Week 1 ZO3 Acute en late effecten radiotherapie Flashcards
Orgaansystemen welke acute schade kunnen vertonen en klachten.
Keelslijmvlies - pijn bij slikken
Slokdarmslijmvlies - pijn bij slikken
Darmslijmvlies - diarree
Wat is acute bestralingsschade en hoe ontstaat het?
Schade aan het DNA van sneldelend weefsel. Dus snel tot expressie bij volgende delingen.
Ontstaat tijdens of direct na het einde van de bestralingsserie tot 3 maanden na het einde van de bestraling.
Wanneer spreekt men van late schade?
Schade die vanaf 3-6 maanden tot 20 jaar na dato ontstaat
Bij welke orgaansystemen treedt late bestralingsschade op? Wat zijn de klachten van de patiënt?
Speekselklieren - droge mond en cariës - blijvend
Dunne darm- diarree- laat optreden: blijvend
Ooglens - staar - blijvend
Nieren - nierinsufficiëntie - blijvend
Ruggenmerg - neurologische uitval - blijvend
Huid - fibrose - blijvend
Hoe kan acute en late schade voorkomen en beperkt worden?
Dmv radiobiologische invloed: de fractiedosis zo laag mogelijk kiezen
Door minder volume van gezond weefsel te bestralen: afdekken van weefsel. Hoe minder volume in hoge dosistraject, hoe minder kans op late schade.