Week 11 Flashcards
Hypothyreoïdie klachten
- Koude intolerantie
- Droge huid
- Moeheid
- Trage hartslag
- Gewichtstoename
- Spierzwakte
- Obstipatie
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Hyperthyreoïdie klachten
- Hitte intolerantie
- Vochtige huid
- Moeheid
- Snelle hartslag
- Gewichtverlies
- Spierverlies
- Diarree
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Schildklierhormoon productie proces
- Thyroxine (T4) wordt geproduceerd; inactieve schildklierhormoon
- In de lever wordt T4 omgezet tot T3 door dejodering
- T4 naar T3 kan ook plaatsvinden in de hersenen, hypofyse en skeletspieren
* T3 zorgt voor minderen TRH en TSH productie
* T4 zorgt op lokaal niveau bij de hypothalamus en hypofyse voor negatieve terugkopelling
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Normale schildklierfunctie bloedwaardes
- TSH = 0,4-4,3 mU/l
- Vrij T4 (FT4) = 11-12 pmol/l
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Primaire hyperthyreoïdie bloedwaardes
- Verhoogde FT4
- Verlaagde TSH
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Primaire hypothyreoïdie
- Verlaagd FT4
- Verhoogd TSH
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Hoe wordt jodide opgenomen in de follikel cel
NIS transporter
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Wat is NIS transporter
- Cotransport I- + 2Na+
- Indirect ATP afhankelijk
- Weefsel:serum ratio=25-400x
- Gestimuleerd door TSH, laag [I-]
- Geremd door hoog [I-]
- Competitots/liganden: CIO4-, TcO4-, SCN-
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Hoe wordt jodide afgegeven aan het colloïd
Pendrin kanaal
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Jodering en koppeling van thyroid peroxidase (TPO)
- I- + H2O2 + 2H+ –> I+ + 2H2O
- I+ + Tyr –> MIT + H+
- I+ + MIT –> DIT + H+
- 2DIT + H2O2 –> 2DIT radicalen + 2H2O
- 2DIT radicalen –> T4 + DHA
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Schildklierhormoon in de circulatie
- Grootste deel schildklierhormoon is gebonden aan serum eiwitten –> reservoir functie
- Alleen vrije fractie hormoon is beschikbaar voor biologische activiteit
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
MCT8 functie
T3 en T4 over membraan transporteren
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
TSH signaal transductie
- Binding aan G-eiwit
- cAMP en calcium stijgen in de cel
- Groei en proliferatie + activiteit Tg, DUOX, TPO, endocystose, lysosomale afbraak en conversie van T4 naar T3 nemen toe
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Ziekte van Graves
- Stimulatie TSH receptor door antistoffen
- Struma door hoge groei en proliferatie
- Veel T4 met als gevolg laag TSH
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
D1 dejodase
- Weefsels: Lever, nier, schildklier
- Functie: Plasma T3 productie, rT3 klaring
- Substraten: rT3»T3=T3
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
D2 dejodase
- Weefsels: Hersenen, hypofyse, bruin vet, schildklier, skelet spier
- Functie: Lokale T3 productie
- Substraten: T4>rT3
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
D3 dejodase
- Weefsels: Hersenen, placenta, foetaal weefsel
- Functie: T3 en T4 inactivatie, rT3 productie
- Substraten: T3>T4
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Allan-Herndon-Dudley syndroom (AHDS)
Mutatie MCT8 transporter
Leeftijd
* 1,5-18
* 37
* 60
Neurologisch
* Centrale hypotenie
* niet/beperkt hoofd omhoog houden
* Distale hypotonie
* Kan niet zitten/staan/lopen
Cognitieve ontwikkeling
* Ernstig beperkt (XLMR)
Spraak ontwikkeling
* Geen
Hersenen MRI
* Vertraagde myelinering
Lichamelijk
* Geredeuceerde lengte
* Zeer laag lichaamsgewicht
* Verminderde spiermassa
* Snelle hartslag
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Serum schildklier parameters in AHDS patienten
- T3: Verhoogd
- FT4: Verlaagd
- T3/T4: Verhoogd
- TSH: Hetzelfde
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Functie immuunsysteem
Beschermen tegen
* Ziekteverwekkers
* Tumoren
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Systemische auto-immuunziekten
- Systemische lupus erythematodes (SLE)
- Reumatoide artritis
- Systemische sclerose
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Orgaanspecifieke auto-immuunziekten
- Diabetes mellitus type-1
- Auto-immuunhepatitis
- Auto-immuun schildklierziekten
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Schildklier auto-immuunziekte
- Meest voorkomende orgaanspecifieke auto-immuunziekte
- Hashimoto thyreoiditis
- Ziekte van Graves
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Klinische symptomen Hashimoto thyreoiditis
Te weinig schildklierhormoon: Hypothyreoidie
* Traag, snel moe, gewichtstoename, koud
* Accumulatie van matrix glycosaminoglycanen in weefsel: Vergrote tong, verdikte huid, oedeem in gelaat
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Klinische symptomen ziekte van Graves
Te veel schildklierhormoon: Hyperthyreoidie
* Hartkloppingen, nerveus, gewichtsverlies, warm (zweten)
* Hyperpigmentatie, dun haar
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Hashimoto thyreoiditis pathofysiologie
- Forse infiltratie van T- en B-lymfocyten en andere immuuncellen in de schildklier
- Lokaal geactiveerde auto-reactieve T-lymfocyten
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Ziekte van Graves pathofysiologie
- Minimale infiltratie T-lymfocyten in de schildklier
- Beperkte schildklierschade
- Lokaal geactiveerde auto-reactieve T-lyfmfocyten
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Hashimoto tyreoditis auto-antistoffen
Auto-antistoffen tegen Tg en thyroidperoxidase (TPO)
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Ziekte van Graves auto-antistoffen
- Auto-antistoffen tegen Tg en TPO
- Stimuleren auto-antistoffen tegen TSH-receptor
- Auto-antistof gedreven schildklier activatie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Hashimoto thyreoditis pathofysiologie proces
- Auto-reactieve CD8+ T-cellen, CD4+ T-cellen
- Macrofagen
- Induceren schade aan thyrocyten, anti-TPO Ig
- Via ADCC schade aan thyrocyten
- Hypothyreoidie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Ziekte van graves pathofysiologie proces
- Stimulerende auto-antistoffen tegen TSH-R
- Stimuleren productie schildklierhormoon
- Auto-antistof gedreven schildklier activiatie
- Hyperthyreoidie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Labwaardes Ziekte van Graves en Hashimoto thyreoiditis
- TPO Ab: 45-80%; 95%
- Tg Ab: 12-30%; 50-60%
- TSHr Ab: 80-100%; 6%
- TSH: Verlaagd; verhoogd
- T4, T3: Verhoogd; verlaagd
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Foetale-neonatale Graves prevalentie
- Foetale hyperthyreoidie bij circa 1-5% van alle zwangerschappen bij vrouwen met de ziekte van Graves > in circa 20% van de gevallen intra-uteriene vruchtdood
- Foetale hyperthyreoidie ontwikkelt zich pas in het derde trimester
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Klinische tekenen neonatale Graves
- Verhoogde hartslag (hartfalen)
- Rusteloosheid
- Versnelde ademhaling
- Struma
- Groeiachterstand
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Behandeling neonatale Graves
Remissie meestal binnen 3-12 weken
Behandeling
* Schildklierremmende medicatie
* Adrenerge betareceptor blokkers
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Risico-factoren auto-immuun schildklierziekten
- Voedsel inname van jodium
- Roken
- Infectie
- Stressvolle levensgebeurtenissen
HPA-as –> Th2-skewing –> antistof productie - Geslacht/genetica
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Geslacht/genetica prevalentie auto-immuun schildklierziekten
- Man:vrouw –> 1:8-10
- Ziekte van Graves: 50% heeft familileden met auto-immuun schildklierziekte
- Ziekte van Graves concordantie: monozygote tweeling: 35%, dizygote tweeling: 3%
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Waaruit bestaat ziekte van Graves
- Hyperthyreoidie
- Struma
- Opthalmopathie: Proptosis
- Dermopathie: Pretibiaal myxoedeem
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Graves ophtalmopathie
25-50% van patienten met ziekte van graves
* Oedeem
* Exophtalmus
* Ontsteking
* Corneale ulceraties
* Blindheid
Risico factoren
* Geslacht: Man:Vrouw = 1:5
* Roken: Verhoogd kans 7-8x
* Polymorfismen
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Behandeling Graves ophthalmopathie
Goed controleren van hyperthyreoidie
* Voorkomen van grote fluctuaties in schildklierhormoon
Milde GO
* Afwachtend beleid
* Selenium supplementatie
Matig-ernstige GO
* Corticosteroiden
* Rehalibatieve chirurgie
Virusbedreigende GO
* Hoge dosis corticosteroiden
* Operatief (decompressie)
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Andere behandelingsopties Graves
Immuunmodulerend
* Intraveneuze immunoglobulines
* Cyclosporine
* Octreotide
* Biologicals
Orbitale radiotherapie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Jodiumdefficientie 1e fase
- Jodium tekort
- NIS gaat harder werken + TSH stimulatie
3.Groei schildklier
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Jodium defficientie 2e fase
- Jodium tekort
- Schildklier gaat T3 in plaats van T4 produceren
3.Minder T4 voor T4 afhankelijke organen
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Congenitale hypothyreoidie
- Gescreend met hielprik
- Volledige kans op herste bij snelle start behandeling met schildklierhormoon
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Primair hypothyreoidie prevalentie + oorzaken
Diagnose hypothyreoidie
- Serum TSH prikken
- Bij TSH afwijking: Prikken FT4
- Na diagnose: Prikken auto-antistoffen tegen TPO
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Primair hypothyreoidie oorzaken
1:12000 in NL congenitaal
2-3% Verworven
* Auto-immuun
* Thyroiditis
* Radioactief jodium
* Thyroidectomie
* Radiotherapie
* Medicamenteus
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Secundaire hypothyreoidie oorzaken
- Hypofysair
- Sheehan’s syndroom
- Hypofyseadenoom
- Suprasellaire oorzaken
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Hypothyreoidie behandeling
- Levothyroxine ~1,7 ug/kg/dag
- Dosis aanpassing na ~6 weken
- Dosis aanpassing op basis van TSH
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Zwangerschap en de schildklier
Meer schildklierhormoon behoefte
* Forse stijging TBG door hogere oestrogeen
* Verhoogd transport en metabolisme door placenta
* Foetale behoefte schildklierhormoon
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Foetale behoefte schildklierhormoon regulatie
- Verhoogde hCG spiegel
- Verhoogde T4
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Zwangerschap hypothyreoidie behandeling
- Ophogen LT4 met 25-50% bij positieve zwangerschaps test
- Streef TSH naar normaalwaarden
- Controleer elke 4 weken tot halverwege, daarna elke 6 weken
- Na bevalling: Terug naar pre-zwangerschaps dosis en controle na 6 weken
HC.4 - Jodiumdeficiëntie en diagnose en behandeling van hypothyreoïdie
Thyreotoxicose
Teveel aan schildklierhormoon in circulatie en weefsels
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Hyperthyreoidie
Thyreotoxicose als gevolg van teveel aanmaak schildklierhormoon
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreotoxicose oorzaken
- Morbus Graves
- Thyroiditis
- Hete nodus
- Multinodulair struma
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreotoxicose diagnose en oorzaak achterhalen
- TSH: Laag
- FT4: Verhoogd
- Auto-antistoffen: verhoogd bij Graves
- I-123 scan:
Graves: Diffuus verhoogde uptake
Toxische nodus: Verhoogdeuptake specifiek gebied
Thyreoiditis: Geen opname
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Morbus Graves behandeling Thyreostatica
Remmen schildklierhormoon synthese
* Strumazol
* Propylthiouracil (PTU)
* Beta blokker
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Morbus Graves behandeling radioactief jodium
Vernietegen schildklierweefsel door beta-straling
* I-131
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Morbus Graves thyreoidectomie
Verwijdering schildklier
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreostatica milde bijwerkingen
- Rash/pruritus
- Veranderde smaak/reuk
- Misselijk/diarree
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreostatica ernstige bijwerkingen
- Arganulocytose
1-5/1000
Koorts
Leukocytendifferentiatie bepalen - Leverfalen
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreostatica behandeling
- Euthyroidie na 4-6 weken
- Block and replace
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Hoe wordt recidief kans berekend bij thyreostatica?
- Great score
Classificatie
* I: 0-1 score
* II: 2-3 score
* III: 4-6 scoren
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Radioactief jodium behandeling
- Dosis berekening voornamelijk empirisch
- Traag effect op hyperthyreoidie
- Kans op tijdelijke T3 en T4 stijging
Bijwerkingen
* Pijn in de hals
* Verslechtering Graves opthalmopathie
* Risico op primaire hypothyreoidie
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreoidectomie behandeling
Indicaties
* Overgevoeligheid voor tyreostatica
* Bezwaren tegen radioactief jodium
* Zwangerschap
* Struma
* Persoonlijk voorkeur
Complicaties
* Hypoparathyreoidie
* N.recurrens verlaming
* Hypothyreoidie
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
M. Graves opthalmopathie symptomen
- Eophthalmus
- Diplopie
- Ooglidretractie, zwelling, roodheid
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
M. Graves opthalmopathie prevalentie
Bij presentatie: 50% milde symptomen
* 65% spontane regressie
* 15% progressie
* 6% maligne OGD: Dysthyroide optische neuropathie of keratitis
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
M. Graves opthalmopathie activiteit berekening
CAS (Clinical Activity Score)
1. spontane retrobulbaire pijn
2. pijn bij opzij/naar boven/beneden kijken
3. roodheid van oogleden
4. roodheid van conjunctiva
5. zwelling van oogleden
6. zwelling van carunkel en/of plica
7. chemosis
Actief CAS ≥ 3
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Behandeling M. Graves opthalmopathie
Altijd
* Donkere zonnebril/kunsttranen
* Eythyreoidie
Mild
* Selenium 2dd 100mg
Matig-ernstig
* Glucocorticoiden 12wk schema
Zeer ernstig
* Spoed oogarts
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
M. Graves opthalmopathie niet actief
Uitgedoofde fase
* Oedeem en roodheid verdwijnen
* Zwelling en ooglid retractie kunnen
afnemen
* Exophthalmus persisteert, soms enige
afname van 1-2 mm
* Diplopie wordt vrijwel nooit minder
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Niet actieve M.Graves opthalmopathie behandeling
- Rehabilitatieve chirurgie
- Orbita decompressie
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Nodulair schildklierafwijkingen
- Solitaire nodus
- Multinodulaire struma
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreoiditis bevindingen
Bevindingen
* Pijnlijke schildkliervergroting
* Koorts
* Hoge bezinking bloed, verhoogd CRP
* Spontaan herstel in weken – maanden
* I123 schildklierscintigrafie: geen opname
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreoiditis post-partum
- Incidentie ~5%
- ~70% kans op recidief bij 2e zwangerschap
- Meestal < 3 mnd postpartum (tot 12 mnd)
- DD M. Graves (TSH-R antibodies)
- Permanente hypothyreoïdie 10-20%
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Thyreoiditis behandeling
Thyreotoxische fase (mild)
* Expectatief; betablokker
* Check TSH elke 6 wkn
Hypothyreote fase
* Overweeg levothyroxine bij symptomen of TSH > 10 mU/L
* Afbouwen na 6 – 12 mnd
* Jaarlijkse TSH check 10-50% hypothyreoïdie
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
M. Graves zwangerschaps behandeling voordeel en nadeel
Counselen pros & cons
* Thyreostatica (teratogeniciteit)
* RAI (6 maanden niet zwanger)
* Thyreoidectomie (direct effect, complicaties)
HC.5 - Diagnose en behandeling van hyperthyreoïdie
Effect schildklierhormoon cardiovasculair hemodynamiek
- Vaatweerstand: Omlaag
- Hartfrequentie: Omhoog
- Ejectiefractie: Omhoog
- Cardiac output: Omhoog
- Isovolumetrische relaxatie: Omlaag
- Bloedvolume Omhoog
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Contractie cardiomyocyt stappen
- Depolarisatie: Kalium cel in, natrium cel uit
- Ca gaat de cel in en stimuleert RYR-Ca kanaal
- Massal instroom calcium via RYR in cytoplasma
- Ca stimuleert actine-myosinefilamenten en zorgt voor contractie
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Relaxatie cardiomyocyt stappen
- Ca terug in SR door SERCA, kost ATP
- Ca concentratie cytoplasma neemt af
- Ontspanning
- NCX zorgt voor Ca cel uit, Na cel in
- Na-K pomp zorgt voor Na cel uit K cel in
- Ca gaat via Calcium kanaal weg
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
MHCa en MHCb
MHCa = Myosin heavy chain
* Snelle contractie, stimulatie door T3
MHCb = Langzame variant
* Onderdrukt door T3
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Schildklierhormoon effect op skeletspierweefsel
Stimulatie thermogenese door stimulatie van 2 futiele cycli
* Na/K ATPase stimulatie
* SERCA stimulatie
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Schildklierhormoon effect op bruin vetweefsel
Stimulatie van uncoupling protein
* Warmte wordt gemaakt ipv ATP
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Wat is UCP en waar liggen ze
UCP is uncoupling protein; zorgt voor warmte productie ipv ATP
* UCP1: Bruin Vet
* UCP2: Hart, skeletspier, bruin vet, wit vet, nier etc
* UCP3: Skeletspier, bruin vet
* UCP4: Hersenen
* UCP5: Hersenen
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Schildklierhormoon effect op bot
- Schildklierhormoon stimuleert bot groei
- Schildklierhormoon reguleert botdichtheid; hyperthyreoidie geassocieerd met osteoporose
Schildklierhormoonresistentie door TRa receptor mutatie karakteristieken
Karakteristieken
- Afwijkende schildklierfunctie:
Normaal TSH
Laag/Laag-normaal FT4
Hoog T3
Laag rT3 - Milde tot ernstige psychomotorische achterstand
- Groei achterstand, verminderde botleeftijd
- Macrocefalie, vertraagde sluiting schedelnaden
- Constipatie
- Milde anemie
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Schildklierhormoon effect op hypofyse
- T3 bindt aan TRb-2 receptor –> remming transcriptie
- TSH en FT4 negatief linear verband
HC.6 - Oorzaken van klachten en symptomen van hypo- en hyperthyreoïdie
Schildkliernodus soorten
Niet-functioneel
* Adenoom
* Cyste
* Overige
* Maligniteit
Functioneel
* Autonome modus
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildklier nodus analyse
Nederland zeer terughoudend
* Incidentaloom MRI & CT: Nee tenzij FDG-PET
Vervolgonderzoek
1. Palpabele nodus
2. Serum TSH
3. Echo+Fine needle aspiration
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Aanvullend onderzoek bij lage TSH
- TSH-R Ab’s
- Negatief? I-123 scintgrafie
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Aanvullend onderzoek bij normale TSH
Echo
* Afgrensbaarheid (regulair, irregulair)
* Microcalcificaties
* Echogeniciteit
* Compositie
* Vascularisatie
* Halo rond nodus
* Vorm (‘’taller than wide’’)
* Lymfeklieren
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom behandeling
CHI
* Totale thyroidectomie ± halsklierdissectie
NuGe
* Radioactief jodium (I-131) ablatie
ENDO
* TSH Suppressie
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom evaluatie behandeling
Afbeeldend onderzoek
* Echo
Biochemisch
* Thyroglobuline tijdens thyroxine behandeling
Dynamisch risico stratificatie
* Na 1 jaar: TSH recombinant
* Tg < 0,9 ng/ml laag-risico
* Tg > 0,9 ng/ml niet laag-risico
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom gemetastaseerd
Lymfogeen
* Resectie en radioactief jodium
Afstand
* Radioactief jodium
Jodium-refractair
* Resectie, lokale therapie
* Radiotherapie
* Systemisch (tyrosinekinaseremmers)
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom (MTC) kenmerken
- Ontstaat uit de parafolliculaire C-cellen
- Sporadische tumoren
- Familiale tumoren – 2 autosomaal dominante tumorsyndromen
- Hematogene en lymfogene metastasering
- Tumormarker: calcitonine (differentiatie) en carcinoembyonaal antigen (CEA) (de-differentiatie)
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom (MTC) syndromen
MEN 2a syndroom
* Medullair schildklier carcinoom
* (dubbelzijdig) feochromocytoom
* Hyperparathyreoïdie o.b.v. multiple gland disease
MEN 2b syndroom
* Medullair schildklier carcinoom
* (Dubbelzijdig) feochromocytoom
* Marfanoïde habitus
* Mucocutane neurinomen
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom (MTC) diagnose
Klachten (mechanisch; diarree)
Echo & FNA
Biochemie
* Calcitonine (& CEA)
* (normetanefrines, calcium)
Genetisch MEN2 diagnostiek
Beeldvorming
* Echo (indien calcitonine hoog: FDG-PET CT; MRI lever)
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker
Schildkliercarcinoom (MTC) behandeling
Lokale ziekte
* Totale thyreoidectomie + centrale halsklierdissectie (+ lat HKD)
Uitgebreide ziekte (en/of afstandmetastasen)
* Chirurgie voor debulking (bij symptomen)
* Lokale therapie
* TKI
* (PRRT)
* GEEN Radioactief jodium (C-cellen)
HC.7 - Schildkliernodus: kanker of geen kanker