Week 10 Flashcards
Wat zijn hormonen? Hoe kun je via hormonen communiceren?
Stoffen die circuleren in bloed en werken op doelwitcel op afstand, binden aan receptoren
- Endocrien
- Paracrien
- Autocrien
Hoe ziet een hormonale as eruit?
- hypothalamus geeft hypothalaam hormoon af
- stimuleert hypofyse voorkwab tot afgifte hormoon(dit remt hypothalamus)
- stimuleert perifere endocriene klier tot afgifte perifeer hormoon
- dit geeft negatieve feedback aan hypofyse voorkwab en hypothalamus
Dit geeft een hormonaal evenwicht.
Hoe werkt de hypothalamus?
Neuronen
- Grote cellichamen: lange uitlopers tot hypofyse achterkwab, afgifte ADH/oxytocine
- Kleine cellichamen: hormonen naar hypofysecel, regelen afgifte hormonen
Hoe werkt de hypofyse?
- Voorkwab(adeno): endocriene cel -> embryologisch pharynx
- Cellen vernoemd naar geproduceerd hormoon -> immunohistochemische kleuring
- Van veel naar weinig: GH → ACTH/prolactine → TSH, FSH/LH
- Achterkwab(neuro): neuronale cel -> neurale lijst
- ADH: reabsorptie water nier → + BD
- Oxytocine: baarmoeder en borstklier contractie
- pituicyten(steuncel)
- axonen hypothalamus
Hoe werkt de hypothalamus-hypofyse-groeihormoon as?
- somatostatine remt afgifte GH
- GHRH uit hypothalamus stimuleert afgifte GH
- ghreline uit maag stimuleert GHRH en de hypofyse voorkwab
- GH: in lever stimuleert aanmaak IGF-1
Hoe werkt de afgifte van prolactine?
- dopamine uit hypothalamus remt
- Zoogreflex: via CZS signaal naar dopamine neuronen, remt
- Minder dopamine bij lactotrope cel → meer prolactine productie
- Afgifte oxytocine, contractie spieren borstklieren
Wat is het circadiaan ritme?
- alle hormonen uit voorkwab muv FSH/LH
- GH, PRL en TSH: ‘s nachts piek
- ACTH: ‘s ochtends piek, cortisol volgt
- Gedurende dag pulsatiel ritme
Wat doen bindende eiwitten?
- binden steroid hormonen en TSH in circulatie -> inactief, minder excretie
- soms meer bindende eiwitten in circulatie -> meer hormoon aangemaakt ter compensatie
- nieuwe steady state met meer totaal hormoon, zelfde vrije concentratie
Hoe is de opbouw v/d bijnier?
- Cortex: uit mesoderm
- Zona glomerulosa: aldosteron(mineralcorticoid) -> smalste laag, cel in groepje sdicht op elkaar
- Zona fasciculata: cortisol(glucocorticoid) -> breedste laag, lange bundels sponzige cel(vetdruppels), sinusoiden
- Zona reticularis: androgenen → netwerk kleine, roze cellen
- Medulla: (nor)adrenaline(catecholamines) -> neurale lijst
Nestjes basofiele cel omgeven d sustenteculaire cel
Hoe werkt de biosynthese van steroïden in de bijnier? Wat is de functie van CYP11A, CYP11B2, CYP21, CYP17 en CYP17b5?
- Cholesterol —CYP11A→ pregenolone
- CYP11B2(aldosteron synthase): aldosteron, alleen in zona glomerulosa
- CYP17: richting cortisol en androsteendion, niet in buitenste zones
- CYP17b5: alleen in zona reticularis → andostreendion
- CYP21: alleen in zona glomerulosa/fasciculata
Hoe werkt cholesteroltransport in de bijnier?
- LDLR op bijnierschors, LDL uit lever opgenomen
- 80% biosynthese uit LDL, rest zelf uit acetyl-CoA
- StAR bind cholesterol → transport over mitochondriale binnenmembraan
- CYP450 side chain cleavage: snelheidsbep stap
- Sterk gereguleerd d ACTH
Hoe werkt (de afgifte van) cortisol?
- CRH uit hypothalamus stimuleert hypofyse productie ACTH
- bind aan membraanreceptor
- bij stress versterken CRH en ADH beiden afgifte ACTH
- glucocorticoid, verlaagt insulinegevoeligheid en verhoogt insuline spiegel
- bijna alles gebonden aan CBG of albumine
Hoe werkt de afgifte van aldosteron?
- ACTH: nauwelijks invloed
- Plasma kalium verhoogd
- Angiotensine-II: RAAS
- Mineralcorticoid: nier reabsorptie Na+ en water & excretie K+
- Verhoogde BD: remt afgifte renine
- Verlaagd plasma K+: remt stimulatie aldosteronafigfte
Hoe word een mineralcorticoid effect van cortisol in de nier voorkomen?
HSD II zet het in de nier om tot cortisone, dit is inactief en kan niet binden aan MCR.
Hoe werkt de afgifte van catecholamines?
- Stimulatie: angst, boosheid, stress, bloeding, hypoxie en hypoglycemie
- Uit L-thyrosine → L-DOPA → dopamine
- Adrenaline uit noradrenaline
Wat is de structuur van GCPR?
- 3 extracel en intracel loops
- N(extracel) en C(intracel)-terminale deel
- Domeinen
- Hormoonbinding: affiniteit, specificiteit
- Transmembraan(TMD): 7x, verankering
- Transductie
Hoe werkt de (in)activatie van G-eiwit?
- G-eiwit heeft 3 subunits
- Inactief: GDP geboden aan a-subunit
- Ligand bind aan receptor: interactie → GDP gedissocieerd, GTP gebonden → actief
- Andere subunits ook actief
- G-eiwit kan zichzelf uitzetten: GTPase
Hoe werkt de signaaltransductie bij Gs?
- Vermenigvuldiging: actieve a-subunit activeert enzym → second messenger(amplificatie)
- G-as: adenyl cyclase → cAMP → PKA → naar kern, transcriptie complex → genregulatie
- Adenyl cyclase: ATP → cAMP
- instabiel, afbraak d fosfodiesterase
- PKA: 2 regulatoir en 2 catalytische subunits → cAMP bind aan regulatoire, conformatieverandering → catalytische vrij en naar kern
- Adenyl cyclase: ATP → cAMP