Week 1 Flashcards
Waanstoornis
De aanwezigheid van een (of meer) wanen, met een duur van één maand of langer.
Kortdurende psychotische stoornis
Aanwezigheid van één (of meer) van de volgende symptomen. Minstens één daarvan moet 1, 2 of 3 zijn:
- Wanen.
- Hallucinaties.
- Gedesorganiseerd spreken (bijvoorbeeld frequente ontsporing of incoherentie).
- Ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag.
Schizofreniforme stoornis
Twee (of meer) van de volgende kenmerken, waarvan elk een significant deel van de tijd gedurende een periode van één maand aanwezig is (of minder, indien succesvol behandeld). Minstens één daarvan moet 1, 2 of 3 zijn:
- Wanen.
- Hallucinaties.
- Gedesorganiseerd spreken (bijvoorbeeld frequente ontsporing of incoherentie).
- Ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag.
- Negatieve symptomen (zoals verminderde emotionele expressie of initiatiefverlies.
Schizofrenie A
Twee (of meer) van de volgende kenmerken, waarvan elk een significant deel van de tijd gedurende een periode van één maand aanwezig is (of minder, indien succesvol behandeld). Minstens één daarvan moet 1, 2 of 3 zijn:
- Wanen.
- Hallucinaties.
- Gedesorganiseerd spreken (bijvoorbeeld frequente ontsporing of incoherentie).
- Ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag.
- Negatieve symptomen (zoals verminderde emotionele expressie of initiatiefverlies.
Schizofrenie B
Voor een significant deel van de tijd sinds het begin van de stoornis ligt het niveau van functioneren op een of meer belangrijke levensgebieden, zoals werk, interpersoonlijke relaties of zelfverzorging, duidelijk onder het niveau van voor het begin van de stoornis (of, als het begin tijdens de kinderjaren of adolescentie ligt, het is niet gelukt om het verwachte niveau van functioneren op interpersoonlijk gebied, op school en in de studie, en beroepsmatig te bereiken).
Schizoaffectieve Stoornis A
Een ononderbroken ziekteperiode waarin een depressieve of manische stemmingsepisode aanwezig is gelijktijdig met kenmerken uit criterium A voor schizofrenie.
Schizoaffectieve Stoornis B
Gedurende twee of meer weken binnen de gehele duur van de ziekte moet sprake zijn van wanen of hallucinaties in afwezigheid van een depressieve of manische stemmingsepisode.
Schizoaffectieve Stoornis C
De symptomen die voldoen aan de criteria voor een stemmingsepisode zijn het grootste deel aanwezig van de actieve en restfase van de ziekte aanwezig.
Manische Episode (ME) A
Een duidelijk herkenbare periode met een abnormaal en persisterend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, en een abnormaal en persisterend verhoogde doelgerichte activiteit of energie, gedurende minstens één week en het grootste deel van de dag, bijna elke dag aanwezig (of elke duur wanneer opname in een ziekenhuis noodzakelijk is).
Manische Episode (ME) B
Tijdens de periode van de stemmingsstoornis en de toegenomen energie of activiteit zijn drie (of meer) van de volgende symptomen (vier indien de stemming alleen prikkelbaar is) in significante mate aanwezig en wijken deze opvallend af van het normale gedrag:
- Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit.
- Verminderde slaapbehoefte (bijv. genoeg aan 3 uur slaap).
- Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang.
- Gedachtevlucht of de subjectieve beleving data gedachten gejaagd zijn.
- Verhoogde afleidbaarheid, volgens de betrokkene zelf, of door anderen waargenomen.
- Toename van doelgerichte activiteit ( ofwel scoiaal, ofwel op het werk of op school, ofwel seksueel) of psychomotorische agitatie (dat wil zeggen: nutteloze niet-doelgerichte activiteit).
- Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen ( bijv. ongeremde koopzucht, seksuele onbezonnenheid, of onbezonnen zakelijke investeringen).
Manische Episode (ME) C
De stemmingsstoornis is voldoende ernstig om duidelijke beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren te veroorzaken, of opname in een ziekenhuis noodzakelijk te maken om schade voor zichzelf of anderen te voorkomen, of er zijn psychotische kenmerken.
Hypomanische Episode (HE) A
Een duidelijk herkenbare periode met een abnormaal en persisterend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, en een abnormaal en persisterend verhoogde doelgerichte activiteit of energie, gedurende minstens 4 dagen en het grootste deel van de dag, bijna elke dag aanwezig.
Hypomanische Episode (HE) B
Tijdens de periode van de stemmingsstoornis en de toegenomen energie of activiteit zijn drie (of meer) van de volgende symptomen (vier indien de stemming alleen prikkelbaar is) in significante mate aanwezig en wijken deze opvallend af van het normale gedrag:
- Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit.
- Verminderde slaapbehoefte (bijv. genoeg aan 3 uur slaap).
- Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang.
- Gedachtevlucht of de subjectieve beleving dat gedachten gejaagd zijn.
- Verhoogde afleidbaarheid, volgens de betrokkene zelf, of door anderen waargenomen.
- Toename van doelgerichte activiteit ( ofwel sociaal, ofwel op het werk of op school, ofwel seksueel) of psychomotorische agitatie (dat wil zeggen: nutteloze niet-doelgerichte activiteit).
- Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen ( bijv. ongeremde koopzucht, seksuele onbezonnenheid, of onbezonnen zakelijke investeringen).
Hypomanische Episode (HE) C
De episode gaat gepaard met een onmiskenbare verandering in het functioneren die niet kenmerkend is voor de betrokkene wanneer deze symptoomvrij is.
Hypomanic Episode (HE) D
De verhoogde stemming en veranderingen in het functioneren kunnen door anderen worden waargenomen.