HC 1: Week 2 Flashcards

1
Q

Emperische gegevens

A

Gegevens die gebasseerd zijn op een waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Proportionaliteit

A

De voordelen van een bahndeling moeten opwegen tegen de nadelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Subsidiariteit

A

Het minst zware middel inzetten om het doel te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Moraal

A

Het geheel van normen en waarden dat door een individu of binnen een groep/samenleving als belangrijke richtlijn voor het handelen wordt beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarden

A

Op zichzelf nastrevenswaardige situaties, zaken of ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normen

A

Concrete gedragsregels die aangeven wat we in een bepaalde situatie behoren te doen of na te laten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Deugden

A

Goede eigenschappen of kenmerken van mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De vier ethische principes

A

Niet-schaden, weldoen, respect voor autonomie & rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

C

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Common morality

A

Principes zijn gebasseerd op de gemeenschappelijke, alledaagse moraal: een set aan normen en waarden die breed is terug te vinden in vele landen en culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly