Week 1: HC 8 Flashcards
1
Q
Transcriptoom
A
Alle RNA-moleculen van een cel of organsime
2
Q
Het centrale dogma
A
In het DNA zit de informatie voor de eiwitsynthese
3
Q
Proteoom
A
Verzameling van alle eiwitten van een cel of organisme
4
Q
Fenotype
A
Proteoom + transcriptoom
5
Q
Transcriptionele regulatie
A
Waar en wanneer iets tot expressie komt
6
Q
Hoe worden peptideketens bewerkt om een eiwit te worden?
A
- Vouwing van het eiwit
- Post-transationele modificaties: verwijdering/verandering van AZ’s
- Eiwitsortering: transport naar juiste organel
7
Q
Initiatie fase
A
De fase waarin het RNA-polymerase bindt aan de promotor (een code in het DNA)
8
Q
Bulk translatie
A
Wanneer er steeds meer kleine subunits zich binden aan de eiwit constellatie