • toedienen heparine, verapamil en nitroglycerine
  • contrast toedienen: hiermee opnames coronairen
  • na wireren OCT maken: vernauwing belangrijk, ligging al geplaaste stent
    Vers katheters om diagnose, imaging en guiding
    Non-compliant ballon heeft overal gelijke druk, gebruik bij gecalcificeerde leasies. Compliant ballon druk bij minste weerstand.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een aneurysma v/d abdominale aorta? Welke vormen zijn er?

A

1,5x normale diameter of verwijding >3 cm v/d aorta gemeten m sagitale reconstructie CT. Komt vaker voor als ouder/man en bindweefselafwijkingen.
- sacculair
- fusiform(standaard): in alle richtingen
- pseudoaneurysma/vals: bloeding agv te laag prikkel lieskather, beperkt d omliggend weefsel -> lijkt bij echo op uitbochting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de pathofysiologie van AAA?

A

Genetische factoren icm risicofactoren. Lijkt op stenoserend vaatlijden qua risico en preventie.
- groei progressief als diameter groter, afhv risicofactoren
- zelf doen: stoppen m roken, hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe word de diagnose AAA gesteld?

A

Vaak asymptomatisch, per toeval gevonden.
- LO: sens als diameter groter.
- echo: gouden standaar, bep ruptuurrisico en dus operatie
- CT-scan: zijtakken zichtbaar v operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe word AAA operatief behandeld?

A
  • open chirurgie: bloedvaten afgeklemd(ischemie), ziek deel aorta vervangen d buis/bifurcatieprothese, mantel erover gehecht
  • EVAR= endovasculair aortic repair: stent(lang en kort been) vormt nieuwe binnenwand en neemt BD over, alleen als deel onder a renalis en beide a iliaca gezond en de vaten groot genoeg voor katheter zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke complicaties kunnen bij chirurgie van AAA optreden?

A

MI, pneumonie, bloeding, nierfunctiestoornissen(ischemie), iatrogeen letsel organen, paraplegie, ischemsche ledematen(embolisatie), littekenbreuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet een symptomatisch acuut AAA eruit? Wat is permissive hypertension?

A
  • pijn epigastrico, uitstraling rug
  • misselijk, braken, zweten
  • hemodynamisch instabiel: tachycardie, hypotensie
    Diagnostiek m echo, als kan zsm CT en operatie(niet open).
    permissive hypertension= druk retroperitoneum is gelijk aan BD, bij vulling stijgt BD waardoor retroperitoneum scheurt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is diepe veneuze trombose?

A

Stolselvormig in vene die afsluiten, kan ook veneus trombo-embolisch event veroorzaken als losschiet en emboliseert. Incidentie neemt toe met ouder worden.
Symptomen zoals pijn, zwelling, roodheid, warm en glanzende huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de trias van Virchow?

A
  • stasis: immobiliteit
  • vaatwandbeschadiging: trauma, infuus
  • verhoogde stollingsneiging: hypertensie, vaatlijden
    Vooral via extrinsieke pathways(TF, FVIII) of erfelijke trombofilie(Factor V Leiden mutatie, deficiëntie ).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt de diagnostiek van DVT?

A
  • klinische kansschatting m KBR: >/2 CUS
  • KBR <2 -> D-dimeer: als verhoogd CUS
  • echografie(CUS): als bevestigd antistolling en kous, als KBR en d-dimeer verhoogd hh
  • KBR <2 en d-dimeer normaal geen DVT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt de duur van behandeling met antistolling bij DVT?

A
  • idiopathisch: onbepaald, afhv bloedingsrisico
  • tijdelijke risicofactor: 3 mnd
  • recidief: onbepaalde duur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke late complicaties van DVT zijn er?

A
  • recidief trombose
  • veneus ulcer
  • post-trombotisch syndroom: klepschade en hypertensie -> veneuze insufficiëntie -> huidafwijkingen, pijn
    Villalta-score= symptomen en LO gescoord obv ernst, >5/veneus ulcus PTS
    Behandeling: voorkomen trombose, steunkousen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn antithrombotica?

A

Stoffen die vorming trombus voorkomen
- thrombocyten aggregratieremmers(primair): bij arterieel, plaqueruptuur
- antistolling(secundair): veneus, stase en verhoogde stollingsneiging
- heparine
- VKA
- DOAC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe werken trombocytenaggregratie remmers?

A

Blokkeren irreversibel receptor op trombocyten zoals ADP(clopidogrel) of remmen COX(aspirine).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke soorten heparine zijn er?

A

complex AT-heparine remt FIIa/Xa
- LMWH heeft eiwit-arm -> langere t1/2(12-16h), subcutaan 1/2dd, deels coupeerbaar -> remt alleen FXa
- UFH(ongefractioneerd): infuus, continu aanpassen obv waarden, variabel effect & kortwerkend(6h)
- fondaparinux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke vitamine K antagonisten zijn er?

A
  • Vitamine K antagonisten(VKA): remt aanmaak FII, VII, IX en X in lever
    * fencoumaron: lange t1/2
    * Acenocoumarol: korte t1/2
    * Rest wereld warfarine, gem t1/2
    - Optimaal na aantal dg
    - Veel invloed medicatie(antibiotica), groene groentes(bevat vit K, lagere INR)
21
Q

Welke soorten DOAC zijn er?

A
  • Directe orale anticoagulatica(DOAC)
    * dabigatran: remt trombine(FIIa)
    * Rivaroxaban
    * Apixaban
    * Edoxaban
    * -xaban: FXa, lagere renale klaring tov dabigatran(beter als slechte nierfunctie)
22
Q

Hoe werkt de behandeling van veneuze trombose?

A

Diagnose DVT/LE -> initiele behandeling(5-21dg) -> primaire behandeling(3mnd) -> sec behandeling(>6 mnd)
Initieel: zelf afbreken trombus
- Antistolling:
- Heparine
- DOAC
* dabigatran & edoxaban m 5dg LMWH gestart
* Rivaroxaban en apixaban direct starten, 1e periode hogere dosis(3/1wk)
- Trombolyse als levensbedreigend
- Elastische therapeutische kous
Primaire: consolidatie
- Heparine als nog opgenomen
- DOAC
- VKAs

23
Q

Hoe word het antistollingsniveau gecontroleerd bij (lmw)heparine en VKA?

A

heparine: aPTT ratio 2-2,5x langer dan normaal
LMWH: anti-Xa spiegel
VKA’s d trombosedienst, controle PT-INR(vergelijking normaal)
- eerste VTE streefwaarde 2-3, meeste therapeutische bandbreedte

24
Q

Hoe behandel je arteriele trombose?

A

Tromboycten aggregratie remmers
- TIA & CVA(niet d hart), etalagebenen, bcoronairlijden: stents
bijwerking: bloeding bv maag

25
Wat is het verschil tussen DOAC en VKA?
Effect gelijk, minder bloedingen in hoofd bij DOAC. Geen DOAC als zwangerschap, andere ziektes. Maligniteit: LMWH en DOAC, let op interacties en niet bij tumoren tractus digestivus/urogenitalis
26
Wat zijn de risicofactoren voor longembolie(sterk, matig, zwak)? En symptomen?
- sterk: factuur onderbeen, heup-/knievervanging, MI <3 mnd, eerdere VTE - Matig: postpartrum, infectie/pneumonie, maligniteit - Zwak: bedrust >3dg, DM/hypertensie, obesitas Soms ook geen. Aspecifieke klachten, 50% heeft bv dyspnoe.
27
Hoe kun je bij LE diagnosticeren?
- WELLS-score: puntensysteem - KBR >4: LE wrs -> CT-scan toont aan(contrast spaart wit uit, niet wit is fout) - KBR <4: D-dimeer >0,5 - Ja: CT - Nee: geen LE - YEARS-criteria= 3 factoren: LE meest wrs, tekenen DVT en hemoptoe - andere afkapwaarde: als risicofactor 0,5; geen factor 1 - D-dimeer <1 + geen risico: n huis - ADJUST-PE studie: 0,01 * leeftijd >50jr + 0,5 afkapwaarde
28
Hoe werkt de behandeling van LE? En een massale longembolie?
Duur zoals bij DVT. DOAC’s steeds meer, tov VKA minder kans op bloeding en geen controle. Thuisbehandeling als voldoet aan HESTIA-criteria massale LE: alle longvaten dicht -> shock/hypotensie -> trombolyse - Hoog bloedingsrisio: operatie, katheter embolectomie Schema classificatie: hemodynamisch instabiel -> hoog risico, laag risico als hart goed functioneert PESI(pulmonary embolism severity index): punten v risico slecht doorstaan, risicofactoren en RV dilatatie kijken
29
Wat is CTEPH?
Embolus lost niet goed op(chronisch LE) waardoor pulmonale hypertensie, dit kan leiden tot RV hypertrofie. Vaststellen met perfusie scan.
30
Welke soorten CVA bestaan er?
- bloedig - epiduraal hematoom - subduraal hematoom - subarachnoidale bloeding - intercerebrale bloeding - ischemisch - TIA: <24h, volledig herstel - minor stroke: <1 wk - major stroke: >1 wk
31
Wat zijn de oorzaken van ischemisch/bloedig CVA?
Trauma, AVM, spontaan, aneurysma, infarct(reperfusie). Trombose, embolus agv plaque ruptuur(geen perfusieprobleem).
32
Hoe kun je aan klachten zien of een CVA hemisferisch, retina of vertebrobasilair was?
- hemisferisch: eenzijdig kracht-/gevoelsverlies, afasie= spraak/taal problemen - Retina: AF, ischemische opticus neuropathie(hypoperfusie) - vertebrobasilair= achterste stroomgebied: hersenstam(dysarthrie, dysphagie, diplopie), ataxie(cerbellum), visus(achterste hersenhelft) Vers TIA en vertebrobasilair: heeft u een oog afgedekt? Als je alles ziet oog, als een helft niet cortex
33
Wat is de behandeling van ischemisch CVA?
- Reperfusie -> verwijderen trombus/embolus: trombolyse binnen 4,5-6h(grote kans bloeding), zsm trombectomie - Preventie recidief - Clopidogrel: 3wk icm ascal(zout aspirine) - Statine: stabiliseert plaque - BD verlaging - Risicofactor management: carotisstenose -> operatie Med behandeling reductie 80%, net na event hoogste risico
34
Hoe werkt de diagnostiek van CVA?
FAST: face, arm, speech(1+), time CT: bloedig/ischemisch Ischemisch: oorzaak zoeken -> CT(evt perfusie), ECG, duplex carotiden, echo hart
35
Wat is endarterectomie? Waneer gebruik je deze bij carotis stenose?
intima m plaque verwijderd en sheet geplaatst. - >70% symptomatisch -> criteria: juiste zijde, plaque op juiste plek, hemisferische uitval - Asymptomatisch niet, tenzij man <75jr en stenose >70% Niet om hemodynamisch gevolg maar atherosclerose burden. Risico stroke/overlijden moet <5/% zijn bij symptomatisch pt, complicaties als zenuw geraakt.
36
Wat is carotid stenting?
Stent geplaatst via lieskatheter in a carotis. minder invasief, geen schade/wondinfectie, lokale anesthesie maar meer risico CVA(draad langs atheroom), meer re-stenose(niet verwijderd), complicatie vasculaire dementie - Protection device: distale filter en distale/proximale occlusie
37
Wat is cardiopedie?
Stilzetten hart m koude vloeistof in aorta ascendens m veel kalium, elk uur hh. Als er veel AOI is moet aorta open, selectief via coronairen. Hierdoor ontstaat dying hart complex(ECG uit elkaar getrokken).
38
Hoe werkt de hart-longmachine?
Twee canulas, een in aorta met O2 rijk bloed en een veneuze in auricula dextra n hartlongmachine. Ook left vent in bovenste v pulmonalis dextra om LA te ontlasten.
39
Hoe kan een klep vervangen worden? Waar hangt de keuze v M/BP vanaf?
- Roche-operatie: pulmonalis klep op positie aorta en donorklep - TAVI: via lies biologische klep in stent - mechanische klep: lang mee, levenslang antistolling(bloeding) - biologische klep: 15jr, geen antistolling Word aangemeten m patsers. Duurzaamheid, bloedverdunners en kans re-operatie.
40
Hoe werkt de preventie bij perifeer vaatlijden?
Risicofactoren: familiar, man, roken, DM Primair: voorkomen atherosclerose -> info Secundair: voorkomen problemen bij symptomen & nieuw event na CVA/MI - clopidogrel bij stenoserend PV - Statine: andere normwaarde want andere populatie
41
Welke klachten horen bij clauditatio intermittens? Wat is de fontaine classificatie?
Agv atherosclerose stenose, pijn bij inspanning in bil, dijbeen en kuit die weggaat in rust. - I - geen klachten - II: clauditatio klachten - A/B: niet/wel invaliderend - III: rustpijn - IV: gangreen, wonden, infecties ‘S nachts wakker v pijn in voet/teen, slapende voet -> uit bed laten hangen
42
Hoe werkt de behandeling van PAV?
Fontaine II: gesuperviseerde looptraining -> neovasculogenesis, beter onder anaeroob -> EAI beter Geen succes -> interventie(PTA) Fontaine III/IV: invasief, hierbij aanvullend onderzoek(CTA/MRA)
43
Welke chirurgische ingrepen zijn er voor perifeer vaatlijden?
- PTA, evt stentplaatsing: korte leasie en stenose/occlusie via lies(bloedvat zelf niet groter) -> expertise, patency neemt af - endarteriectomie: korte leasie in buigpunt - bypass: kunsstof/vene(v cephalica magna) -> geen stenose - instroom(centraal): aorta-iliacaal - uitstroom(perifeer): femero-distaal - vene beter dan kunsstof; infectie, patency - patency proximaal beter dan distaal
44
Welke ingreep is beter bij korte/lange stenose?
- dotteren, minder invasief maar geen vers loopafstand - PTA als perifeer, centraal/goede levensverwachting bypass
45
Welke dingen vraag je bij patiënt met bloedingsneiging?
- duur - nabloedingen - slijmvliesgerelateerde bloedingen(primair): bloedneus, menstruatie, blauwe plekken - spier-/gewrichtsbloedingen(secundair) - familie anamnese - medicatie(NSAID’s) - leeftijd, geslacht - VG: eerdere operaties
46
Welke stoornissen bestaan er in de primaire hemostase? Wat is immunologische trombocytopenie?
- trombocytopenie= tekort -> congenitaal, medicatie, maligniteit, infectie, milt vergroot ITP= antistoffen t trombocyten, behandeling: steroïden -> TPO -> Anti b-cel therpaie -> Splenectomie - trombocytopathie= functie(meet PFA) -> medicatie, congenitaal - ziekte v Von Willebrand= minder, disfunctie of geen VWF -> erfelijk
47
Hoe kun je de secundaire hemostase meten?
- PT(tromboplastine en Ca): TF en FVII(vit K afh) -> vit K tekort, FVII deficiëntie - aPTT(fosfolipide en Ca): loop -> hemofilie, ziekte v Von Willebrand(VWF drager FVIII) - Losse factoren bep
48
Wat is hemofilie? Hoe werkt de behandeling?
X-chromosomale recessieve ziekte, tekort FVIII/IX(type A/B). Jongens hebben zelfde mate als familie, vrouwen vers mate d lyonisatie. 15% spontane mutatie. - concentraat - desmopressine(DDAVP): bij milde hemofilie A, FVIII uit endotheel(ook bij ziekte v Von Willebrand). - tranexaminezuur: remt fibrinolyse bij slijmvliesbloedingen
49
Wat is verworven hemofilie?
Zeldzame ziekte, lichaam maakt antistoffen tegen VWF en FVIII. Oudere pt; spontaan hematoom zonder VG. Behandeling: B-cel remmers -> risico hersenbloedingen