Week 1 - Ligamenten Flashcards
1
Q
Benoem de kenmerken van de discus
A
- Nucleus pulposus
- Anulus fibrosus
- Binnenste laag anulus fibrosus
- Buitenste laag anulus firbrosus
2
Q
Benoem de ligamenten op het plaatje
A
- Lig. longitudinale posterius
- Ligg. flava
- Ligg. interspinalia
- Ligg. intertransversaria
- Ligg. supraspinale
- Lig. longitudinale anterius
3
Q
Kenmerken lig. longitudinale anterius
A
- breed
- loopt over voorzijde wervellichamen van os sacrum tot schedelbasis
- overbrugt meerdere segmenten
- Remt extensie
- Remt afglijden tussenwervelschijven
4
Q
Kenmerken lig. longitudinale posterius
A
- achterzijde wervellichamen
- loopt van clivus tot carnalis sacralis
- Remt flexie
- Remt afglijden tussenwervelschijven
5
Q
Kenmerken ligg. flava
A
- tussen de laminae arcus vertebrae van op elkaar gelegen wervelbogen
- vormt achterkant ruggenmergkanaal
- remt flexie
- zorgt voor stabilisatie
6
Q
Kenmerken ligg. interspinalia
A
- verbind procc. spinosi
- Remt flexie
7
Q
Kenmerken ligg. intertransversaria
A
- Verbindt proc. transversi
- Remt lateroflexie
8
Q
Kenmerken lig. supraspinale
A
- Loopt over de proc. spinosi
- Remt flexie
9
Q
Kenmerken lig. nuchae
A
- Loopt van protuberantia occipitalis externa naar proc. spinosi van C7
- Remt flexie
10
Q
Kenmerken lig. atlanto-occipitale laterale
A
- Tussen de bovenste cervicale wervels
- Stabilisatie
- Remt rotatie
11
Q
A