week 12 Flashcards
welke typen cellen zitten in een bot?
mesenchymale stamcel: hieruit differentiëren verschillende cellen
osteoblast: maakt matrix (osteoïd)
osteocyt: vastgelegen osteoblast
osteoclast: breekt botmatrix af (resorptie)
wat is een osteocyt?
- 90-95% van botcellen
- sensor voor mechanische belasting
- essentieel voor gezond bot
- regulatie botombouw en fosfaathomeostase
hoe wordt bot afgebroken?
hematopoietische stamcel –> monocyt –> pre-osteoclast –> osteoclast
osteoclast hecht aan botmatrix, lost calcium op en breekt botmartix af
afbraak is in afgesloten compartiment om lokale zuurgraad toe te laten nemen
wat is Wolff’s Law?
hoe aanpassingen van het bot gaan. 2 manieren:
- intramembraneus vanuit periost, zoals in schedel
- enchrondrale verbening vanuit kraakbeen, zoals in pijpbeenderen
wat zijn de verschillen tussen trabeculair en corticaal bot?
trabeculair: sponsachtig netwerk van trabekels, zorgt voor verdeling van belasting en bevindt zich in epifyse en metafyse
essentiële functies: mineraal metabolisme, behouden sterkte, geven elasticiteit
corticaal: dichte buitenkant bot, bestaat uit periosteum en endosteum, zit vooral in diafyse
essentiële functies: biomechanische sterkte, aanhechtingsplaats voor pezen en spieren, bescherming organen en beenmerg
hoe vindt botstofwisseling plaats?
osteoblasten werken aan ene kant, osteoclasten werken aan andere kant –> verplaatsing skelet onder invloed van mechanische belasting
botonderbouw is door BMU’s: RANK, RANKL en OPG
osteocyten produceren RANKL en sclerostine (remt osteoblasten)
welke problemen kunnen zich voordoen bij de botstofwisseling?
osteopetrose: meer aanmaak dan afbraak
osteoporose: meer afbraak dan aanmaak
sclerosteose: mutaties in scleostine
van buchem syndroom: verlaagd scleostine expressie
wat is de endocriene functie van bot?
osteoblasten produceren oestradiol, cortisol, vitamine D, activine en follistine
deze stoffen hebben effect in bot, dus niet per se endocrien
osteocyten produceren FGF23, dit is wel endocrien
wat is de verdeling van calcium en fosfaat in het lichaam?
calcium: 99% in skelet en 1% in ECV, nauwe regulatie met smalle grenzen
fosfaat: 85% in skelet en 15% in ECV, ruimere regulatie en bredere grenzen
hoe ziet de calcium homeostase eruit?
extracellulaire concentratie: 10^-3 M. regulatie door PTH, 1,25(OH)D3 (actief vit. D) en calcitonine
intracellulaire concentratie: 10^-6 M. regulatie door pompen, plasmamembraan, mitochondria etc.
darm (350 mg opname/150 mg uitscheiding), bot (1000 mg opslag) en nieren (150 mg filtratie) spelen rol in calciumbalans
wat is de rol van PTH in de calcium homeostase?
calcium-gevoelige receptor zit op hoofdcel van de bijschildklier: binding calcium –> minder PTH
effecten PTH:
- mobilisatie Ca en P uit skelet via stimulatie van osteoclastaire botresorptie
- verhoging renale Ca drempel en verlaging P drempel
- stimulatie 1alfa-hydroxylase in nier
wat is de rol van vitamine D in de calcium homeostase?
lage calciumconcentratie –> omzetting inactief naar actief vitamine D.
effect actief vitamine D: ingewanden (intestinale absorptie calcium), bot, huid, beenmerg, nieren, borst, thymus, hersenen en endocriene klieren
kan eigen afbraak stimuleren bij hoge concentratie
wat is de rol van calcitonine in de calcium homeostase?
directe remming osteoclastaire botresorptie en binding aan receptoren in hersenen
hoe ziet de fosfaat homeostase eruit?
PO4 is nodig voor botmineralisatie, DNA, fosforylering van receptoren en eiwitten, energieopslag en pH buffer
wordt opgenomen door darm –> opslag in extracellulaire pool en weke delen –> filtratie in nier –> opslag en afbraak in bot
betrokken hormonen: PTH, vitamine D, FGF23
wat is de rol van PTH in de fosfaat homeostase?
remt de NaPi transporter in nier –> minder reabsorptie fosfaat
stimuleert activatie vitamine D en osteoclastaire botresorptie via RANKL