Week 1 ZO1 werkingsmechanismen chemotherapie Flashcards

0
Q

Drie processen en/of enzymen, die doelwit zijn voor chemotherapeutica

A

Topoisomerase
Replicatie
DNA herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Welk verschil tussen tumorcellen en gewone lichaamscellen wordt meestal gebruikt om tumorcellen selectief te doden

A

Tumorcellen delen vaak. Hierdoor zijn ze een groot deel van de tijd in S fase van de celcyclus en de mitose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het werkingsmechanisme van de meeste mitoseremmers

A

Grijpen in op tubuline polymerisatie. Dus op de vorming of stabiliteit van microtubuli. Die zijn nodig voor het goede verloop van de mitose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Twee belangrijke beperkende factoren bij de chemotherapie

A

Toxiciteit gewone weefsels

Resistentie van de tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke weefsels bepalen voornamelijk de acute toxiciteit?

A

Snel delende weefsels:
Darmen
Haar
Cellen van hemopoietisch systeem

Vandaar misselijkheid, haaruitval en anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen acute en chronische toxiciteit?

A

Acute toxiciteit treed op tijdens of direct na de behandeling.

Chronische toxiciteit ontstaat pas na blootstelling gedurende langere tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is voor chronische toxiciteit vooral de cumulatieve dosis belangrijk?

A

Chronische toxiciteit is het resultaat van een aantal behandelingen op rij, dus de cumulatieve dosis.

Het wordt pas zichtbaar als veel cellen uitgevallen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom wordt meestal de maximaal te tolereren dosis chemotherapeuticum gegeven en wordt er niet begonnen met een lagere dosering?

A

Om te voorkomen dat cellen resistentie ontwikkelen door zich geleidelijk aan te passen aan het chemotherapeuticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de 3 typen veranderingen op DNA niveau die leiden tot resistentie

A

Puntmutaties

Genamplificatie van het targetenzym

Verhoogde activiteit van een dat zorgt voor verwijderen van chemotherapeutica uit de cel of inactivering van de toxische stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het voordeel van combinatie chemotherapie?

A

Dan kan minder snel resistentie ontstaan door mutatie of amplificatie van het target gen, omdat er dan meerdere targetgenen zouden moeten muteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontstaan multidrug resistentie? Waarom is dat een probleem?

A

Door een verhoogde expressie van eiwitten die een grote hoeveelheid aan chemotherapeutica (en andere toxische stoffen) de cel uit pompen.

Bijvoorbeeld: MDR eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de twee belangrijkste redenen voor het bestaan van klinische resistentie zonder dat in de tumorcellen een verandering op het niveau van DNA heeft plaatsgevonden?

A

De locatie van de tumor is slecht bereikbaar voor chemotherapeuticum.
Bijvoorbeeld: in hersenen of binnenste van een grote solide tumor

Tumor is vaak heterogeen, bevat ook niet-delende cellen, zijn ongevoelig voor chemotherapeuticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zal het effect zijn van een remmer van het herstel van enkelstrengs-breuken op normale en op cellen die geen intact Brca2 gen hebben?

A

Gewone cellen hebben weinig last.
Cellen die geen brca2 eiwit kunnen maken, lopen dubbelstrengs-breuken op. Deze leiden tot dood van de (tumor)cel.

(Mutaties BRCA1/2 gen, tumor mist bewuste gen. Tumorcellen: defect in herstel van dubbelstrengs breuken dmv homologe recombinatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly