Week 11 Flashcards
Hypothyreoïdie klachten
- Koude intolerantie
- Droge huid
- Moeheid
- Trage hartslag
- Gewichtstoename
- Spierzwakte
- Obstipatie
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Hyperthyreoïdie klachten
- Hitte intolerantie
- Vochtige huid
- Moeheid
- Snelle hartslag
- Gewichtverlies
- Spierverlies
- Diarree
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Schildklierhormoon productie proces
- Thyroxine (T4) wordt geproduceerd; inactieve schildklierhormoon
- In de lever wordt T4 omgezet tot T3 door dejodering
- T4 naar T3 kan ook plaatsvinden in de hersenen, hypofyse en skeletspieren
* T3 zorgt voor minderen TRH en TSH productie
* T4 zorgt op lokaal niveau bij de hypothalamus en hypofyse voor negatieve terugkopelling
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Normale schildklierfunctie bloedwaardes
- TSH = 0,4-4,3 mU/l
- Vrij T4 (FT4) = 11-12 pmol/l
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Primaire hyperthyreoïdie bloedwaardes
- Verhoogde FT4
- Verlaagde TSH
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Primaire hypothyreoïdie
- Verlaagd FT4
- Verhoogd TSH
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Hoe wordt jodide opgenomen in de follikel cel
NIS transporter
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Wat is NIS transporter
- Cotransport I- + 2Na+
- Indirect ATP afhankelijk
- Weefsel:serum ratio=25-400x
- Gestimuleerd door TSH, laag [I-]
- Geremd door hoog [I-]
- Competitots/liganden: CIO4-, TcO4-, SCN-
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Hoe wordt jodide afgegeven aan het colloïd
Pendrin kanaal
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Jodering en koppeling van thyroid peroxidase (TPO)
- I- + H2O2 + 2H+ –> I+ + 2H2O
- I+ + Tyr –> MIT + H+
- I+ + MIT –> DIT + H+
- 2DIT + H2O2 –> 2DIT radicalen + 2H2O
- 2DIT radicalen –> T4 + DHA
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Schildklierhormoon in de circulatie
- Grootste deel schildklierhormoon is gebonden aan serum eiwitten –> reservoir functie
- Alleen vrije fractie hormoon is beschikbaar voor biologische activiteit
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
MCT8 functie
T3 en T4 over membraan transporteren
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
TSH signaal transductie
- Binding aan G-eiwit
- cAMP en calcium stijgen in de cel
- Groei en proliferatie + activiteit Tg, DUOX, TPO, endocystose, lysosomale afbraak en conversie van T4 naar T3 nemen toe
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Ziekte van Graves
- Stimulatie TSH receptor door antistoffen
- Struma door hoge groei en proliferatie
- Veel T4 met als gevolg laag TSH
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
D1 dejodase
- Weefsels: Lever, nier, schildklier
- Functie: Plasma T3 productie, rT3 klaring
- Substraten: rT3»T3=T3
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
D2 dejodase
- Weefsels: Hersenen, hypofyse, bruin vet, schildklier, skelet spier
- Functie: Lokale T3 productie
- Substraten: T4>rT3
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
D3 dejodase
- Weefsels: Hersenen, placenta, foetaal weefsel
- Functie: T3 en T4 inactivatie, rT3 productie
- Substraten: T3>T4
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Allan-Herndon-Dudley syndroom (AHDS)
Mutatie MCT8 transporter
Leeftijd
* 1,5-18
* 37
* 60
Neurologisch
* Centrale hypotenie
* niet/beperkt hoofd omhoog houden
* Distale hypotonie
* Kan niet zitten/staan/lopen
Cognitieve ontwikkeling
* Ernstig beperkt (XLMR)
Spraak ontwikkeling
* Geen
Hersenen MRI
* Vertraagde myelinering
Lichamelijk
* Geredeuceerde lengte
* Zeer laag lichaamsgewicht
* Verminderde spiermassa
* Snelle hartslag
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Serum schildklier parameters in AHDS patienten
- T3: Verhoogd
- FT4: Verlaagd
- T3/T4: Verhoogd
- TSH: Hetzelfde
HC.2 - Schildklierhormoonsynthese en pathogenese
Functie immuunsysteem
Beschermen tegen
* Ziekteverwekkers
* Tumoren
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Systemische auto-immuunziekten
- Systemische lupus erythematodes (SLE)
- Reumatoide artritis
- Systemische sclerose
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Orgaanspecifieke auto-immuunziekten
- Diabetes mellitus type-1
- Auto-immuunhepatitis
- Auto-immuun schildklierziekten
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Schildklier auto-immuunziekte
- Meest voorkomende orgaanspecifieke auto-immuunziekte
- Hashimoto thyreoiditis
- Ziekte van Graves
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Klinische symptomen Hashimoto thyreoiditis
Te weinig schildklierhormoon: Hypothyreoidie
* Traag, snel moe, gewichtstoename, koud
* Accumulatie van matrix glycosaminoglycanen in weefsel: Vergrote tong, verdikte huid, oedeem in gelaat
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Klinische symptomen ziekte van Graves
Te veel schildklierhormoon: Hyperthyreoidie
* Hartkloppingen, nerveus, gewichtsverlies, warm (zweten)
* Hyperpigmentatie, dun haar
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Hashimoto thyreoiditis pathofysiologie
- Forse infiltratie van T- en B-lymfocyten en andere immuuncellen in de schildklier
- Lokaal geactiveerde auto-reactieve T-lymfocyten
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Ziekte van Graves pathofysiologie
- Minimale infiltratie T-lymfocyten in de schildklier
- Beperkte schildklierschade
- Lokaal geactiveerde auto-reactieve T-lyfmfocyten
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Hashimoto tyreoditis auto-antistoffen
Auto-antistoffen tegen Tg en thyroidperoxidase (TPO)
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Ziekte van Graves auto-antistoffen
- Auto-antistoffen tegen Tg en TPO
- Stimuleren auto-antistoffen tegen TSH-receptor
- Auto-antistof gedreven schildklier activatie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Hashimoto thyreoditis pathofysiologie proces
- Auto-reactieve CD8+ T-cellen, CD4+ T-cellen
- Macrofagen
- Induceren schade aan thyrocyten, anti-TPO Ig
- Via ADCC schade aan thyrocyten
- Hypothyreoidie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Ziekte van graves pathofysiologie proces
- Stimulerende auto-antistoffen tegen TSH-R
- Stimuleren productie schildklierhormoon
- Auto-antistof gedreven schildklier activiatie
- Hyperthyreoidie
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Labwaardes Ziekte van Graves en Hashimoto thyreoiditis
- TPO Ab: 45-80%; 95%
- Tg Ab: 12-30%; 50-60%
- TSHr Ab: 80-100%; 6%
- TSH: Verlaagd; verhoogd
- T4, T3: Verhoogd; verlaagd
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Foetale-neonatale Graves prevalentie
- Foetale hyperthyreoidie bij circa 1-5% van alle zwangerschappen bij vrouwen met de ziekte van Graves > in circa 20% van de gevallen intra-uteriene vruchtdood
- Foetale hyperthyreoidie ontwikkelt zich pas in het derde trimester
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Klinische tekenen neonatale Graves
- Verhoogde hartslag (hartfalen)
- Rusteloosheid
- Versnelde ademhaling
- Struma
- Groeiachterstand
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Behandeling neonatale Graves
Remissie meestal binnen 3-12 weken
Behandeling
* Schildklierremmende medicatie
* Adrenerge betareceptor blokkers
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Risico-factoren auto-immuun schildklierziekten
- Voedsel inname van jodium
- Roken
- Infectie
- Stressvolle levensgebeurtenissen
HPA-as –> Th2-skewing –> antistof productie - Geslacht/genetica
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Geslacht/genetica prevalentie auto-immuun schildklierziekten
- Man:vrouw –> 1:8-10
- Ziekte van Graves: 50% heeft familileden met auto-immuun schildklierziekte
- Ziekte van Graves concordantie: monozygote tweeling: 35%, dizygote tweeling: 3%
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten
Waaruit bestaat ziekte van Graves
- Hyperthyreoidie
- Struma
- Opthalmopathie: Proptosis
- Dermopathie: Pretibiaal myxoedeem
HC.3 - Pathogenese van auto-immuun schildklierziekten